Economie
Mesdagfonds slikt kritiek op RIVM in

De forse kritiek van boeren op het RIVM is misplaatst geweest. Dat geeft nu ook het Mesdag Zuivelfonds impliciet toe. Een analyse.

2 April 2020 10:51Gewijzigd op 16 November 2020 18:46
Presentatie van het Mesdagfonds op 20 februari. V.l.n.r.: Geesje Rotgers, voorzitter Jan Cees Vogelaar en Richard Zijlstra. beeld RD
Presentatie van het Mesdagfonds op 20 februari. V.l.n.r.: Geesje Rotgers, voorzitter Jan Cees Vogelaar en Richard Zijlstra. beeld RD

Zonder ruchtbaarheid publiceerde het Mesdagfonds –dat onderzoek ten behoeve van de melkveehouderij financiert– deze week zijn aangepaste rapport over de stikstofuitstoot. Hoe anders ging het op 20 februari. Volgens radicale boeren zou die dag afgerekend worden met de „leugens” van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In opdracht van het Mesdagfonds hadden onderzoeksjournalist Geesje Rotgers en geodata analist Richard Zijlstra de modelberekeningen van het RIVM dunnetjes overgedaan. In een mudvolle zaal van het Haagse perscentrum Nieuwspoort maakten ze bekend dat de landbouw slechts 25 procent van de stikstofneerslag op natuur veroorzaakte. En niet 46 procent, zoals het Adviescollege Stikstofproblematiek (commissie-Remkes) op grond van RIVM-cijfers had beweerd. Dat had, foei, de neerslag over heel Nederland bekeken, terwijl de stikstofwetgeving betrekking heeft op Natura 2000-gebieden. Mesdagfonds-voorzitter Jan Cees Vogelaar vond dat Remkes op moest stappen en riep zelfs op tot een parlementaire enquête.

De welles-nietesdiscussie die daarop ontstond, pakte echter al snel uit in het nadeel van het Mesdagfonds, en daarmee ook van de landbouw. Rotgers en Zijlstra hadden ten onrechte grote wateren meegerekend, zoals het IJsselmeer en de Oosterschelde, die helemaal niet zo gevoelig zijn voor stikstof. Het RIVM oordeelde nog tijdens de persconferentie dat 45 procent van de stikstof op gevoelige natuur uit de landbouw komt –later stelde het instituut dat bij naar 41 procent. Begin maart gaf het Mesdagfonds toe dat zijn berekeningen niet klopten: stikstof uit ammoniak (vooral uit de landbouw afkomstig) en stikstofoxiden (verkeer en industrie) moeten niet gelijk gewogen worden; dat had het RIVM het fonds niet verteld.

Natuurbeleid

In hun herberekening komen Rotgers en Zijlstra nu uit op 35 procent aandeel van de landbouw voor Natura 2000-gebieden. Op stikstofgevoelige natuur klopt het RIVM-cijfer: 41 procent.

Valt er dan helemaal niets te leren uit het werk van de Mesdag-onderzoekers? Toch wel. Hadden ze in februari al kritiek op het natuurbeleid, deze keer leggen ze daar alle nadruk op. Het kabinet streeft doelen na die „in veel gevallen onder geen beding haalbaar zijn.” Uitkopen van piekbelasters zet bijvoorbeeld geen zoden aan de dijk. En in sommige natuurgebieden zijn de stikstofnormen zo streng, dat die nooit gehaald worden, al zou alle landbouw uit Nederland verdwijnen.

Het beleid is bovendien eenzijdig gericht op stikstof, oordelen Rotgers en Zijlstra. Dat is geen nieuw geluid. Al in december vroeg het Planbureau voor de Leefomgeving aandacht voor andere manieren om de natuur vooruit te helpen „dan uitsluitend in te zetten op vermindering van de stikstofdepositie.” Bijvoorbeeld: het vormen van grotere aaneengesloten natuurgebieden, verbetering van de waterkwaliteit en het vernatten van natuur.

En dan is er nog een juridisch haakje: het kabinet wil bedrijven met een hoge stikstofuitstoot (emissie) in de buurt van kwetsbare natuur saneren, maar emissie is niet één op één te linken aan depositie –de feitelijke neerslag van stikstof. En dat laatste is juist de grondslag voor de natuurwetgeving, en was dat ook voor het door de Raad van State afgeschoten PAS. Voorbeeld: de stikstof die vrijkomt uit een boerderij dichtbij natuur, komt maar voor een klein deel op dat natuurgebied terecht. Het RIVM stelt trouwens precies hetzelfde.

Rotgers en Zijlstra hebben gerekend aan twee natuurgebieden, in Drenthe en Noord-Brabant. Daar zou de uitkoop van vele tientallen tot zelfs enkele honderden boerderijen in een bufferzone van 10 kilometer rond die gebieden bij lange na niet voldoende zijn om de overbelasting aan stikstof weg te nemen. Onrealistisch dus, nog afgezien van de enorme kosten die zo’n operatie met zich mee zou brengen, en waar volgens Rotgers en Zijlstra ook eens naar gekeken zou moeten worden.

Isotopen

Daar tussendoor speelt nog de discussie over het gebrek aan harde cijfers over de herkomst van de stikstof die in de natuur terechtkomt. Tot nu toe zijn alle uitspraken daarover gebaseerd op modellen. De Universiteit van Amsterdam gaat, in opdracht van het Mesdagfonds, met behulp van isotopen proberen te ontdekken wat in een paar natuurgebieden nu echt de belangrijkste bronnen zijn: naburige boerderijen of misschien toch een bedrijventerrein of een snelweg. Dat onderzoek zal zo’n drie jaar in beslag nemen.

Ten slotte vragen Rotgers en Zijlstra in hun rapport ook aandacht voor de nuanceringen van de commissie-Hordijk (Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof) bij het zogeheten OPS-rekenmodel van het RIVM. Zij concluderen dat dit model wél bruikbaar voor het rekenen aan verspreiding van stikstof op korte afstanden, maar niet op regionale en landelijke schaal. „Dan worden de onzekerheden te groot.”

Al met al stelt het Mesdagfonds zeker zinvolle vragen. Maar de aanvankelijk keiharde kritiek op het RIVM is ingeslikt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Stikstof

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer