Vorm Gideonsbende tegen wantrouwen in maatschappij
Christenen kunnen bijdragen aan de opbouw van vertrouwen in een wereld van toenemend wantrouwen. Zij dienen optimistisch te streven naar maatschappelijke harmonie. Met een kerkelijk geluid dat meer klinkt in daden dan uitsluitend door het Woord.
Het is nogal wat om te veronderstellen dat secularisatie heeft geleid tot gestold wantrouwen. Vergeten we dan niet de hand in eigen boezem te steken? Veel van de conflicten die tot onderling wantrouwen en zelfs terrorisme hebben geleid, zijn juist op religie gebaseerd. Ook reformatoren veroorzaakten scheidslijnen en onderling wantrouwen. Wat kunnen wij voor de instandhouding van een veilige en vreedzame samenleving als christenen op dit vlak doen?
Het wantrouwen in de Nederlandse samenleving was tot de tweede helft van de twintigste eeuw gestold en gecontroleerd. In de kern bleef Nederland tot die tijd een christelijke natie met een dominante protestantse klankkleur, gebaseerd op de trits God, Vaderland en Oranje en bezegeld met een randschrift op de gulden.
Het wantrouwen begon echter te stromen en buiten de oevers te treden vanaf de tweede helft van de vorige eeuw. De ontwikkelingen die toen inzetten, zorgden voor een trendbreuk met het verleden. Ik onderscheid verschillende relevante ontwikkelingen.
Eerst en vooral individualisering. In alle eeuwen daarvoor was de mens bovenal deel van een groter geheel; het collectief bepaalde in belangrijke mate hoe mensen in het leven en tegenover elkaar stonden. Dat heeft in een relatief korte tijd plaatsgemaakt voor een wereldbeeld dat het individu centraal stelt. Kerken hadden moeite zich daartoe te verhouden. Grootschalige secularisering bleef niet uit. Daarbij zijn de meeste kerken niet alleen in ledental sterk teruggelopen, maar hebben ze ook sterk aan zeggingskracht in het maatschappelijk debat ingeboet.
Ontzuiling
Het onvermijdelijke gevolg van individualisering en secularisering was in Nederland de ontzuiling. Individuen lieten zich niet langer ‘opsluiten’ in een levensbeschouwing. Daarmee werden ook traditionele manieren van instandhouding van sociale cohesie en manieren van conflictbeslechting minder effectief. Tegelijk kwam er voor die zuilen iets anders in de plaats: de moderne netwerksamenleving. In die situatie bieden prikkels van de markt en nieuwe technologieën kansen voor burgers die snel en wendbaar door die nieuwe, geliberaliseerde, vrijgevochten, commerciële vijver kunnen laveren.
Degenen die de prikkels en kansen niet kunnen volgen, worden naar de rand gedreven, of komen zelfs bovendrijven. En dat kan ongezond zijn. Dat gestolde wantrouwen maakt dan plaats voor stilzwijgende of ziedende woede, voor radeloosheid. We zien het terug in de nieuwe dreigingen, van allerlei soorten activisten tot verspreiders van haat op het internet. Daarbij neemt polarisatie tussen groepen toe, net als de afstand van deze groepen tot de samenleving en de overheid.
Misschien is het daarom wel heel begrijpelijk dat er nog steeds mensen zijn die zich proberen vast te klampen aan rudimenten van zuilen en daar hun geborgenheid zoeken. Bovendien is er een groep nieuwkomers die zich juist aan de verzuiling vastklampt en zich erop beroept: de moslims. Maar zou deze 21e-eeuwse verzuiling nog helpen?
Deze vraag komt sterk naar voren in de discussie over de vrijheid van onderwijs: de zuil als hinderpaal voor integratie, als vluchtheuvel voor ouders die hun kind niet naar een zwarte school willen laten gaan of als reddingsboei voor groepen die de onderlinge cohesie willen behouden, zoals moslims, joden en (vooral) orthodoxe protestanten. De discussie over artikel 23 is daarmee een ”pars pro toto” voor een veel breder maatschappelijk verschijnsel, dat alle domeinen raakt, ook dat van de veiligheid: het verlangen naar veiligheid en geborgenheid in een wereld op drift.
Vreedzame toekomst
Hoe verhouden eigenheid, individualiteit en dat verlangen naar collectiviteit zich tot elkaar in een situatie waarin het wantrouwen tussen groepen en individuen met de dag groeit? Duidelijk is dat wij met zijn allen wel op zoek zijn naar nieuwe instrumenten om een vreedzame en welvarende toekomst te garanderen.
Eén ding is daarbij zeker: het ‘heil’ zal niet van de overheid kunnen komen, of slechts in beperkte mate. Het is vooral aan de inwoners van dit land of ze nu individualisten pur sang zijn of liever in een collectief opgaan, om kloven te dichten en bruggen te slaan.
Het is daarom goed dat er instanties en instituties buiten de overheid zijn die vertrouwen, eenheid en harmonie willen bevorderen. Eeuwenoude kerken en geloofsgemeenschappen waarvoor de ”Societas Christiana” geen ver verleden is maar een ideaal. Maar denk ook aan nieuwe gemeenschappen in de Bijlmer, aan islamitische overlegorganen. Of juist aan buurtinitiatieven, wijkverenigingen en sportverenigingen die eenheid en solidariteit in hun wijk of stad stimuleren.
Stoel van de macht
De vraag die ik indringend voor wil leggen, als overtuigd protestant en christen: wat kunnen wij bijdragen aan de opbouw van vertrouwen in een wereld van afbrokkelend vertrouwen in de medemens?
Protestanten hebben traditioneel meer vertrouwen in de samenleving en kerken, zo blijkt uit onderzoek van het SCP. Maar zijn christenen niet te veel hun vertrouwen op de macht van partijen en overheden gaan vestigen, als het gaat om het creëren van een veilige samenleving, het eruitvissen van terroristen, het tegenhouden van vluchtelingen en het beschermen van eigen volk?
Het is niet de taak van de kerken om op de stoel van de macht te gaan zitten. Noch is het de taak van overheden om de kerken het Woord voor te schrijven. We zullen een beetje vertrouwen in elkaars competenties moeten hebben. En we zullen onze angsten moeten overwinnen en een taal spreken die wordt verstaan, ook door mensen die niet in een geloofstraditie staan. Dat alleen al valt niet mee, in een tijd van toenemend religieus analfabetisme.
Wat we bij uitstek niet moeten doen, is mensen buiten zetten en uitsluiten, zoals dat vier eeuwen geleden werd gedaan op de Synode van Dordrecht. Remonstrantse leiders werden de deur gewezen en het land uitgezet; hun kudde raakte dak- en herderloos.
Voorhoede
Hoe gaan we dan als christenen om met de grote tegenstellingen en spanningen die onze samenleving parten spelen en in het ergste geval onze veiligheid bedreigen?
Het beeld van de Gideonsbende spreek mij daarbij het meest aan. Een voorhoede van positief ingestelde christenen die (ook als ze omringd zou zijn door een zee van negativiteit, argwaan en wantrouwen) onverdroten doorgaat in een optimistisch streven naar maatschappelijke harmonie, met als kerndoel behoud van eenheid in verscheidenheid.
Dat eigen kerkelijke geluid van geloof, hoop en liefde mogen en moeten de kerken dan ook volop laten horen, niet alleen binnen de eigen kerkmuren, maar ook daarbuiten. Een kerkelijk geluid dat meer klinkt in daden in de lokale gemeenschappen dan uitsluitend door het woord. Maar ook indien nodig een helder geluid met betrekking tot de norm!
Het Evangelie verbindt, maar neemt ook stelling tegenover polarisatie en uitsluiting. Wat zou het mooi zijn als christenen in de breedte (protestants, evangelisch of katholiek) zichtbaar in wijken, dorpen en steden een tegengeluid tegen polarisatie geven en inspringen waar uitsluiting speelt. Zo zijn kerken ooit in Nederland ontstaan, als veilige plaatsen waar mensen konden schuilen.
De auteur is Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Dit artikel is een samenvatting van de Protestantse lezing die hij donderdag uitsprak in Arnhem. De complete lezing is gratis te bestellen via: protestantsekerk.nl/lezing.