Mesdagfonds: stikstofcijfers klopten niet door ’bug’
De stikstofberekeningen die het Mesdag Zuivelfonds onlangs naar buiten bracht, bevatten fouten. Volgens het fonds zelf komt dat door een ’bug’ in het rekenmodel van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dat houdt het erop dat de onderzoekers zelf een fout hebben gemaakt.
Ammoniak (vooral afkomstig van mest) en stikstofoxiden (vooral afkomstig van verkeer en industrie) hadden afzonderlijk ingevoerd moeten worden. In plaats daarvan lieten de onderzoekers het systeem met beide stoffen tegelijk rekenen. Volgens het fonds bleek nergens uit dat dit tot verkeerde uitkomsten zou leiden.
„Ze hadden het wel kunnen weten”, reageert een woordvoerder van het gezondheidsinstituut. Hij verwijst naar een tekstbestand dat het RIVM als toelichting heeft gepubliceerd toen het op verzoek van het Mesdagfonds alle stikstofcijfers naar buiten bracht.
Volgens het alternatieve onderzoek is de landbouw niet verantwoordelijk voor 45 procent van de stikstofneerslag in beschermde Nederlandse natuurgebieden, zoals het RIVM heeft becijferd, maar ‘slechts’ voor 25 procent. Dat cijfer blijkt niet te kloppen, laat het Mesdagfonds nu weten. De fout werd opgemerkt door een medewerker van het RIVM.
Het Mesdagfonds, een soort denktank voor de melkveehouderij, gaat opnieuw berekeningen maken. De uitkomst kan weken of maanden op zich laten wachten, want er is veel rekencapaciteit nodig om de miljoenen cijfers na te gaan, zegt onderzoeker Geesje Rotgers. Door extra computercapaciteit in te huren, hoopt het fonds zo snel mogelijk nieuwe cijfers te presenteren.
Tijdens de presentatie in Den Haag werd al duidelijk dat de onderzoekers alle 161 gebieden met een beschermde Natura 2000-status hadden meegerekend. Het RIVM gaat enkel uit van 130 gebieden die gelden als ‘stikstofgevoelig’. Met name het wel of niet meetellen van grote wateroppervlakten zou kunnen leiden tot andere uitkomsten, stelde het instituut in een eerste reactie. Het Mesdagfonds betwist dat dit de oorzaak is en verwijst naar een lijst van natuurgebieden op de RIVM-site. Daarop zijn inderdaad ook gebieden met veel water, zoals de Waddenzee en de Oosterschelde, aangemerkt als stikstofgevoelig.
Te veel stikstof is onder meer problematisch voor de natuur, omdat bepaalde plantensoorten erdoor gaan woekeren en andere soorten verdringen. Hoge concentraties zijn ook slecht voor de luchtkwaliteit en de gezondheid.