Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op Muth-labben. (9:2) Ik zal den HEERE loven met mijn ganse hart; ik zal al Uw wonderen vertellen. (9:3) In U zal ik mij verblijden, en van vreugde opspringen; ik zal Uw Naam psalmzingen, o Allerhoogste! (9:4) Omdat mijn vijanden achterwaarts gekeerd, gevallen en vergaan zijn van Uw aangezicht. (9:5) Want Gij hebt mijn recht en mijn rechtszaak afgedaan; Gij hebt gezeten op den troon, o Rechter, der gerechtigheid. (9:6) Gij hebt de heidenen gescholden, den goddeloze verdaan, hun naam uitgedelgd, tot in eeuwigheid en altoos. (9:7) O vijand! zijn de verwoestingen voleind in eeuwigheid, en hebt gij de steden uitgeroeid? Hunlieder gedachtenis is met hen vergaan. (9:8) Maar de HEERE zal in eeuwigheid zitten; Hij heeft Zijn troon bereid ten gerichte. (9:9) En Hij Zelf zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken oordelen in rechtmatigheden. (9:10) En de HEERE zal een Hoog Vertrek zijn voor den verdrukte, een Hoog Vertrek in tijden van benauwdheid. (9:11) En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij, HEERE, niet hebt verlaten degenen, die U zoeken. (9:12) Psalmzingt den HEERE, Die te Sion woont; verkondigt onder de volken Zijn daden.
Uitleg
David looft en prijst de grote Naam van de Heere in deze psalm. En hij heeft daar ook alle reden toe. Hij beschrijft zelf waarom hij zich in de Heere verblijd. Allereerst om Wie Hij is: de Allerhoogste. Maar ook om Gods grote daden in zijn leven. En dan zegt hij: die Uw Naam kennen zullen op U vertrouwen. Dat kan blijkbaar niet anders. Als je weet Wie de Heere is, zul je op Hem vertrouwen. David heeft dat ervaren. God is zo goed voor hem geweest. Hij is een Schuilplaats voor de verdrukte en in tijden van benauwdheid. En Hij heeft nooit verlaten wie Hem zoeken. Op Hem doe je nooit vergeefs een beroep. Hoe beter je Hem kent, hoe meer je Hem vertrouwt. Als je Hem kent als de Alwijze, zul je Hem meer vertrouwen dan je Hem kunt zien. Dan heb je geen zichtbare legers of zichtbare goden nodig. Als je Hem kent als de Almachtige zul je op Hem vertrouwen en niet op schepselen of iets anders. Als je Hem kent als de genadige en goede God zul je op Hem vertrouwen al zou Hij je doden, zegt Job. Als je Hem kent als de God van waarheid en trouw zul je Zijn belofte durven vertouwen. Als je Hem kent als Vader, durf je je ziel aan Hem toe te vertrouwen.
Ken je Hem? Ach, hoe kan een mens ooit God kennen? God openbaart Zich aan ons door Zijn woord. Daarin laat Hij zien Wie Hij is. Als de Geest dat woord in je hart brengt werkt het iets uit. Dat kun je niet zelf maken, daarom is bij het Bijbellezen het gebed steeds weer nodig. Om Hem te mogen leren kennen, om iets in Hem te gaan zien wat je nooit zelf zou zien. Want als Hij onze ogen niet opent zien we niets begeerlijks aan Hem. Maar door de Geest zullen we gaan zien dat alles aan Hem begeerlijk is. (Hooglied 5)
Als je dit hoofdstuk leest vanaf het begin, zullen deze woorden je verbazen. Jeremia klaagt dat de Heere hem in het donker heeft geleid, dat de Heere tegen hem is en hem niet hoort. Hij wordt verdrukt en geplaagd zodat hij zich zwak en hopeloos voelt. Hij verwacht het niet meer van God. Zover kan het met iemand komen. Nood ...
Dit hoofdstuk is een lied. De Heere geeft Mozes en Jozua de opdracht om een lied te schrijven. En wat zien we in deze verzen duidelijk de trouw van God, Wie Hij is. Hij is een Rotssteen; vast, betrouwbaar. Je kunt op Hem aan. God was een Vader voor het volk. Hij heeft ze gemaakt en vastgehouden. Ze moeten terugdenken ...
Het gedeelte dat we lezen beschrijft de reactie van het volk op Gods trouwe zorg. Verzadigd door Gods goedheid keerden ze hem de rug toe. Ze aanbaden de afgoden en brachten die offers. Wat een belediging voor de HEERE! Het staat er nadrukkelijk: ze offerden aan goden die ze niet kenden, aan nieuwe goden die hun vaders nog niet kenden. ...
De Heere spreekt allerlei oordelen uit over Zijn volk vanwege hun ondankbaarheid, zonde en afgoderij. Er komt honger, ziekte, onderdrukking door vijanden en de dood. De Heere zou ze kunnen verstrooien over de hele wereld zodat niemand meer weet dat er een volk Israel bestaan heeft. Maar er staat dat er iets is dat Hem tegenhoud om die oordelen uit ...
Gisteren zagen we dat de Heere goed is en trouw betoont aan een volk dat het absoluut niet waard is. Aan ontrouwe mensen. Vandaag lezen we over iemand die dat zelf ook vindt en belijdt. Jakob hoort dat zijn broer Ezau naar hem toekomt. Hij gaat er van uit dat Ezau wraak komt nemen. Hij wordt bang, en treft maatregelen ...
In het boek Koningen lezen we deze geschiedenis. De inwoners van Jeruzalem vertrouwden meer op de sterkte van Egypte in de strijd, dan op de Heere. Ergens is het wel te begrijpen. Je ziet de paarden met de vele strijdwagens en de machtige ruiters. Bij elkaar een sterk leger! Het is veel makkelijker om op iets zichtbaars te vertrouwen dan ...
David looft en prijst de grote Naam van de Heere in deze psalm. En hij heeft daar ook alle reden toe. Hij beschrijft zelf waarom hij zich in de Heere verblijd. Allereerst om Wie Hij is: de Allerhoogste. Maar ook om Gods grote daden in zijn leven. En dan zegt hij: die Uw Naam kennen zullen op U vertrouwen. Dat ...
Kennen is vertrouwen
Psalmen 9:1-11
Uitleg
David looft en prijst de grote Naam van de Heere in deze psalm. En hij heeft daar ook alle reden toe. Hij beschrijft zelf waarom hij zich in de Heere verblijd. Allereerst om Wie Hij is: de Allerhoogste. Maar ook om Gods grote daden in zijn leven. En dan zegt hij: die Uw Naam kennen zullen op U vertrouwen. Dat kan blijkbaar niet anders. Als je weet Wie de Heere is, zul je op Hem vertrouwen. David heeft dat ervaren. God is zo goed voor hem geweest. Hij is een Schuilplaats voor de verdrukte en in tijden van benauwdheid. En Hij heeft nooit verlaten wie Hem zoeken. Op Hem doe je nooit vergeefs een beroep. Hoe beter je Hem kent, hoe meer je Hem vertrouwt. Als je Hem kent als de Alwijze, zul je Hem meer vertrouwen dan je Hem kunt zien. Dan heb je geen zichtbare legers of zichtbare goden nodig. Als je Hem kent als de Almachtige zul je op Hem vertrouwen en niet op schepselen of iets anders. Als je Hem kent als de genadige en goede God zul je op Hem vertrouwen al zou Hij je doden, zegt Job. Als je Hem kent als de God van waarheid en trouw zul je Zijn belofte durven vertouwen. Als je Hem kent als Vader, durf je je ziel aan Hem toe te vertrouwen. Ken je Hem? Ach, hoe kan een mens ooit God kennen? God openbaart Zich aan ons door Zijn woord. Daarin laat Hij zien Wie Hij is. Als de Geest dat woord in je hart brengt werkt het iets uit. Dat kun je niet zelf maken, daarom is bij het Bijbellezen het gebed steeds weer nodig. Om Hem te mogen leren kennen, om iets in Hem te gaan zien wat je nooit zelf zou zien. Want als Hij onze ogen niet opent zien we niets begeerlijks aan Hem. Maar door de Geest zullen we gaan zien dat alles aan Hem begeerlijk is. (Hooglied 5)
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Ook als het moeilijk is
Als je dit hoofdstuk leest vanaf het begin, zullen deze woorden je verbazen. Jeremia klaagt dat de Heere hem in het donker heeft geleid, dat de Heere tegen hem is en hem niet hoort. Hij wordt verdrukt en geplaagd zodat hij zich zwak en hopeloos voelt. Hij verwacht het niet meer van God. Zover kan het met iemand komen. Nood ...
-Woensdag: Geeft onze God grootheid
Dit hoofdstuk is een lied. De Heere geeft Mozes en Jozua de opdracht om een lied te schrijven. En wat zien we in deze verzen duidelijk de trouw van God, Wie Hij is. Hij is een Rotssteen; vast, betrouwbaar. Je kunt op Hem aan. God was een Vader voor het volk. Hij heeft ze gemaakt en vastgehouden. Ze moeten terugdenken ...
-Donderdag: En wij?
Het gedeelte dat we lezen beschrijft de reactie van het volk op Gods trouwe zorg. Verzadigd door Gods goedheid keerden ze hem de rug toe. Ze aanbaden de afgoden en brachten die offers. Wat een belediging voor de HEERE! Het staat er nadrukkelijk: ze offerden aan goden die ze niet kenden, aan nieuwe goden die hun vaders nog niet kenden. ...
-Vrijdag: Het gaat om Zijn eer
De Heere spreekt allerlei oordelen uit over Zijn volk vanwege hun ondankbaarheid, zonde en afgoderij. Er komt honger, ziekte, onderdrukking door vijanden en de dood. De Heere zou ze kunnen verstrooien over de hele wereld zodat niemand meer weet dat er een volk Israel bestaan heeft. Maar er staat dat er iets is dat Hem tegenhoud om die oordelen uit ...
-Zaterdag: Ik heb Uw trouw niet verdiend
Gisteren zagen we dat de Heere goed is en trouw betoont aan een volk dat het absoluut niet waard is. Aan ontrouwe mensen. Vandaag lezen we over iemand die dat zelf ook vindt en belijdt. Jakob hoort dat zijn broer Ezau naar hem toekomt. Hij gaat er van uit dat Ezau wraak komt nemen. Hij wordt bang, en treft maatregelen ...
-Zondag: Vertrouw niet op iets anders
In het boek Koningen lezen we deze geschiedenis. De inwoners van Jeruzalem vertrouwden meer op de sterkte van Egypte in de strijd, dan op de Heere. Ergens is het wel te begrijpen. Je ziet de paarden met de vele strijdwagens en de machtige ruiters. Bij elkaar een sterk leger! Het is veel makkelijker om op iets zichtbaars te vertrouwen dan ...
-Maandag: Kennen is vertrouwen
David looft en prijst de grote Naam van de Heere in deze psalm. En hij heeft daar ook alle reden toe. Hij beschrijft zelf waarom hij zich in de Heere verblijd. Allereerst om Wie Hij is: de Allerhoogste. Maar ook om Gods grote daden in zijn leven. En dan zegt hij: die Uw Naam kennen zullen op U vertrouwen. Dat ...