Ons dagelijks brood

Psalmen 127:1-5

Een lied Hammaaloth, van Salomo. Zo de HEERE het huis niet bouwt, te vergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de HEERE de stad niet bewaart, te vergeefs waakt de wachter. Het is te vergeefs, dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft, eet brood der smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden als in den slaap geeft. Ziet, de kinderen zijn een erfdeel des HEEREN; des buiks vrucht is een beloning. Gelijk de pijlen zijn in de hand eens helds, zodanig zijn de zonen der jeugd. Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker met dezelve gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als zij met de vijanden spreken zullen in de poort.

Uitleg

In de vierde bede vragen wij om ons dagelijks brood. We vragen dus niet om de garantie dat we over drie maanden brood zullen hebben. Elke dag opnieuw kregen de Israëlieten manna. Het was steeds voldoende voor één dag. Behalve op de zesde dag. Dan was er manna voor twee dagen, zodat de Israëlieten het op de sabbat niet hoefden te verzamelen. Elke dag zorgde de Heere voor hen. Dagelijkse afhankelijkheid is alle dingen. Zo leert de Heere Zijn kinderen te bidden. ‘Ons’ staat er tot twee keer toe. We moeten geen individualisten zijn of egoïstisch denken: als ik het maar goed heb. De ware gelovige heeft oog voor de naaste. De oprechte bidder zal zeker ook bidden voor de mensen in nood, voor mensen die honger lijden. Doe jij dat ook? Geef jij wel eens een gift voor mensen die in armoede leven en onze hulp nodig hebben? In dit gebed bidt de gelovige om de dingen die hij nodig heeft voor het dagelijkse leven. En dat doet hij met een doel. ‘Opdat wij daardoor erkenning dag Gij de enige Oorsprong van alles goeds zijt’. Door deze dagelijkse verzorging moeten we dus de Heere als Gever erkennen. Hem komt de eer toe. Ook voor deze dingen. Het gaat erom dat we niet ons zorgen en ons werken de eer geven, dat we niet ons vertrouwen stellen op onszelf. Wat kunnen we bouwen op ons harde werken, op andere mensen, of op bepaalde dingen. En misschien denk je wel: in Nederland is geen honger; dus ik zal ook wel te eten krijgen. Nee, zo is het niet. Want als we ziek worden, helpt eten misschien niet meer. Daarom hebben we de zegen van de Heere nodig. Anders komt het niet goed. Niet met ons eten en niet met ons werken. Je kunt dat ook lezen in de dagtekst. Psalm 127 leert ons dat we in alles afhankelijk zijn van Gods zegen. We moeten ons best doen en hard werken voor ons dagelijks bestaan. Maar al onze inspanning is tevergeefs als de Heere ons niet zegent. Zondag 50 laat zien dat de gelovige bidder in oprecht afhankelijkheid op de Heere zal vertrouwen. Steeds zal hij de Heere vragen om Zijn trouwe zorg. En steeds weer zal hij het ook alleen van Hem verwachten. In zelfverloochening en ootmoed. Tevreden met wat de Heere geeft.


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Ons dagelijks brood

In de vierde bede vragen wij om ons dagelijks brood. We vragen dus niet om de garantie dat we over drie maanden brood zullen hebben. Elke dag opnieuw kregen de Israëlieten manna. Het was steeds voldoende voor één dag. Behalve op de zesde dag. Dan was er manna voor twee dagen, zodat de Israëlieten het op de sabbat ...

-Woensdag: Afhankelijk

Van wie krijgen wij ons voedsel? Veel mensen zeggen: ik heb er zelf hard voor gewerkt. En inderdaad, de Bijbel leert ons: wie niet werken wil, zal ook niet eten. Je mag dus beste een verband leggen tussen ons werken en ons eten. Maar Psalm 145 laat een andere lijn zien. Voedsel, gezondheid en kracht krijgen we van de Heere. De ...

-Donderdag: Belangrijk

Maak jij je ook heel druk over je uiterlijk? Sommigen staan uren voor de spiegel, om er maar zo goed mogelijk uit te zien. Anderen kiezen voor opvallende kleding. We horen er verzorgd uit te zien, want we zijn schepselen van God. En kleren zijn er om de schande van onze naaktheid te bedekken. Dus niet om aandacht te trekken, ...

-Vrijdag: Doel

In Athene op de Areopagus waren geleerde mensen die wel eens wilden horen wat Paulus te zeggen had. Paulus vertelt hun over God als Schepper, Die ieder mens het leven en de adem geeft. God geeft met een doel: opdat zij de Heere zoeken en zich tot Hem bekeren. Wij krijgen veel goeds van God. Dan horen we Hem ook ...

-Zaterdag: Het Woord van de Gever

Tijdens de woestijnreis gaf de Heere zes dagen in de week manna. Zo wilde de Heere ootmoed, nederigheid, leren. De mens is zo klein. Hij kan zelf zijn leven niet in stand houden. We zijn zo afhankelijk en we hebben geen rechten. Door onze zonden hebben we alle recht van spreken verspeeld. De Heere zou ons eeuwig moeten straffen. Want ...

-Zondag: Rijk of arm

Volgens Psalm 37 zijn er twee soorten mensen: rechtvaardigen en goddelozen. Rechtvaardigen vrezen de Heere. Zij leven niet meer volgens de zonden en de wereld, maar volgens Gods geboden. Door het geloof mogen ze de Heere kennen. Ze hebben de Heere Jezus nodig tot hun verlossing. Ze willen graag leven volgens de regel ‘God liefhebben boven alles en de naaste als ...

-Maandag: Vloek en zegen

Jeremia moest het volk Israël vloek en zegen voorhouden. Eerst spreekt hij hen aan die op een mens, of op zichzelf, vertrouwen. Die in denken en doen niet met de Heere rekenen. Ze stellen zichzelf tot norm. Die mensen zijn vervloekt. Dat is wat. De grote God spreekt de vloek over hen uit. Hoor jij daar eigenlijk ook bij? ...