Een psalm van David. HEERE! ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep. Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen als het avondoffer. HEERE! zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur mijner lippen. Neig mijn hart niet tot een kwade zaak, om enigen handel in goddeloosheid te handelen, met mannen, die ongerechtigheid werken; en dat ik niet ete van hun lekkernijen. De rechtvaardige sla mij, het zal weldadigheid zijn; en hij bestraffe mij, het zal olie des hoofds zijn, het zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook mijn gebed voor hen zijn in hun tegenspoeden. Hun rechters zijn aan de zijde der steenrots vrijgelaten geweest, en hebben gehoord mijn redenen, dat zij aangenaam waren. Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had. Doch op U zijn mijn ogen, HEERE, Heere! op U betrouw ik, ontbloot mijn ziel niet. Bewaar mij voor het geweld des striks, dien zij mij gelegd hebben, en voor de valstrikken van de werkers der ongerechtigheid. Dat de goddelozen elk in zijn garen vallen, te zamen, totdat ik zal zijn voorbijgegaan.
Uitleg
Een bijzondere zaak? In Psalm 141 is dat aan de orde. De dichter bidt voordat hij gaat bidden: Heere, neem mijn zwak en schuldige gebed aan. Wilt U mijn gebed beschouwen als een reukwerk en het opheffen van mijn handen als bij het avondoffer. Bij het reukoffer zal wel gedacht zijn aan het morgenoffer, zodat hier als het ware voor U dezelfde waarde hebben als het morgen en het avondoffer in de tempel.
Je voelt wel aan dat deze bidder met zijn gebrekkige woorden niet in de schaduw kan staan bij die offers. Zo’n gebed voordat we gaan bidden, getuigt van zelfkennis en van zicht op het naderen van de heilige God. Zo’n gebed wil de Heere zeker horen. Gelukkig dat er een Hogepriester in de hemel is Die bidt en pleit op Zijn volbrachte werk en jouw gebed zuivert. Dan belijd ik het ook vandaag: ‘Heere, Heere, op U zijn mijn schreiende ogen.’
Een nieuw beeld kiest de dichter om het Woord van God aan te duiden. Hij ziet zich door de duisternis gaan. Het pad door dit leven gaat niet altijd over zonovergoten wegen, licht en helder. Er kan ook sprake zijn van wandleen in ‘duisternis’ (Jes. 9), of zelfs van het verkeren in ‘een dal van de schaduw ...
Het is wel zaak dat wij de geestelijke zaken die in dit lied aan de orde komen persoonlijk kennen. Hebben we de boodschap van Gods vergeving voor kennisgeving aangenomen, of? Ik denk soms wel eens dat geijkte kerkmensen, die zo gewend zijn aan de boodschap van Gods vergeving, die aanhoren zoals ze het weerbericht horen. het is elke keer ...
De vergelijking van Israëls God en de afgoden geeft nog meer reden tot lofzang. Israëls God is niet alleen oneindig groter; Hij is ook geheel anders. Hij heeft Zich met Israël verbonden Hij heeft Jakob verkozen en Israël tot Zijn eigendom gemaakt. Is dit geen onbegrijpelijke liefde? Die God blijft trouw ...
Een bijzondere zaak? In Psalm 141 is dat aan de orde. De dichter bidt voordat hij gaat bidden: Heere, neem mijn zwak en schuldige gebed aan. Wilt U mijn gebed beschouwen als een reukwerk en het opheffen van mijn handen als bij het avondoffer. Bij het reukoffer zal wel gedacht zijn aan het morgenoffer, zodat hier als het ware voor ...
Psalm 143 is één van de zeven boetepsalmen met een rijke inhoud. In dit gedeelte bidt de dichter: ‘Ga niet in het gericht met Uw knecht, want niemand die leeft zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn.’ Een treffend bewijs van zelfkennis en schuldbesef. In Gods licht zijn wij niets en kan niemand zich overeind houden.
Het laatste dele van de Psalmbundel vanaf psalm 145 tot 150 bestaat uit liederen die vol zijn van het bezingen van de lof op de HEERE. Wie geestelijk leeft, kent de ademhaling van de ziel, het gebed, maar ook de lofzang die hier begint en die in de eeuwigheid wordt voortgezet. Loven is dus een vorm van leven, leven voor Gods ...
Vrijdag: Bidden voordat we bidden
Psalmen 141:1-141:2
Uitleg
Een bijzondere zaak? In Psalm 141 is dat aan de orde. De dichter bidt voordat hij gaat bidden: Heere, neem mijn zwak en schuldige gebed aan. Wilt U mijn gebed beschouwen als een reukwerk en het opheffen van mijn handen als bij het avondoffer. Bij het reukoffer zal wel gedacht zijn aan het morgenoffer, zodat hier als het ware voor U dezelfde waarde hebben als het morgen en het avondoffer in de tempel.
Je voelt wel aan dat deze bidder met zijn gebrekkige woorden niet in de schaduw kan staan bij die offers. Zo’n gebed voordat we gaan bidden, getuigt van zelfkennis en van zicht op het naderen van de heilige God. Zo’n gebed wil de Heere zeker horen. Gelukkig dat er een Hogepriester in de hemel is Die bidt en pleit op Zijn volbrachte werk en jouw gebed zuivert. Dan belijd ik het ook vandaag: ‘Heere, Heere, op U zijn mijn schreiende ogen.’
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Een lamp voor mijn voet
Een nieuw beeld kiest de dichter om het Woord van God aan te duiden. Hij ziet zich door de duisternis gaan. Het pad door dit leven gaat niet altijd over zonovergoten wegen, licht en helder. Er kan ook sprake zijn van wandleen in ‘duisternis’ (Jes. 9), of zelfs van het verkeren in ‘een dal van de schaduw ...
-Woensdag: Woensdag: Hoop op God
Het is wel zaak dat wij de geestelijke zaken die in dit lied aan de orde komen persoonlijk kennen. Hebben we de boodschap van Gods vergeving voor kennisgeving aangenomen, of? Ik denk soms wel eens dat geijkte kerkmensen, die zo gewend zijn aan de boodschap van Gods vergeving, die aanhoren zoals ze het weerbericht horen. het is elke keer ...
-Donderdag: Donderdag: God is barmhartig
De vergelijking van Israëls God en de afgoden geeft nog meer reden tot lofzang. Israëls God is niet alleen oneindig groter; Hij is ook geheel anders. Hij heeft Zich met Israël verbonden Hij heeft Jakob verkozen en Israël tot Zijn eigendom gemaakt. Is dit geen onbegrijpelijke liefde? Die God blijft trouw ...
-Vrijdag: Vrijdag: Bidden voordat we bidden
Een bijzondere zaak? In Psalm 141 is dat aan de orde. De dichter bidt voordat hij gaat bidden: Heere, neem mijn zwak en schuldige gebed aan. Wilt U mijn gebed beschouwen als een reukwerk en het opheffen van mijn handen als bij het avondoffer. Bij het reukoffer zal wel gedacht zijn aan het morgenoffer, zodat hier als het ware voor ...
-Zaterdag: Zaterdag: Schuldbesef
Psalm 143 is één van de zeven boetepsalmen met een rijke inhoud. In dit gedeelte bidt de dichter: ‘Ga niet in het gericht met Uw knecht, want niemand die leeft zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn.’ Een treffend bewijs van zelfkennis en schuldbesef. In Gods licht zijn wij niets en kan niemand zich overeind houden.
<...-Zondag: Zondag: Loven is een vorm van leven
Het laatste dele van de Psalmbundel vanaf psalm 145 tot 150 bestaat uit liederen die vol zijn van het bezingen van de lof op de HEERE. Wie geestelijk leeft, kent de ademhaling van de ziel, het gebed, maar ook de lofzang die hier begint en die in de eeuwigheid wordt voortgezet. Loven is dus een vorm van leven, leven voor Gods ...
-Maandag: