Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
Uitleg
Wat is de boodschap die de discipelen en de schare te horen krijgen? Wat is het eerste woord uit de mond van Jezus? Lees maar mee: ‘zalig’! Tot achtmaal toe spreekt Hij dit woord uit. Een uitroep van vreugde.
Geen onbekend woord voor de schapen van het huis van Israël. Het is de taal van de Psalmen waar vaak gesproken wordt over de welgelukzaligheid. Zo ook hier. Jezus spreekt over de zaligheid en stelt dat tegenover het ‘wee’. Veel is er over de betekenis van dit woord te zeggen, maar we mogen het ook vertalen met geluk, en dan het werkelijke geluk, het deelhebben aan Gods heil! We weten dat Maria door Elizabeth zalig genoemd werd en dat vanwege haar geloof (Lukas 1:45). Thomas hoorde uit de mond van Jezus dat zij zalig zijn die geloven zonder gezien te hebben (Johannes 20:29).
Weet je nog wat we schreven over de dwalende, vermoeide, belaste schapen? Zij die geen herder hebben? Ziet u ze in gedachten zitten. Rondom de goede Herder? Daar dalen Zijn woorden neer. Aan de zeer stille wateren. En dan dít woord als eerste ‘zalig’. Geen wee, maar ‘zalig’. Zalig zijn de armen van geest. Hier worden bedelaars vertroost.
Hiermee komt een indringende boodschap tot ons. Is het ons te doen om deze zaligheid, om deze troost, die verkondigd wordt in en door Jezus Christus. De wereld wil het ons anders doen geloven, maar hier opent Jezus het venster van Pasen op de schepping die zucht als in barensnood. Komt, allen die vermoeid en belast zijt en vindt hier dé rust aan de zeer stille wateren van de Heiland.
Zingen: Psalm 146:3
Ter overdenking: Het geloof ziet Christus als een volkomen gepaste en gewillige Zaligmaker en ontvangt een hart om Hem te nemen vóór alles en in plaats van alles.
Het licht van Pasen heeft in de verkondiging weer geschenen. De zon leek ondergegaan op Golgotha, maar Jezus Christus heeft alles overwonnen.
Daar proeven we al iets van in de woorden van de Bergrede. Wie de boodschap van het Evangelie niet verstaat, die verstaat ook de bergrede niet. Hier klinkt dat zij die treuren, vertroost zullen worden. ...
Gisteren hebben we ingezet met een korte herinnering aan Pasen. Heilsfeiten mogen we niet los van elkaar zien. Nu luisteren we samen naar de eerste woorden van Mattheüs, die ons meeneemt de berg op. We gaan naast Hem zitten. Op één van de bergen ergens in het land van Galilea. Even daarvoor is Hij ...
De goede Herder trekt de berg op. Met daarachter de schare. Een aangrijpend beeld moet dat geweest zijn. De verloren schapen van het huis van Israël. Hij heeft oog voor hen.
Ik weet dat er gedacht wordt dat Jezus Zich boven alles richtte tot Zijn leerlingen, de twaalf discipelen. Laat het waar zijn dat zij ...
Jezus ziet de schare. Niet zomaar een schare. Het is al genoemd, het zijn de verloren schapen van het huis van Israël, de kinderen van het verbond. Schapen zonder herder, maar wel schapen. In Psalm 23 laat David horen dat de HEERE zijn herder is en dat het hem aan niets ontbreekt.
Jezus ziet de schare. Met innerlijke ontferming bewogen. Hij de goede Herder ziet Zijn verloren schapen. Het is toch waar wat Jesaja schrijft (Jesaja 53:6), dat zij – en wij – allen dwalen als schapen! We keren ons naar onze eigen weg. Met deze enkele woorden kunnen de verloren schapen getekend worden. Eén en al ellende en uitlandig. ...
Wat is de boodschap die de discipelen en de schare te horen krijgen? Wat is het eerste woord uit de mond van Jezus? Lees maar mee: ‘zalig’! Tot achtmaal toe spreekt Hij dit woord uit. Een uitroep van vreugde.
Geen onbekend woord voor de schapen van het huis van Israël. Het is de ...
Tot achtmaal toe klinkt het woord ‘zalig’. Ook de treurenden. Het woord vinden we terug bij de dodenklacht. Een van de sterkere uitdrukkingen voor droefheid. Zo treurde Jakob over bitter als hij denkt dat zijn zoon Jozef dood is. Lukas schrijft dat zij die wenen, zullen lachen (Lukas 9:21).
Zondag: Zalig
Psalmen 146:5
Uitleg
Wat is de boodschap die de discipelen en de schare te horen krijgen? Wat is het eerste woord uit de mond van Jezus? Lees maar mee: ‘zalig’! Tot achtmaal toe spreekt Hij dit woord uit. Een uitroep van vreugde.
Geen onbekend woord voor de schapen van het huis van Israël. Het is de taal van de Psalmen waar vaak gesproken wordt over de welgelukzaligheid. Zo ook hier. Jezus spreekt over de zaligheid en stelt dat tegenover het ‘wee’. Veel is er over de betekenis van dit woord te zeggen, maar we mogen het ook vertalen met geluk, en dan het werkelijke geluk, het deelhebben aan Gods heil! We weten dat Maria door Elizabeth zalig genoemd werd en dat vanwege haar geloof (Lukas 1:45). Thomas hoorde uit de mond van Jezus dat zij zalig zijn die geloven zonder gezien te hebben (Johannes 20:29).
Weet je nog wat we schreven over de dwalende, vermoeide, belaste schapen? Zij die geen herder hebben? Ziet u ze in gedachten zitten. Rondom de goede Herder? Daar dalen Zijn woorden neer. Aan de zeer stille wateren. En dan dít woord als eerste ‘zalig’. Geen wee, maar ‘zalig’. Zalig zijn de armen van geest. Hier worden bedelaars vertroost.
Hiermee komt een indringende boodschap tot ons. Is het ons te doen om deze zaligheid, om deze troost, die verkondigd wordt in en door Jezus Christus. De wereld wil het ons anders doen geloven, maar hier opent Jezus het venster van Pasen op de schepping die zucht als in barensnood. Komt, allen die vermoeid en belast zijt en vindt hier dé rust aan de zeer stille wateren van de Heiland.
Zingen: Psalm 146:3
Ter overdenking: Het geloof ziet Christus als een volkomen gepaste en gewillige Zaligmaker en ontvangt een hart om Hem te nemen vóór alles en in plaats van alles.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Een heerlijke troost
Het licht van Pasen heeft in de verkondiging weer geschenen. De zon leek ondergegaan op Golgotha, maar Jezus Christus heeft alles overwonnen.
Daar proeven we al iets van in de woorden van de Bergrede. Wie de boodschap van het Evangelie niet verstaat, die verstaat ook de bergrede niet. Hier klinkt dat zij die treuren, vertroost zullen worden. ...
-Woensdag: Woensdag: Voor armen het Evangelie
Gisteren hebben we ingezet met een korte herinnering aan Pasen. Heilsfeiten mogen we niet los van elkaar zien. Nu luisteren we samen naar de eerste woorden van Mattheüs, die ons meeneemt de berg op. We gaan naast Hem zitten. Op één van de bergen ergens in het land van Galilea. Even daarvoor is Hij ...
-Donderdag: Donderdag: Innerlijke ontferming
De goede Herder trekt de berg op. Met daarachter de schare. Een aangrijpend beeld moet dat geweest zijn. De verloren schapen van het huis van Israël. Hij heeft oog voor hen.
Ik weet dat er gedacht wordt dat Jezus Zich boven alles richtte tot Zijn leerlingen, de twaalf discipelen. Laat het waar zijn dat zij ...
-Vrijdag: Vrijdag: Grazige weide
Jezus ziet de schare. Niet zomaar een schare. Het is al genoemd, het zijn de verloren schapen van het huis van Israël, de kinderen van het verbond. Schapen zonder herder, maar wel schapen. In Psalm 23 laat David horen dat de HEERE zijn herder is en dat het hem aan niets ontbreekt.
Deze woorden kan de ...
-Zaterdag: Zaterdag: Schaap in nood
Jezus ziet de schare. Met innerlijke ontferming bewogen. Hij de goede Herder ziet Zijn verloren schapen. Het is toch waar wat Jesaja schrijft (Jesaja 53:6), dat zij – en wij – allen dwalen als schapen! We keren ons naar onze eigen weg. Met deze enkele woorden kunnen de verloren schapen getekend worden. Eén en al ellende en uitlandig. ...
-Zondag: Zondag: Zalig
Wat is de boodschap die de discipelen en de schare te horen krijgen? Wat is het eerste woord uit de mond van Jezus? Lees maar mee: ‘zalig’! Tot achtmaal toe spreekt Hij dit woord uit. Een uitroep van vreugde.
Geen onbekend woord voor de schapen van het huis van Israël. Het is de ...
-Maandag: Maandag: Zalig zijn zij die treuren
Tot achtmaal toe klinkt het woord ‘zalig’. Ook de treurenden. Het woord vinden we terug bij de dodenklacht. Een van de sterkere uitdrukkingen voor droefheid. Zo treurde Jakob over bitter als hij denkt dat zijn zoon Jozef dood is. Lukas schrijft dat zij die wenen, zullen lachen (Lukas 9:21).
Treuren en wenen. Wat is de reden ...