Deutronomium 32:15-21

Als nu Jeschurun vet werd, zo sloeg hij achteruit (gij zijt vet, gij zijt dik, ja, met vet overdekt geworden!); en hij liet God varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den Rotssteen zijns heils. Zij hebben Hem tot ijver verwekt door vreemde goden; door gruwelen hebben zij Hem tot toorn verwekt. Zij hebben aan de duivelen geofferd, niet aan God; aan de goden, die zij niet kenden; nieuwe, die van nabij gekomen waren, voor dewelke uw vaders niet geschrikt hebben. Den Rotssteen, Die u gegenereerd heeft, hebt gij vergeten; en gij hebt in vergetenis gesteld den God, Die u gebaard heeft. Als het de HEERE zag, zo versmaadde Hij hen, uit toornigheid tegen zijn zonen en zijn dochteren. En Hij zeide: Ik zal Mijn aangezicht van hen verbergen; Ik zal zien, welk hunlieder einde zal wezen; want zij zijn een gans verkeerd geslacht, kinderen, in welke geen trouw is. Zij hebben Mij tot ijver verwekt door hetgeen geen God is; zij hebben Mij tot toorn verwekt door hun ijdelheden; Ik dan zal hen tot ijver verwekken door diegenen, die geen volk zijn; door een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken.

Uitleg

Het gedeelte dat we lezen beschrijft de reactie van het volk op Gods trouwe zorg. Verzadigd door Gods goedheid keerden ze hem de rug toe. Ze aanbaden de afgoden en brachten die offers. Wat een belediging voor de HEERE! Het staat er nadrukkelijk: ze offerden aan goden die ze niet kenden, aan nieuwe goden die hun vaders nog niet kenden. Dat zijn dus goden die niks voor hen gedaan hebben. En ze vergaten God, die alles voor hen gedaan had. De Heere wil hen dan verlaten want er is niets goeds met hen te beginnen en ze zijn ontrouw. Wij worden vaak gewaarschuwd dat voorspoed niet altijd goed voor ons is. Het gevaar is aanwezig dat we Hem dan de rug toekeren. Dat lezen we hier duidelijk. We gaan onze eigen afgoden dienen, want we hebben de Heere niet meer zo nodig. Wat zou een afgod in jouw leven kunnen zijn? We lazen eerder dat de Heere ons tegenspoed kan sturen om ons bij Zich te brengen. We kunnen al die welvaart niet aan. Het maakt ons zo gauw hoogmoedig. Zijn we de Heere dankbaar voor alle goede gaven? Wees je bewust van dit gevaar. Leef in afhankelijkheid van God die alles bestuurt in je leven. Heb Hem elke dag nodig in alles. Want wij zijn niet anders dan het volk Israel. Er is geen trouw in ons! Dat geldt in de contacten met mensen om je heen. We zijn vaak schijnheilig, roddelen over anderen, en laten mensen vallen om allerlei redenen. Niet voor niets zegt psalm 118: het is beter tot de Heere toevlucht te nemen dan op mensen te vertrouwen. En in Spreuken 20: wie zal een betrouwbaar iemand vinden? Zo zijn wij. Beschamend om te lezen. Wat is de tegenstelling groot; Zijn eeuwigdurende trouw en onze totale onbetrouwbaarheid.