Zaterdag: Om Gods heilige Naam

Ezechiël 36:22

Daarom zeg tot het huis Israels: Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om uwentwil, gij huis Israels! maar om Mijn heiligen Naam, dien gijlieden ontheiligd hebt onder de heidenen, waarhenen gij gekomen zijt.

Uitleg

God wil Zich over het volk in Babel ontfermen. En waarom wil de Heere dat? Hebben ze het ernaar gemaakt? Nee, want zelfs de vreselijke deportatie naar het Tweestromenland heeft het volk niet tot bekering gebracht. Er wordt weleens gezegd: ‘Nood leert bidden’. Maar dat is niet waar. Alleen de Heilige Geest leert ons bidden.

Toch kan de Heere de nood wel eens gebruiken om ons op de knieën te brengen. De Heere ontfermt Zich over verloren zondaren omdat Hij hen liefgehad heeft met een eeuwige liefde. Daarom zegt de Heere tot Zijn volk: Ik doe het niet om uwentwil. Als de Heere het om ons zou moeten doen, dan was het eeuwig onmogelijk. Wij hebben met alle kinderen van Adam door onze zonde de eeuwige dood verdiend. Ben je dat in je leven al waard geworden? Heb je met David weleens ingestemd toe hij zong: ‘k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog; Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig. Wat wort het dan een wonder dat de Heere zegt: Ik doe het om Mijn heilige Naam. God vindt in de verheerlijking van Zijn heilige Naam redenen om zondaren genadig te zijn.

Op de hele wereld is er maar Eén geweest, Die de heilige Naam van God verheerlijkt heeft. Dat is de Heere Jezus Christus. Hij alleen kon zeggen: Vader, Ik heb Uw Naam op aarde verheerlijkt. Deze Zaligmaker hebben wij nodig. Heb jij al voor de Heere op je knieën beleden: ‘Schoon mijn zonden vele zijn’, en heb je gebeden: ‘Maak om Jezus’ wil mij rein.’?

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Woensdag: Nieuw leven

De profeet Ezechiël tekent ons hier een huiveringwekkend beeld. Hij spreekt over een pasgeboren meisje. En dat kindje is door haar ouders direct na de geboorte verstoten. Het is weggeworpen. Het ligt daar te trappelen in het geboortebloed in de woestijnsteppe onder de brandende oosterse zon. Het was bestemd om te sterven. Een goddeloos en afschuwelijk gebruik. ...

-Woensdag: Donderdag: Vrije genade

We zien een herder bij de ingang van de stal staan met een roede in zijn hand. Wij zouden zeggen: een stok. Naast de herder stond een groot vat met een roodachtige kleurstof en daar doopte hij zijn stok in. Die natte stok hield hij in zijn hand en dan telde hij een, twee, drie tot hij bij de ...

-Donderdag: Vrijdag: Alleen de Heere Jezus

Al de oproepen tot bekering en de waarschuwingen voor het dreigende oordeel zijn door Zedekia en door het volk van Juda in de wind geslagen. Nu is de maat van de zonde vol en het oordeel onafwendbaar. De Heere zal de kroon van Zedekia totaal en volkomen omkeren. Zijn koningschap zal radicaal beëindigd worden. Daarom gebruikt de ...

-Vrijdag: Zaterdag: Om Gods heilige Naam

God wil Zich over het volk in Babel ontfermen. En waarom wil de Heere dat? Hebben ze het ernaar gemaakt? Nee, want zelfs de vreselijke deportatie naar het Tweestromenland heeft het volk niet tot bekering gebracht. Er wordt weleens gezegd: ‘Nood leert bidden’. Maar dat is niet waar. Alleen de Heilige Geest leert ons bidden.

...

-Zaterdag: Zondag: Verzoek om gratie

Als de Heere van Zijn verbond spreekt tot Israël in Babel, dan zegt Hij telkens: Ik zal. We lezen onder andere: Ik zal rein water sprengen. En: Ik zal het stenen hart (…) wegnemen, en zal hun een vlesen hart geven. En ook: Ik zal een nieuwe geest in het ...

-Zondag: Maandag: Leven door de Geest

De profeet Ezechiël krijgt van de Heere een visioen. Hij wordt midden in een vallei gezet. Hij ziet dan een schokkend en huiveringwekkend beeld. Heel de vallei is bezaaid met doodsbeenderen van mensen die al heel lang geleden gestorven zijn. Overal waar hij kijkt liggen ze op de grond, uitgedroogd en witgeblakerd door de oosterse zon. Het ...

-Maandag: