Het Woord van de Gever

Deutronomium 8:1-11

Alle geboden, die ik u heden gebiede, zult gij waarnemen om te doen, opdat gij leeft, en vermenigvuldigt, en inkomt, en het land erft, dat de HEERE aan uw vaderen gezworen heeft. En gij zult gedenken aan al den weg, dien u den HEERE, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft; opdat Hij u verootmoedige, om u te verzoeken, om te weten, wat in uw hart was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet. En Hij verootmoedigde u, en liet u hongeren, en spijsde u met het Man, dat gij niet kendet, noch uw vaderen gekend hadden; opdat Hij u bekend maakte, dat de mens niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft van alles, wat uit des HEEREN mond uitgaat. Uw kleding is aan u niet verouderd, en uw voet is niet gezwollen, deze veertig jaren. Bekent dan in uw hart, dat de HEERE, uw God, u kastijdt, gelijk als een man zijn zoon kastijdt. En houdt de geboden des HEEREN, uws Gods, om in Zijn wegen te wandelen, en om Hem te vrezen. Want de HEERE, uw God, brengt u in een goed land, een land van waterbeken, fonteinen en diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten; Een land van tarwe en gerst, en wijnstokken, en vijgebomen, en granaatappelen; een land van olierijke olijfbomen, en van honig; Een land, waarin gij brood zonder schaarsheid eten zult, waarin u niets ontbreken zal; een land, welks stenen ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uithouwen zult. Als gij dan zult gegeten hebben, en verzadigd zijn, zo zult gij den HEERE, uw God, loven over dat goede land, dat Hij u zal hebben gegeven. Wacht u, dat gij den HEERE, uw God, niet vergeet, dat gij niet zoudt houden Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede;

Uitleg

Tijdens de woestijnreis gaf de Heere zes dagen in de week manna. Zo wilde de Heere ootmoed, nederigheid, leren. De mens is zo klein. Hij kan zelf zijn leven niet in stand houden. We zijn zo afhankelijk en we hebben geen rechten. Door onze zonden hebben we alle recht van spreken verspeeld. De Heere zou ons eeuwig moeten straffen. Want Hij is God, de Rechtvaardige. Wat past ons dan ootmoed voor die grote God, Die ons zoveel goeds geeft. Hoe komen we aan echte ootmoed? Onze tekst leert het: Hij (de Heere) verootmoedigde u. Wat is dat nodig. God bewijst Zijn genade juist aan verootmoedigde zondaren. In Christus, Die zo diep boog om zondaren te redden. De Heere wil volgens onze tekst met het manna nog iets leren. Van brood allen kunnen we niet leven. Wel van alle woord dat uit Zijn mond uitgaat. Veel mensen leven alleen bij brood. Sommigen bij brood en spelen. Maar aan het Woord van God denken ze niet. Dat is erg. Niet letten op het Woord van de Gever. Doe jij dat wel? Besef je dat het Woord nog belangrijker is dan brood? Gods kinderen leren het wonder: Zijn gunst sterkt meer dan het allerbeste voedsel.


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Ons dagelijks brood

In de vierde bede vragen wij om ons dagelijks brood. We vragen dus niet om de garantie dat we over drie maanden brood zullen hebben. Elke dag opnieuw kregen de Israëlieten manna. Het was steeds voldoende voor één dag. Behalve op de zesde dag. Dan was er manna voor twee dagen, zodat de Israëlieten het op de sabbat ...

-Woensdag: Afhankelijk

Van wie krijgen wij ons voedsel? Veel mensen zeggen: ik heb er zelf hard voor gewerkt. En inderdaad, de Bijbel leert ons: wie niet werken wil, zal ook niet eten. Je mag dus beste een verband leggen tussen ons werken en ons eten. Maar Psalm 145 laat een andere lijn zien. Voedsel, gezondheid en kracht krijgen we van de Heere. De ...

-Donderdag: Belangrijk

Maak jij je ook heel druk over je uiterlijk? Sommigen staan uren voor de spiegel, om er maar zo goed mogelijk uit te zien. Anderen kiezen voor opvallende kleding. We horen er verzorgd uit te zien, want we zijn schepselen van God. En kleren zijn er om de schande van onze naaktheid te bedekken. Dus niet om aandacht te trekken, ...

-Vrijdag: Doel

In Athene op de Areopagus waren geleerde mensen die wel eens wilden horen wat Paulus te zeggen had. Paulus vertelt hun over God als Schepper, Die ieder mens het leven en de adem geeft. God geeft met een doel: opdat zij de Heere zoeken en zich tot Hem bekeren. Wij krijgen veel goeds van God. Dan horen we Hem ook ...

-Zaterdag: Het Woord van de Gever

Tijdens de woestijnreis gaf de Heere zes dagen in de week manna. Zo wilde de Heere ootmoed, nederigheid, leren. De mens is zo klein. Hij kan zelf zijn leven niet in stand houden. We zijn zo afhankelijk en we hebben geen rechten. Door onze zonden hebben we alle recht van spreken verspeeld. De Heere zou ons eeuwig moeten straffen. Want ...

-Zondag: Rijk of arm

Volgens Psalm 37 zijn er twee soorten mensen: rechtvaardigen en goddelozen. Rechtvaardigen vrezen de Heere. Zij leven niet meer volgens de zonden en de wereld, maar volgens Gods geboden. Door het geloof mogen ze de Heere kennen. Ze hebben de Heere Jezus nodig tot hun verlossing. Ze willen graag leven volgens de regel ‘God liefhebben boven alles en de naaste als ...

-Maandag: Vloek en zegen

Jeremia moest het volk Israël vloek en zegen voorhouden. Eerst spreekt hij hen aan die op een mens, of op zichzelf, vertrouwen. Die in denken en doen niet met de Heere rekenen. Ze stellen zichzelf tot norm. Die mensen zijn vervloekt. Dat is wat. De grote God spreekt de vloek over hen uit. Hoor jij daar eigenlijk ook bij? ...