Ziet, Ik zende u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven. Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen. En gij zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden, om Mijnentwil, hun en den heidenen tot getuigenis. Doch wanneer zij u overleveren, zo zult gij niet bezorgd zijn, hoe of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure gegeven worden, wat gij spreken zult. Want gij zijt het niet, die spreekt, maar het is de Geest uws Vaders, Die in u spreekt. En de ene broeder zal den anderen broeder overleveren tot den dood, en de vader het kind, en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden. En gij zult van allen gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal blijven tot het einde, die zal zalig worden. Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn. De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht boven zijn heer. Het zij den discipel genoeg, dat hij worde gelijk zijn meester, en de dienstknecht gelijk zijn heer. Indien zij den Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer Zijn huisgenoten! Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, hetwelk niet zal ontdekt worden, en verborgen, hetwelk niet zal geweten worden. Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort in het oor, predikt dat op de daken. En vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel. Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht? En niet een van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader. En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld. Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven. Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Uitleg
‘Hoe moet het nu verder?’ Met angstige ogen kijkt een vriendin je aan, ‘Thuis ging het al zo slecht en nu heeft mijn vader gisteren ook nog ontslag gehad. Nee, ik zou niet meer weten hoe het goed moet komen!’
Wat zijn er veel zorgen. Misschien heb jij ze ook wel. Mag ik je vragen of God ook jouw zorgen weet en van die van je vrienden?
De discipelen hadden ook zorgen. Ze hadden een prachtige opdracht gekregen: ze mochten gaan vertellen dat Gods Koninkrijk gekomen was en ze mochten laten zien dat er in dat Koninkrijk genezing is. Maar het zou niet vanzelf gaan. De mensen hadden al geprobeerd hun Meester te doden. Zij moesten niet rekenen op een warm welkom; ze zouden ‘schapen zijn midden tussen de wolven’. Dat is nog zo: als je Christus gaat dienen, merk je dat je tussen vijanden woont.
Herken je dat?
Hoe kan het dan toch dat ze blijmoedig gingen prediken? Omdat Christus Koning is: Hij staat erboven. Ze worden niet overgeleverd aan de woede van de mensen. Als God zelfs zorgt voor de mussen, dan zal Hij ook voor hen zorgen. Zit jij vol zorgen? Weet je niet hoe het moet? Word je tegengewerkt omdat je christen bent? Wees niet bang, zegt Jezus: God vindt jou veel belangrijker dan de mussen. Je bent in Zijn hand. Bid om dat te mogen zien en vraag om vrijmoedigheid om tegen anderen over Hem te vertellen.
‘Dat is echt toevallig!’ Je bent op vakantie in een grote stad en je kunt de weg naar het parkeerterrein waar de auto van je ouders geparkeerd staat niet meer vinden. Het was vlak bij een werk, maar welke? Op dat moment spreekt iemand jou aan met de vraag hoe laat het is, want zijn parkeermeter loopt bijna af. Laat ...
‘Ere zij God in de hoge!’ Je zong het als kind al uit volle borst mee. En inderdaad: God is de hoge, de heilige God. Hij is zo groot, zo machtig; daar kun jij je geen voorstelling van maken. Kijk ’s nachts maar eens naar de sterrenhemel, dan voel je hoe klein je bent.
De Joden in de tijd van ...
‘Het regent’, ‘de zon schijnt’, ‘het gaat stormen’ zeggen we tegen elkaar. Nee, wij denken als het gaat onweren niet meer aan Wodan of andere heidense goden. We weten nu toch hoe het werkt? Voordat je wegfietst check je nog snel even de buitenrader op je mobiel.
We zijn ‘van God los’ geraakt. We zien niet meer dat alles bij ...
‘Hoe moet het nu verder?’ Met angstige ogen kijkt een vriendin je aan, ‘Thuis ging het al zo slecht en nu heeft mijn vader gisteren ook nog ontslag gehad. Nee, ik zou niet meer weten hoe het goed moet komen!’
Wat zijn er veel zorgen. Misschien heb jij ze ook wel. Mag ik je vragen of God ook jouw zorgen ...
Ben jij weleens echt sprakeloos geweest? Dat je echt totaal niet meer wist wat je moest zeggen? Misschien was dat bij iets heel moois. Of was het toen je hoorde dat iemand van wie je veel hield, gestorven was? Dan blijft er alleen een vraag over: waarom, Heere? Wat heb je eraan dat je op zo’n moment in God ...
‘In tegenspoed geduldig en in voorspoed dankbaar.’ Welke van deze twee gaat jou het beste af? Wacht even voor je antwoord geeft. Klopt het dat je wilde kiezen voor ‘in voorspoed dankbaar’? Heb jij de Heere al gedankt voor alles wat je gekregen hebt? Zet alles wat je vandaag uit Gods hand gekregen hebt eens op een rijtje en stel ...
Toen je heel klein was, vertrouwde je blindelings op je vader en je moeder. Je was ergens bang voor, maar je vader zei: ‘Stil maar. Ik ben er voor je, er kan niets gebeuren.’ Later ben je gaan zien dat, hoe lief je vader en moeder ook zijn, ze niet alles kunnen voorkomen.
Als je God je Vader mag noemen, ...
Jij bent bijzonder
Mattheüs 10:16-33
Uitleg
‘Hoe moet het nu verder?’ Met angstige ogen kijkt een vriendin je aan, ‘Thuis ging het al zo slecht en nu heeft mijn vader gisteren ook nog ontslag gehad. Nee, ik zou niet meer weten hoe het goed moet komen!’ Wat zijn er veel zorgen. Misschien heb jij ze ook wel. Mag ik je vragen of God ook jouw zorgen weet en van die van je vrienden? De discipelen hadden ook zorgen. Ze hadden een prachtige opdracht gekregen: ze mochten gaan vertellen dat Gods Koninkrijk gekomen was en ze mochten laten zien dat er in dat Koninkrijk genezing is. Maar het zou niet vanzelf gaan. De mensen hadden al geprobeerd hun Meester te doden. Zij moesten niet rekenen op een warm welkom; ze zouden ‘schapen zijn midden tussen de wolven’. Dat is nog zo: als je Christus gaat dienen, merk je dat je tussen vijanden woont. Herken je dat? Hoe kan het dan toch dat ze blijmoedig gingen prediken? Omdat Christus Koning is: Hij staat erboven. Ze worden niet overgeleverd aan de woede van de mensen. Als God zelfs zorgt voor de mussen, dan zal Hij ook voor hen zorgen. Zit jij vol zorgen? Weet je niet hoe het moet? Word je tegengewerkt omdat je christen bent? Wees niet bang, zegt Jezus: God vindt jou veel belangrijker dan de mussen. Je bent in Zijn hand. Bid om dat te mogen zien en vraag om vrijmoedigheid om tegen anderen over Hem te vertellen.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: God leidt
‘Dat is echt toevallig!’ Je bent op vakantie in een grote stad en je kunt de weg naar het parkeerterrein waar de auto van je ouders geparkeerd staat niet meer vinden. Het was vlak bij een werk, maar welke? Op dat moment spreekt iemand jou aan met de vraag hoe laat het is, want zijn parkeermeter loopt bijna af. Laat ...
-Woensdag: Altijd dichtbij
‘Ere zij God in de hoge!’ Je zong het als kind al uit volle borst mee. En inderdaad: God is de hoge, de heilige God. Hij is zo groot, zo machtig; daar kun jij je geen voorstelling van maken. Kijk ’s nachts maar eens naar de sterrenhemel, dan voel je hoe klein je bent. De Joden in de tijd van ...
-Donderdag: Het of Hij?
‘Het regent’, ‘de zon schijnt’, ‘het gaat stormen’ zeggen we tegen elkaar. Nee, wij denken als het gaat onweren niet meer aan Wodan of andere heidense goden. We weten nu toch hoe het werkt? Voordat je wegfietst check je nog snel even de buitenrader op je mobiel. We zijn ‘van God los’ geraakt. We zien niet meer dat alles bij ...
-Vrijdag: Jij bent bijzonder
‘Hoe moet het nu verder?’ Met angstige ogen kijkt een vriendin je aan, ‘Thuis ging het al zo slecht en nu heeft mijn vader gisteren ook nog ontslag gehad. Nee, ik zou niet meer weten hoe het goed moet komen!’ Wat zijn er veel zorgen. Misschien heb jij ze ook wel. Mag ik je vragen of God ook jouw zorgen ...
-Zaterdag: Geen woorden meer?
Ben jij weleens echt sprakeloos geweest? Dat je echt totaal niet meer wist wat je moest zeggen? Misschien was dat bij iets heel moois. Of was het toen je hoorde dat iemand van wie je veel hield, gestorven was? Dan blijft er alleen een vraag over: waarom, Heere? Wat heb je eraan dat je op zo’n moment in God ...
-Zondag: Altijd danken
‘In tegenspoed geduldig en in voorspoed dankbaar.’ Welke van deze twee gaat jou het beste af? Wacht even voor je antwoord geeft. Klopt het dat je wilde kiezen voor ‘in voorspoed dankbaar’? Heb jij de Heere al gedankt voor alles wat je gekregen hebt? Zet alles wat je vandaag uit Gods hand gekregen hebt eens op een rijtje en stel ...
-Maandag: Vaste liefde
Toen je heel klein was, vertrouwde je blindelings op je vader en je moeder. Je was ergens bang voor, maar je vader zei: ‘Stil maar. Ik ben er voor je, er kan niets gebeuren.’ Later ben je gaan zien dat, hoe lief je vader en moeder ook zijn, ze niet alles kunnen voorkomen. Als je God je Vader mag noemen, ...