Als Jozef zijn broederen zag, zo kende hij hen; maar hij hield zich vreemd jegens hen, en sprak hard met hen, en zeide tot hen: Van waar komt gij? En zij zeiden: Uit het land Kanaan; om spijze te kopen. Jozef dan kende zijn broederen; maar zij kenden hem niet. Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had; en hij zeide tot hen: Gij zijt verspieders, gij zijt gekomen om te bezichtigen, waar het land bloot is. En zij zeiden tot hem: Neen, mijn heer! maar uw knechten zijn gekomen, om spijze te kopen. Wij allen zijn eens mans zonen; wij zijn vroom; uw knechten zijn geen verspieders. En hij zeide tot hen: Neen, maar gij zijt gekomen, om te bezichtigen, waar het land bloot is. En zij zeiden: Wij, uw knechten, waren twaalf gebroeders, eens mans zonen, in het land Kanaan; en zie, de kleinste is heden bij onzen vader; doch de een is niet meer. Toen zeide Jozef tot hen: Dat is het, wat ik tot u gesproken heb, zeggende: Gij zijt verspieders! Hierin zult gij beproefd worden: zo waarlijk als Farao leeft! indien gij van hier zult uitgaan, tenzij dan, wanneer uw kleinste broeder herwaarts zal gekomen zijn! Zendt een uit u, die uw broeder hale; maar weest gijlieden gevangen, en uw woorden zullen beproefd worden, of de waarheid bij u zij; en indien niet, zo waarlijk als Farao leeft, zo zijt gij verspieders! En hij zette hen samen drie dagen in bewaring. En ten derden dage zeide Jozef tot hen: Doet dit, zo zult gij leven; ik vrees God. Zo gij vroom zijt, zo zij een uwer broederen gebonden in het huis uwer bewaring; en gaat gij heen, brengt het koren voor den honger uwer huizen. En brengt uw kleinsten broeder tot mij, zo zullen uw woorden waargemaakt worden; en gij zult niet sterven. En zij deden alzo. Toen zeiden zij de een tot den ander: Voorwaar, wij zijn schuldig aan onzen broeder, wiens benauwdheid der ziele wij zagen, toen hij ons om genade bad; maar wij hoorden niet! daarom komt deze benauwdheid over ons. En Ruben antwoordde hun, zeggende: Heb ik het tot u niet gezegd, toen ik zeide: Zondigt niet aan dezen jongeling! maar gij hoordet niet; en ook zijn bloed, ziet, het wordt gezocht! En zij wisten niet, dat het Jozef hoorde; want daar was een taalman tussen hen. Toen wendde hij zich om, van hen af, en weende; daarna keerde hij weder tot hen, en sprak tot hen, en nam Simeon van hen, en bond hem voor hun ogen. En Jozef gebood, dat men hun zakken met koren vullen zou, en dat men hun geld wederkeerde, een iegelijk in zijn zak, en dat men hun teerkost gave tot den weg; en men deed hun alzo. En zij laadden hun koren op hun ezels, en togen van daar. Toen een zijn zak opendeed, om zijn ezel voeder te geven in de herberg, zo zag hij zijn geld; want ziet, het was in den mond van zijn zak. En hij zeide tot zijn broederen: Mijn geld is wedergekeerd; daartoe ook, ziet, het is in mijn zak! Toen ontging hun het hart, en zij verschrikten, de een tot den ander zeggende: Wat is dit, dat ons God gedaan heeft? En zij kwamen in het land Kanaan, tot Jakob, hun vader; en zij gaven hem te kennen al hun wedervaren, zeggende: Die man, de heer van dat land, heeft hard met ons gesproken; en hij heeft ons gehouden voor verspieders des lands. Maar wij zeiden tot hem: Wij zijn vroom; wij zijn geen verspieders. Wij waren twaalf gebroeders, zonen van onzen vader; de een is niet meer, en de kleinste is heden bij onzen vader in het land Kanaan. En die man, de heer van dat land, zeide tot ons: Hieraan zal ik bekennen, dat gijlieden vroom zijt; laat een uwer broederen bij mij, en neemt voor den honger uwer huizen, en trekt heen. En brengt uw kleinsten broeder tot mij; zo zal ik weten, dat gij geen verspieders zijt, maar dat gij vroom zijt; uw broeder zal ik u wedergeven, en gij zult in dit land handelen. En het geschiedde, als zij hun zakken ledigden, ziet, zo had een iegelijk den bundel zijns gelds in zijn zak; en zij zagen de bundelen huns gelds, zij en hun vader, en zij waren bevreesd. Toen zeide Jakob, hun vader, tot hen: Gij berooft mij van kinderen! Jozef is er niet, en Simeon is er niet; nu zult gij Benjamin wegnemen! al deze dingen zijn tegen mij! Toen sprak Ruben tot zijn vader, zeggende: Dood twee mijner zonen, zo ik hem tot u niet wederbreng; geef hem in mijn hand, en ik zal hem weder tot u brengen! Maar hij zeide: Mijn zoon zal met ulieden niet aftrekken; want zijn broeder is dood, en hij is alleen overgebleven; zo hem een verderf ontmoette op den weg, dien gij zult gaan, zo zoudt gij mijn grauwe haren met droefenis ten grave doen nederdalen.
Uitleg
Door de nood gedreven komen de broers van Jozef in Egypte. Daar worden ze direct bij Jozef gebracht. We mogen veronderstellen dat Jozef de opdracht heeft gegeven alle kopers uit Kanaän bij hem te brengen. Ongetwijfeld heeft Jozef verwacht dat zijn familie ook zou komen om voedsel te kopen.
De broers herkennen Jozef niet. Het is al twintig jaar geleden dat ze hem verkocht hebben. Bovendien is Jozef gekleed in vorstelijke kleding. Hij ziet er uit als een Egyptische vorst. Zo kwam de Heere Jezus naar deze aarde als mens. En zelfs als mens, in dezelfde gestalte als alle mensen, herkenden ze hem niet. Heb jij de geboren Koning herkent als Zaligmaker?
Maar Jozef herkent zijn broers wel. In vers 9 staat: Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had. Hij dacht aan de schoven, die zich neerbogen voor zijn schoof. En nu buigen daar de tien broers voor hem. Zonder dat ze het weten gebeurt precies wat de Heere voorzegd heeft. Het heeft Jozef diep getroffen. De Heere laat niet een van Zijn woorden onvervuld.
Wat is dat een grote genade, als we in ons leven mogen zien dat de Heere doet wat Hij belooft. Dan buigen we diep voor de Heere. Dan zingen we: Heilig zijn, o God, Uw wegen. Van tevoren begrijpen we Gods weg vaak niet. Zo was het ook bij Jozef. Achteraf mag je zien dat de Heere je weg zo heeft geleid. Zo ook bij Jozef. Buig jij al, zonder dat je het misschien allemeaal weet, voor deze Koning? Hij herkent zondaren en wil hen ook vandaag nog het leven geven. Hij laat Zijn woorden niet onvervuld: Hij heeft gedacht aan Zijn genade.
Jozef was de liefste zoon van zijn vader Jakob. Dit kwam omdat hij de zoon was van Rachel, de vrouw waar Jakob zoveel van hield. Zij was gestorven bij de geboorte van Benjamin. Maar hij hield vooral ook van hem, omdat Jakob in Jozef dingen ontdekte, die hem aantrokken. Jozef was bijzonder wijs voor zijn leeftijd. In Spreuken staat: <...
Waarom waren de broers van Jozef toch zo boos op hem? Verschillende dingen haddden die duivelse haat in hen tot ontwikkeling gebracht: de voorliede van Jakob voor Jozef, deveelvervige rok die Jozef droeg, het verklikken van hun kwaad aan hun vader en de dromen die Jozef droomde.
Vooral die dromen had hen diep gekrenkt. Zij deden het ...
De vrouw van Potifar had haar ogen laten vallen op de knappe Joodse slaaf. Zij probeerde hem te verleiden tot een buitenechtelijke verhouding. Jozef moet ongeveer 22 jaar geweest zijn toeen hij slaaf was in het huis van Potifar. Het was ongetwijfeld een grote verzoeking voor Jozef. De vrouw van Potifar was een kanppe, verleidelijke en wellustige vrouw. En wie ...
Ruim twintig jaar geleden hebben de zonen van Jakob hun broer Jozef als slaaf verkocht. Maar God zorgt voor Jozef. De Heere brengt hem tot eer en aanzien. Jozef wordt zelfs onderkoning van Egypte. Hij krijgt de opdracht om voedelvoorraden aan te leggen voor de jaren van schaarste en honger. De dromen van Jozef komen uit! Na zeven vette ...
Door de nood gedreven komen de broers van Jozef in Egypte. Daar worden ze direct bij Jozef gebracht. We mogen veronderstellen dat Jozef de opdracht heeft gegeven alle kopers uit Kanaän bij hem te brengen. Ongetwijfeld heeft Jozef verwacht dat zijn familie ook zou komen om voedsel te kopen.
De broers zijn voor de tweede keer naar Egypte gereisd. In allerlei opzicht was deze tweede reis anders dan de eerste. Zij wisten nu wat hen in Egypte wachtte. Zij hadden kennisgemaakt met de machtige onderkoning die zulke barse woorden had gesproken, maar toch koren meegegeven had. Dit keer is Simeon er niet bij. Die zit in de gevangenis ...
Het wordt Jozef te machtig. Hij kan zich niet langer beheersen. Hij wil weten of zijn broers veranderd zijn. Nu ziet hij zijn broers eensgezind rond Benjamin staan. Hij hoort hoe zij zijn oude vader Jakob liefhebben. Nu kan hij zich niet langer bedwingen. Hij wil alleen zijn met de broers. Wanneer iedereen uit die ruimte vertrokken is en ...
Zaterdag: De eerste ontmoeting
Genesis 42:7-42:8
Uitleg
Door de nood gedreven komen de broers van Jozef in Egypte. Daar worden ze direct bij Jozef gebracht. We mogen veronderstellen dat Jozef de opdracht heeft gegeven alle kopers uit Kanaän bij hem te brengen. Ongetwijfeld heeft Jozef verwacht dat zijn familie ook zou komen om voedsel te kopen.
De broers herkennen Jozef niet. Het is al twintig jaar geleden dat ze hem verkocht hebben. Bovendien is Jozef gekleed in vorstelijke kleding. Hij ziet er uit als een Egyptische vorst. Zo kwam de Heere Jezus naar deze aarde als mens. En zelfs als mens, in dezelfde gestalte als alle mensen, herkenden ze hem niet. Heb jij de geboren Koning herkent als Zaligmaker?
Maar Jozef herkent zijn broers wel. In vers 9 staat: Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had. Hij dacht aan de schoven, die zich neerbogen voor zijn schoof.
En nu buigen daar de tien broers voor hem. Zonder dat ze het weten gebeurt precies wat de Heere voorzegd heeft. Het heeft Jozef diep getroffen. De Heere laat niet een van Zijn woorden onvervuld.
Wat is dat een grote genade, als we in ons leven mogen zien dat de Heere doet wat Hij belooft. Dan buigen we diep voor de Heere. Dan zingen we: Heilig zijn, o God, Uw wegen. Van tevoren begrijpen we Gods weg vaak niet. Zo was het ook bij Jozef. Achteraf mag je zien dat de Heere je weg zo heeft geleid. Zo ook bij Jozef.
Buig jij al, zonder dat je het misschien allemeaal weet, voor deze Koning? Hij herkent zondaren en wil hen ook vandaag nog het leven geven. Hij laat Zijn woorden niet onvervuld: Hij heeft gedacht aan Zijn genade.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Voorliefde
Jozef was de liefste zoon van zijn vader Jakob. Dit kwam omdat hij de zoon was van Rachel, de vrouw waar Jakob zoveel van hield. Zij was gestorven bij de geboorte van Benjamin. Maar hij hield vooral ook van hem, omdat Jakob in Jozef dingen ontdekte, die hem aantrokken. Jozef was bijzonder wijs voor zijn leeftijd. In Spreuken staat: <...
-Woensdag: Woensdag: Jozef verkocht
Waarom waren de broers van Jozef toch zo boos op hem? Verschillende dingen haddden die duivelse haat in hen tot ontwikkeling gebracht: de voorliede van Jakob voor Jozef, deveelvervige rok die Jozef droeg, het verklikken van hun kwaad aan hun vader en de dromen die Jozef droomde.
Vooral die dromen had hen diep gekrenkt. Zij deden het ...
-Donderdag: Donderdag: Bij Potifar
De vrouw van Potifar had haar ogen laten vallen op de knappe Joodse slaaf. Zij probeerde hem te verleiden tot een buitenechtelijke verhouding. Jozef moet ongeveer 22 jaar geweest zijn toeen hij slaaf was in het huis van Potifar. Het was ongetwijfeld een grote verzoeking voor Jozef. De vrouw van Potifar was een kanppe, verleidelijke en wellustige vrouw. En wie ...
-Vrijdag: Vrijdag: Geen andere weg
Ruim twintig jaar geleden hebben de zonen van Jakob hun broer Jozef als slaaf verkocht. Maar God zorgt voor Jozef. De Heere brengt hem tot eer en aanzien. Jozef wordt zelfs onderkoning van Egypte. Hij krijgt de opdracht om voedelvoorraden aan te leggen voor de jaren van schaarste en honger. De dromen van Jozef komen uit! Na zeven vette ...
-Zaterdag: Zaterdag: De eerste ontmoeting
Door de nood gedreven komen de broers van Jozef in Egypte. Daar worden ze direct bij Jozef gebracht. We mogen veronderstellen dat Jozef de opdracht heeft gegeven alle kopers uit Kanaän bij hem te brengen. Ongetwijfeld heeft Jozef verwacht dat zijn familie ook zou komen om voedsel te kopen.
De broers herkennen Jozef niet. Het ...
-Zondag: Zondag: De tweede ontmoeting
De broers zijn voor de tweede keer naar Egypte gereisd. In allerlei opzicht was deze tweede reis anders dan de eerste. Zij wisten nu wat hen in Egypte wachtte. Zij hadden kennisgemaakt met de machtige onderkoning die zulke barse woorden had gesproken, maar toch koren meegegeven had. Dit keer is Simeon er niet bij. Die zit in de gevangenis ...
-Maandag: Maandag: Jozef maakt zich bekend
Het wordt Jozef te machtig. Hij kan zich niet langer beheersen. Hij wil weten of zijn broers veranderd zijn. Nu ziet hij zijn broers eensgezind rond Benjamin staan. Hij hoort hoe zij zijn oude vader Jakob liefhebben. Nu kan hij zich niet langer bedwingen. Hij wil alleen zijn met de broers. Wanneer iedereen uit die ruimte vertrokken is en ...