In Alblasserdam werd kleine kudde grote gemeente
De kerk van de gereformeerde gemeente in Alblasserdam zit ’s zondags vol. En verder uitbouwen kan niet. „Toen we met zo’n veertig mensen begonnen, hebben we niet kunnen denken dat de gemeente zo zou groeien.”
Dat kleine begin was er op 6 januari 1972, toen ds. J. W. Verweij de eerste dienst leidde. Voor J. van der Wal, een van die veertig kerkgangers, was het geen nieuwe ervaring: „In Krimpen aan den IJssel had ik de diensten ook vanaf het begin meegemaakt. Ook dat was een gereformeerde gemeente die klein begon en hard groeide, vooral met import, met name uit Rotterdam.”
Op 2 mei is het 40 jaar geleden dat ds. Verweij de Alblasserdamse gemeente institueerde. Acht jaar later nam hij de huidige kerk in gebruik. Ouderling Van der Wal is er inmiddels 29 jaar ambtsdrager.
De kerk telde toen 460 zitplaatsen. In 2006 werd het gebouw naar alle kanten vergroot. Toen waren er ruim 900 plaatsen. Ook het orgel werd fors uitgebreid.
Er waren alvast maar drie galerijen gebouwd, maar twee ervan waren nog niet nodig. Op één ervan wijst diaken-scriba T. Sterk waar je de kansel nog net kunt zien en waar niet meer. „De grens ervan was met bordjes op de banken aangegeven.” Nu zijn de bordjes weg en de banken volledig in gebruik. Wie de kansel niet ziet, kan sinds kort via een scherm meekijken.
Achterin de kerk is in 2010 een schuifwand aangebracht. Die is inmiddels elke zondag open, zodat er –inclusief extra stoelen in de gangpaden– 1200 zitplaatsen zijn. „De ruimte erachter verdelen we doordeweeks in drie catechisatielokalen”, zeggen de ambtsdragers. Ernaast is de kinderoppas. „We overwegen er stoelen neer te zetten, als laatste uitbreiding. Daar kunnen zo’n 100 mensen de dienst volgen. De oppas moet dan uitwijken naar een ander gebouw.”
Verder uitbreiden kan niet; het perceel –inclusief pastorie– is tot de rand toe vol. Momenteel beraadt een synodecommissie zich op gemeentevorming in de omgeving.
Van de bijna 1600 leden wonen er 230 in Nieuw-Lekkerland, kleinere aantallen in Papendrecht, Oud-Alblas, Streefkerk en Groot-Ammers.
Zwervers
Het verschil met de begintijd is groot. Toen kwam een kleine groep bijeen in een houten baptistenkerkje, en daarna jarenlang in de Elthetokerk van de vrijzinnig hervormden. „We waren zwervers”, zegt Van der Wal. „Velen bewaren echter goede herinneringen aan die periode. Er was grote betrokkenheid. Tijdens weekdiensten kwamen er ook veel hoorders uit andere kerkverbanden. Predikanten spraken vaak met opening; er was afname. Ook nu blijft het besef dat groei in de diepte het belangrijkst is. We mogen geloven dat de prediking niet ongezegend is gebleven.”
Bedrijfswoningen
Oorspronkelijke Alblasserdammers telt de gemeente niet veel. Er kwamen vooral veel jonge gezinnen van elders, want het dorp heeft een groot aantal starterswoningen: in de vroegere personeelswijken van de scheepsbouwers en de staalindustrie. „Veel van die gezinnen wilden hier blijven.”
De gemeente telt negen ouderlingen en zeven diakenen, en sinds vorig jaar is ds. C. Sonnevelt haar derde predikant. Er is een bloeiend verenigingsleven. Het kerkgebouw bevat een bibliotheek. En een Beerenwinkel: kledingverkoop voor de zending.
Houtsnijwerk op de kansel toont een neerdalende duif, als symbool van de Heilige Geest. Op een zwarte steen naast de preekstoel staan de woorden uit Lukas 12:32 waarmee de gemeente –toen met 270 leden– vier decennia geleden werd geïnstitueerd: „Vrees niet, gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven.”
Tweetal boeken bij een mijlpaal
Tijdens de kerkbouw in 1986 publiceerde de gemeente ”Waar wij samenkomen”, twee fotoboekjes met alle kerkgebouwen in de Gereformeerde Gemeenten.
Bij het veertigjarig bestaan komen er weer twee boeken uit. Twaalf preken –van ds. J. W. Verweij, ds. C. de Jongste, ds. B. van der Heiden en ds. C. Sonnevelt– zijn gebundeld onder de titel ”Vrees niet, gij klein kuddeken”, het eerste deel van de institueringstekst uit 1979. De afscheidspreek van ds. Van der Heiden en de bevestigings- en intredediensten van ds. Sonnevelt krijgen een plaats in het boekje ”Ik heb nog andere schapen”. Die titel is ontleend aan de tekst die beide predikanten veel te zeggen had toen Alblasserdam hen beriep.