Zaterdag: Herinnerd aan de doop

1 Petrus 3:17

Want het is beter, dat gij, weldoende, (indien het de wil van God wil) lijdt, dan kwaad doende.

Uitleg

Zaterdag 22 juni

 

Lezen: 1 Petrus 3: 17-22

Midden in deze verzen herinnert Petrus de lezers – en dus ook ons – aan de doop. Hoe lang is dat geleden? Waarschijnlijk denk je niet vaak aan je doop zoveel jaar geleden. Juist daarom is het goed vandaag stil te staan bij onze doop. Beseffen we de betekenis van de doop? In een paar woorden maakt Petrus hier duidelijk wat de doop betekent. ‘De doop brengt redding,’ zegt de apostel in vers 21. In de dagen van de zondvloed betekende het water oordeel voor de ongelovigen. Maar de gelovige Noach en zijn gezin werden door het water heen gered. ‘Zo’, zegt Petrus, ‘is er redding van de dood door het water van de doop’. Nee, niet dat het ontvangen van de doop zelf verlossend is. Verlossing is er alleen door het bloed en de Geest van Jezus Christus. De doop wijst op die verlossing. Sterker nog: de doop is van Gods kant de verzekering dat Hij ons deze verlossing belooft. De doop is dus niet alleen een ontroerende plechtigheid. De doop is van Godswege vol rijke inhoud! Denk daarom vandaag aan jouw doop. Heerlijk om het te mogen weten: de God van het heil wil mijn God wezen. Om dan gelovig te pleiten op die doop! Om dan gelovig zeker te weten: dat heil geldt om Jezus’ wil ook mij.

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Doopbeleving

Paulus legt in deze brief alle nadruk op de allesbeheersende plaats van Christus. In Hem, Die als mens lichamelijk op aarde leefde en werkte, is de volheid van God verschenen. Wanneer wij in Hem geloven, ontvangen wij deel aan alles wat in Christus is. Ben je zo in Christus? Dan heb je de besnijdenis van het hart ontvangen. Bij ...

-Woensdag: Woensdag: Dooponderwijs

Verstaan wij onze doop? Ik bedoel nu niet of je verstandelijk weet wat de doop inhoudt. Dat is ook belangrijk. Maar het gaat om meer: beleven we het behoud dat in onze doop wordt afgebeeld? Paulus spreekt over ‘gedoopt worden in de dood van Christus Jezus’. Dat wil zeggen: de doop verbindt aan Christus als de Gestorvene ...

-Donderdag: Donderdag: Abraham, de vader van alle gelovigen

Mogen wij de beloften die aan de Joden gedaan zijn, toepassen op onszelf? Wij zijn immers van oorsprong heidenen. Wel, zegt Paulus, laat de Schrift het zelf maar zeggen. De bevrijdende zaligspreking van David in Psalm 32 heeft niet alleen betrekking op mensen die besneden zijn. Kijk maar naar Abraham. Op welk moment in zijn leven werd hem de gerechtigheid ...

-Vrijdag: Vrijdag: Gods trouw en menselijke ontrouw

Als dan de besnijdenis op zich niet zalig maakt, wat hebben Joden dan voor op anderen? Die vraag is gezien het voorgaande begrijpelijk. Maar ze ontvangt een ondubbelzinnig antwoord: de Joden zijn zeer bevoorrecht. Hun zijn de woorden van God toevertrouwd. Het is het volk met het Boek. En wij hebben het via hen gekregen – iets om nooit ...

-Zaterdag: Zaterdag: Herinnerd aan de doop

Zaterdag 22 juni

 

Lezen: 1 Petrus 3: 17-22

Midden in deze verzen herinnert Petrus de lezers – en dus ook ons – aan de doop. Hoe lang is dat geleden? Waarschijnlijk denk je niet vaak aan je doop zoveel jaar geleden. Juist daarom is het goed vandaag stil te staan bij onze doop. ...

-Zondag: Zondag: Doop met water, met de Geest, met vuur

Johannes is geen ‘geestelijke leider’ die zichzelf centraal stelt. Voortdurend verwijst hij naar Christus. Het water van de doop kan immers zonder meer mensen niet vernieuwen? Dat doet alleen Gods Geest. En waar moeten we heen om in die Geest te delen? Alleen naar Jezus. Toen Hij van de aarde was weggegaan heeft Hij de Geest gestuurd. ...

-Maandag: Maandag: God vergeet niet

Het treft ons altijd pijnlijk als mensen domweg vergeten. Je was ziek en mensen van de kerk of je vrienden zochten je niet op in het ziekenhuis en ze beloofden: ik kom je gauw een opzoeken als je thuis bent. Het moet nog gebeuren. Je kwam op dat moment alleen te staan. Iedereen bood hulp en gastvrijheid aan, maar ...