Dinsdag: Doopbeleving

Kolossenzen 2:10

En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;

Uitleg

Paulus legt in deze brief alle nadruk op de allesbeheersende plaats van Christus. In Hem, Die als mens lichamelijk op aarde leefde en werkte, is de volheid van God verschenen. Wanneer wij in Hem geloven, ontvangen wij deel aan alles wat in Christus is. Ben je zo in Christus? Dan heb je de besnijdenis van het hart ontvangen. Bij de lichamelijke besnijdenis werd een stukje voorhuid verwijderd. In de besnijdenis van het hart wordt het complete vleselijke zondebestaan de doodsteek toegebracht, door de verbinding met de gekruisigde Christus. Dat is nu ook precies wat onze doop afbeeldt: het watergraf symboliseert dat het oude leven in Christus de dood en het graf is ingegaan. Daarom noemt Paulus de doop ‘de christelijke besnijdenis’ (J.P.Versteeg). Christus droeg mij bij Zich toen Hij in het graf lag. Maar ook meer dan dat: ik ben ook met Hem uit de dood opgestaan tot een nieuw leven. ‘Werkt’ dat dan automatisch en bij wijze van een rekensom? Nee. Paulus zegt nadrukkelijk dat je de inhoud van de doop alleen beleeft door het geloof in de werking van God Die Christus uit de doden heeft opgewekt. Stuit je op zoveel onmogelijkheden aan jouw kant, ja, op de realiteit van de geestelijke dood? Zie op de God van je doop en leg er de vinger maar bij: ‘HEERE, doe zoals U gesproken hebt in Uw Woord en hebt uitgetekend in mijn doop.’ Geen doopbeschouwing, maar doopbeleving!

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Doopbeleving

Paulus legt in deze brief alle nadruk op de allesbeheersende plaats van Christus. In Hem, Die als mens lichamelijk op aarde leefde en werkte, is de volheid van God verschenen. Wanneer wij in Hem geloven, ontvangen wij deel aan alles wat in Christus is. Ben je zo in Christus? Dan heb je de besnijdenis van het hart ontvangen. Bij ...

-Woensdag: Woensdag: Dooponderwijs

Verstaan wij onze doop? Ik bedoel nu niet of je verstandelijk weet wat de doop inhoudt. Dat is ook belangrijk. Maar het gaat om meer: beleven we het behoud dat in onze doop wordt afgebeeld? Paulus spreekt over ‘gedoopt worden in de dood van Christus Jezus’. Dat wil zeggen: de doop verbindt aan Christus als de Gestorvene ...

-Donderdag: Donderdag: Abraham, de vader van alle gelovigen

Mogen wij de beloften die aan de Joden gedaan zijn, toepassen op onszelf? Wij zijn immers van oorsprong heidenen. Wel, zegt Paulus, laat de Schrift het zelf maar zeggen. De bevrijdende zaligspreking van David in Psalm 32 heeft niet alleen betrekking op mensen die besneden zijn. Kijk maar naar Abraham. Op welk moment in zijn leven werd hem de gerechtigheid ...

-Vrijdag: Vrijdag: Gods trouw en menselijke ontrouw

Als dan de besnijdenis op zich niet zalig maakt, wat hebben Joden dan voor op anderen? Die vraag is gezien het voorgaande begrijpelijk. Maar ze ontvangt een ondubbelzinnig antwoord: de Joden zijn zeer bevoorrecht. Hun zijn de woorden van God toevertrouwd. Het is het volk met het Boek. En wij hebben het via hen gekregen – iets om nooit ...

-Zaterdag: Zaterdag: Herinnerd aan de doop

Zaterdag 22 juni

 

Lezen: 1 Petrus 3: 17-22

Midden in deze verzen herinnert Petrus de lezers – en dus ook ons – aan de doop. Hoe lang is dat geleden? Waarschijnlijk denk je niet vaak aan je doop zoveel jaar geleden. Juist daarom is het goed vandaag stil te staan bij onze doop. ...

-Zondag: Zondag: Doop met water, met de Geest, met vuur

Johannes is geen ‘geestelijke leider’ die zichzelf centraal stelt. Voortdurend verwijst hij naar Christus. Het water van de doop kan immers zonder meer mensen niet vernieuwen? Dat doet alleen Gods Geest. En waar moeten we heen om in die Geest te delen? Alleen naar Jezus. Toen Hij van de aarde was weggegaan heeft Hij de Geest gestuurd. ...

-Maandag: Maandag: God vergeet niet

Het treft ons altijd pijnlijk als mensen domweg vergeten. Je was ziek en mensen van de kerk of je vrienden zochten je niet op in het ziekenhuis en ze beloofden: ik kom je gauw een opzoeken als je thuis bent. Het moet nog gebeuren. Je kwam op dat moment alleen te staan. Iedereen bood hulp en gastvrijheid aan, maar ...