Gelderse gedeputeerde: Meer jagers nodig voor edelhertenprobleem
Er is een probleem met het aantal edelherten, erkennen provincie Gelderland, Faunabeheereenheid Gelderland en Vereniging het Edelhert. Maar dat jagers gedwongen zijn om stropersmethoden toe te passen om genoeg edelherten af te schieten, vinden de organisaties een fabeltje.
Toch werd dat laatste dinsdag beweerd in het televisieprogramma Brandpunt. Jager Gert rijdt samen met de programmamakers over de Uddelermeerweg tussen het Gelderse Uddel en Staverden. Met een sterke zaklamp schijnt hij in de weilanden naast de weg. Het licht weerkaatst in de ogen van edelherten. „Je kunt er geen fatsoenlijk schot op lossen.”
Toch moeten de jagers volgens Gert „alles wat voor de loop komt, schieten” om zo het gewenste afschot te halen. Hij noemt dat stropersmethoden. Brandpunt stelt dat Gert een van de honderd jagers is die in opstand komen. Ze moeten „stropersmethoden” gebruiken om voldoende edelherten af te schieten.
Grote boosdoener is de provincie Gelderland, die de opdracht zou verstrekken om koste wat het kost zo veel mogelijk dieren af te schieten. „Grote onzin”, noemt de Gelderse gedeputeerde Van Dijk (Natuur) desgevraagd de bewering. „Wij zijn helemaal niet de instantie die bepaalt hoeveel edelherten er moeten worden afgeschoten. Dat is de Faunabeheereenheid Gelderland.”
De Gelderse Faunabeheereenheid (FBE) inventariseert hoeveel edelherten er per deelgebied in de provincie lopen en hoeveel dieren zo’n gebied ‘aankan’. Daarna bepaalt de FBE hoeveel dieren er moeten worden afgeschoten. De provincie zet daar vervolgens een handtekening onder en zorgt voor ontheffingen om de jacht op de beschermde diersoort te kunnen realiseren. De wildbeheereenheden (WBE’s) met daarin de jagers moeten het werk uitvoeren: dus voldoende edelherten afschieten.
Zowel Van Dijk als Erik Koffeman van de Faunabeheereenheid (FBE) vindt dat de jagers uit de uitzending van Brandpunt zich tot de FBE moeten wenden. Daarin zijn overheden, natuurorganisaties, agrariërs, particuliere grondbezitters én jagers vertegenwoordigd. „Nu is er een mooi sensatieverhaal dat een onvolledig en vertekend beeld gaf”, zegt Koffeman over de uitzending.
Toch vinden beide heren –samen met voorzitter Jozef Linthorst van Vereniging het Edelhert– dat er zeker wel een edelhertenprobleem is. „Vooral in de agrarische enclave Uddel- Elspeet”, zegt Van Dijk. „In en rond landgoed Staverden”, specificeert Linthorst nader.
Op de Noordwest-Veluwe, waar Uddel, Elspeet en Staverden onder vallen, liepen vorig jaar zomer bijna 700 edelherten rond, terwijl de gewenste stand 268 herten was. Weliswaar zijn er in het afgelopen seizoen 2016/2017 in het gebied 419 edelherten afgeschoten, maar in het voorjaar zijn er honderden kalveren geboren waardoor de stand niet echt hard wil zakken. Dit beeld is op de hele Veluwe terug te zien (zie graphic).
Koffeman zou al blij zijn als komend jachtseizoen 2017/2018 er net zo veel herten worden afgeschoten als er in het voorjaar bijkomen. „Laten we beginnen met meer vrouwelijke dieren af te schieten, want die krijgen elk voorjaar weer een kalf. Daarna moeten we stapje voor stapje het aantal edelherten weer naar normale proporties brengen. Ik ben er zeker van dat dat gaat lukken.”
Van Dijk denkt dat het ook zal helpen als het aantal jagers dat in een gebied actief is, toeneemt. „Nu verpacht een grondeigenaar het jachtrecht aan één of slechts enkele jagers. Het zou helpen als die hulp vragen van collega’s uit andere delen van het land, maar die beweging moeten veel jagers op de Veluwe nog maken.”
Linthorst van Vereniging het Edelhert vindt vooral dat de verschillende wildbeheereenheden (WBE’s) eens om de tafel moeten gaan zitten. „Het probleem ligt duidelijk bij de uitvoering van het beleid. Als de ene WBE veel jaagt, vertrekken de dieren naar een gebied waar de jachtdruk minder groot is en waar misschien ook wel veel voedsel is. Als beheereenheden samen beter kijken naar de oorzaak van het hertenoverschot, moet er toch een oplossing te vinden zijn?”