Waarom John Piper de Bijbel geweldig vindt
De Bijbel is soms best een moeilijk boek. Maar als de Heilige Geest je ogen opent, zie je volgens de Amerikaanse predikant John Piper iets geweldigs: de heerlijkheid van God. Een gesprek over het belang van Bijbellezen, bidden en stille tijd. En over de moeite die dat kost, en de vreugde die het oplevert.
Op een grijs industrieterrein in Minneapolis, niet ver van de rivier de Mississippi, bevindt zich het kantoor van Desiring God. Met deze organisatie vraagt Piper aandacht voor wat volgens hem het hoogste doel van de mens is: de verheerlijking van God door eeuwig van Hem te genieten.
Het lezen van de Bijbel is daarvoor onmisbaar, zegt Piper, terwijl hij naar een van de werkkamers loopt. Zijn boeken liggen in hoge stapels op de grond: ”Laat de volken zich verheugen”, ”Broeders, we zijn geen professionals” en ”Vijftig redenen waarom Jezus kwam om te sterven”.
De laatste tijd heeft Piper zich vooral verdiept in de Bijbel. Natuurlijk, lézen deed hij die al van jongs af aan. Grote delen kent hij inmiddels uit zijn hoofd. „Het ging me vooral om de vraag wat het doel van de Schrift is”, zegt hij even later. „En hoe kunnen christenen weten dat de Bijbel betrouwbaar is? Waarom besteden we tijd om die te lezen? En welke rol speelt het gebed daarin?”
Om al die vragen te beantwoorden, schreef de gereformeerde baptistenpredikant drie boeken: ”A Peculiar Glory”, ”Reading the Bible supernaturally” en het deze maand verschenen ”Expository Exultation”. Piper vat samen: „Het eerste deel van deze trilogie gaat over hoe je de Bijbel ziet, het tweede over hoe je hem leest, het derde over hoe je eruit preekt.”
Christenen die willen weten of de Bijbel betrouwbaar is, kunnen daar volgens hem alleen achter komen door deze goed te lezen. „Als je hart door de Heilige Geest wordt geopend, zie je in de Schrift een vreemd soort heerlijkheid. We lezen over een schat in aarden vaten, over Christus Die tegelijk vol majesteit en zachtmoedigheid is. In die heerlijkheid zien we dat de Bijbel echt en betrouwbaar is: dit Boek komt van God en niet van mensen. Dat kan niet anders.
Zó wil ik de Bijbel lezen. God zien in Zijn schoonheid en heerlijkheid. Dat is iets wat alleen God kan geven. Ik wil de Bijbel op bovennatuurlijke wijze lezen en niet na afloop zeggen: Oké, ik zag wat woorden en zinnen. Ik heb wat leerstellige kennis opgedaan, een beter begrip van de geschiedenis gekregen. Nee, ik wil dóór de woorden en zinnen Christus zien, zodat mijn leven wordt veranderd. Zodat ik godvruchtig word en Hem ga verheerlijken. Zoals in 2 Korinthe 3:18 staat: „En wij allen, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere aanschouwen als in een spiegel, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dat door de Geest van de Heere bewerkt wordt.”
Waarom is Bijbellezen vooral belangrijk?
„Om die vraag te beantwoorden, doe ik eerst een stap terug. Wat is het doel van alles? Mijn antwoord is: Gods doel voor het universum, voor de heilsgeschiedenis en de mensen, is dat een verlost volk, vergaderd uit elke taal, stam en natie, vol vuur Zijn heerlijkheid zal aanbidden. De Bijbel is absoluut essentieel in Gods plan om dat te bereiken. Hoe kunnen mensen worden bekeerd? Hoe gaan ze de heerlijkheid van God lief krijgen?
Hun karakters moeten gelijkvormig worden aan het beeld van God. Zodat hun leven zich zal kenmerken door een hartstochtelijk verlangen naar Hem. Het geloof is uit het gehoor, namelijk door het luisteren naar het Woord van God. Veel Bijbelteksten gaan hierover: „En u zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.” „Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.” „Deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods.” „Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt.”
Het is geweldig om daarover na te denken. God verkiest mensen van eeuwigheid, Hij heiligt hen, geeft volharding, en brengt hen uiteindelijk in de heerlijkheid bij Zichzelf. En dat door middel van een boek! Hij had alles op een andere manier kunnen doen: door mondelinge overlevering, door video’s. Maar dat deed Hij niet. Hij koos een boek, de Bijbel.”
Voor een 8-jarig kind is Bijbellezen een hele opgave. Wat kun je daaraan doen?
„Ik zou hem meenemen naar 2 Petrus 3:15-16. Zelfs deze apostel vond bepaalde passages moeilijk te begrijpen. Petrus schrijft dat sommige dingen van zijn geliefde broeder Paulus zwaar zijn om te verstaan. Dus ”join the club”, voeg je bij hen die het ook moeilijk vinden.
Moet je zeer ervaren zijn om het Woord van God te lezen? Nee, dat hoeft niet. Het is een boek waarin je eindeloos kunt groeien. Laten 8-jarigen lezen wat ze kunnen lezen. Zeg tegen hen: „Ik weet zeker dat er stukjes zijn die jij kunt begrijpen. En die je aan mij kunt uitleggen. Je kunt zelfs dingen zien die ik niet kan zien, een perspectief dat ik lang geleden verloren heb.”
God schreef een boek dat niemand volledig kan doorgronden, maar dat betekent niet dat we het dicht moeten laten. Ga naar Bijbelgedeelten die hij of zij interessant vindt. Als kind had ik een kinderbijbel waarin vijftien verhalen stonden, elk twee tot drie bladzijden lang. Over Simson, David, Elia en de Baälpriesters op de berg Karmel. Fascinerend, vond ik die.
De Bijbel is zó geschreven dat een 8-jarige die in essentie kan vatten. Maar ook zo dat hij uitdagend is voor de best opgeleide doctor.”
Welke plaats neemt het gebed in bij het lezen uit de Bijbel?
„Bidden is essentieel, om verschillende redenen. In Psalm 119:36 staat: „Neig mijn hart tot Uw getuigenissen.” Zonder Gods genade willen we de Bijbel niet eens lezen. Dus de eerste functie van gebed is vragen om de wil om Gods Woord ter hand te nemen.
En dan Psalm 119:18: „Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouw de wonderen van Uw wet.” Waarom zou je dat bidden? Omdat als je de Bijbel opent, je nog niets ziet. Er staan gewoon woorden in. Dus dan je roep je het uit tegen God: „Heere, open mijn ogen!”
Paulus bad ook op die manier. Hij vroeg om „verlichte ogen van het verstand” om de hoop van Gods roeping te zien en „de rijkdom van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen.”
We moeten God aanroepen om hulp. Daarom ben ik zo blij dat de Psalmen in de Bijbel staan, omdat die laten zien wat we met Gods Woord moeten doen. Vraag Hem of Hij je in de morgen wil verzadigen met Zijn goedertierenheid. Dat je je tevredenheid niet in de dingen van deze wereld zoekt, maar in Hem.
De Bijbel heeft dus een bovennatuurlijk doel. Het Woord schijnt in ons hart, zodat we nieuwe verlangens krijgen. En dat wonderlijke effect heeft niet plaats zonder gebed.”
Je kunt ook in de Bijbel lezen en niets bijzonders voelen of ervaren.
„De achttiende-eeuwse predikant Jonathan Edwards sprak over ”religious affections”, geestelijke gevoelens. Die zijn noodzakelijk. Soms zijn ze sterk, soms zwak, soms lijken ze verdwenen. De reden dat ik zeg dat ze nodig zijn, is het eerste gebod: „Gij zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart.” Dus niet alleen met heel je verstand, je ziel en je kracht, maar ook met heel je hart – de zetel van je gevoelens.
Het gaat dus om geestelijke emoties. En die zijn anders dan fysieke uitingen, zoals trillende handen of knikkende knieën. Prima dat die er zijn, maar veel belangrijker is dat God in mij wil werken door het lezen van Zijn Woord: geestelijk verdriet over mijn zonden, geestelijke hoop in de beloften van God, geestelijke dankbaarheid voor Zijn goedheid, geestelijke vrees voor Zijn bedreigingen, geestelijke vreugde in Zijn gemeenschap. Dat zijn dingen die de Bijbel van ons vraagt. Het zijn geen suggesties. „Verblijdt u in de Heere” is een opdracht, geen vrijblijvende keuze.
Geestelijke gevoelens zijn dus essentieel, en het Woord is de weg waarlangs de Heere ze opwekt. Dus, als mijn geestelijke gevoelens bijna weg zijn, is de Bijbel de plaats waar ik moet zijn. Kijk, als ik ’s morgens opsta, zit ik niet boordevol geestelijke gevoelens voor God. Ik ben leeg en moet naar het Woord gaan, een toorts in het vuur houden om hem te laten branden.
Dat is de manier waarop Hij werkt. Als onze geestelijke emoties onafhankelijk van het Woord zouden ontstaan, krijgen we misschien het idee dat ze uit onszelf komen. God werkt echter door de Bijbel. En daardoor zien we dat we werkelijk afhankelijk zijn van Hem.”
Hoe vult u zelf uw stille tijd in?
„Ik geloof in het belang van stille tijd, van Bijbeltijd, van ”devotions” – of hoe je het ook wilt noemen. Veel jonge evangelicalen vinden dat misschien ouderwets of wettisch klinken. Ze willen spontaniteit, ook in het Bijbellezen. „Als ik er iets voor voel, ga ik lezen. Anders niet.”
Ik vind dat belachelijk. Alsof je zegt: „Ik geef mijn vrouw alleen een kus als ik vol passie zit.” Nee, je kust je vrouw en brengt tijd met haar door omdat het goed is, omdat je van haar houdt. Je laat zien dat je haar waardeert.
Het gaat erom dat je tijd neemt om naar God te luisteren. In 1 Samuël 3:21 staat: „De Heere openbaarde Zich aan Samuël te Silo, door het woord des Heeren.” Die tekst betekent veel voor me. De Heere openbaarde Zichzélf. Dóór het Woord. Neem dus elke dag tijd voor gemeenschap met de Heere. Hij openbaart Zich door de Bijbel.
Misschien zeggen sommige mensen: „O, maar ik wandel de hele dag door met Hem. In de auto, op het werk.” Dat is goed, absoluut. Als je dat kunt, doe het. Maar toch mis je dan iets. Je hebt je nooit écht op God gericht.
Vergelijk het met iemand die zegt: „Ik denk de hele dag aan mijn kinderen, maar ik speel niet met hen.” Of: „Ik houd van mijn vrouw, maar we gaan nooit uit eten of doen iets samen.” Dan is er iets mis. Zo werkt het ook met God. Voor mijn ziel en de verandering van mijn leven is een op God gerichte tijd noodzakelijk. Daarom sta ik elke morgen vroeg op en lees de Bijbel.”
Piper pakt zijn iPad erbij, klikt een blauw icoontje aan. „Ik gebruik het programma Logos Bible. Aan de hand van een leesplan lees je in één jaar de hele Bijbel door. Vanmorgen was onder meer 1 Petrus aan de beurt, en vervolgens een hoofdstuk uit Jeremia. Het lezen van die gedeelten kost ongeveer een uur.
Mijn gebeden vermengen zich met de gelezen Bijbelwoorden. Ik bid voor mijn kinderen. Ik heb er vijf, maar ze wandelen niet allemaal met Jezus. Soms vast ik en sla een maaltijd over, om daarmee als het ware tegen de Heere te zeggen dat mijn honger uitgaat naar Hem.
Ik onderstreep Bijbelteksten, bewaar passages in digitale mapjes. Drie keer per dag tweet ik een Bijbeltekst, soms met een korte toelichting. Die komen voort uit mijn stille tijd in de ochtend.
De „goudklompjes” uit het Bijbelgedeelte probeer ik de dag mee in te nemen. Vanmorgen las ik Johannes 6. De discipelen varen ’s nachts in hun boot, de golven zijn hoog. En dan komt Jezus over het water aanwandelen. Ze denken dat Hij een spook is. En Hij zegt: „Ik ben het; wees niet bevreesd.”
Zo’n tekst blijft in mijn hart resoneren. Misschien heb je het moeilijk in je leven, en je bent maar aan het roeien. En dan zegt Hij: „Wees niet bang.” En dan is de volgende zin: „Zij hebben Hem gewilliglijk in het schip genomen.” De discipelen waren blij, intens gelukkig, om Hem in hun boot te laten.
Ik wil Jezus in mijn boot. Elke dag. En als mijn boot de laatste overtocht maakt, door de doodsjordaan naar de hemel, dan zal ik deze woorden uitspreken: „Ik ben blij Jezus in mijn schip genomen te hebben.””
John Piper
John Piper werd geboren op 11 januari 1946 in Chattanooga, in de Amerikaanse staat Tennessee. Zijn vader was een rondreizende predikant. Piper studeerde literatuur, filosofie en theologie. Zijn proefschrift gaat over Christus’ opdracht om vijanden lief te hebben. De werken van de achttiende-eeuwse predikant Jonathan Edwards beïnvloedden hem sterk.
Piper was van 1980 tot 2013 predikant van Bethlehem Baptist Church in Minneapolis. Met zijn organisatie Desiring God wil hij „passie” voor de soevereiniteit van God en de vreugde in Christus verspreiden. Op de website desiringgod.org staan honderden preken en artikelen van hem.
Piper schreef tientallen boeken, waarvan ”Desiring God” (”Verlangen naar God”) het bekendst is. Een groot aantal boeken is inmiddels in het Nederlands vertaald, zoals ”Toekomstige genade” (uitg. Buijten en Schipperheijn), ”Honger naar God” (uitg. Gideon), ”Vechten voor vreugde” (uitg. Het Zoeklicht), ”Waarom moest Jezus sterven?” (uitg. De Banier) en ”Spectaculaire zonden” (uitg. Van Wijnen). John Piper is getrouwd met Noël Henry. Ze kregen vier zoons en adopteerden een dochter.
Zie ook:
De gelijkenis van de esdoorn, Reformatorisch Dagblad (09-11-2017)
John Piper, theoloog van de vreugde (15-10-2009)