PKN wil zielzorg aan student en zeeman duurzaam invullen
Het studenten- en koopvaardijpastoraat van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) moet duurzaam worden ingevuld. Dat concludeert drs. Cees Hendriks in een notitie die volgende week wordt aangeboden aan de generale synode.
De zielzorg voor studenten en zeevarenden valt onder het categoriaal pastoraat, dat grotendeels bekostigd wordt uit de solidariteitskas. Het geld in die kas is afkomstig van lokale gemeenten, die 5 euro per belijdend lid boven de 18 jaar afdragen. Door de kerkelijke krimp komt er echter minder geld binnen.
Hendriks schreef de notitie over de koers van het studenten- en koopvaardijpastoraat in opdracht van de dienstenorganisatie van de PKN. Hij stelt voor om zowel het studenten- als het koopvaardijpastoraat in de periode richting 2025 „duurzaam” te benaderen. Het pastoraat aan studenten, dat vooral gericht is op studenten die minder of niet kerkelijk betrokken zijn en op buitenlandse studenten, vraagt om een „flexibele organisatie.” Daarbij moet de inzet niet langer aanbod-, maar vraaggestuurd zijn en moeten nationaal en internationaal studentenpastoraat worden geïntegreerd.
Het koopvaardijpastoraat, de zielzorg die wordt aangeboden aan internationale en Nederlandse zeevarenden, heeft volgens Hendriks alternatieve financieringsbronnen nodig. Concreet zou dat vorm kunnen krijgen door dit categoriaal pastoraat meer publiciteit te geven of door concrete inzamelingsacties –een soort landelijke zeemanscollecten– op te starten.
Momenteel telt de PKN zeventien studentenpastores, die vrijwel allemaal in deeltijd werkzaam zijn. Namens de Protestantse Kerk zijn verder twee fulltimekoopvaardijpastores werkzaam. Zij onderhouden contact met Nederlandse en buitenlandse zeevarenden, bijvoorbeeld via internet, in zeemanshuizen of aan boord van het schip.