Freek de Jonge zet de toon tijdens Nacht van de Theologie
„Wat de toekomst brenge moge, ik vertrouw op de verzorgingsstaat. Bidden doe ik voor vakantie, dat die geheel verzorgd zal zijn.” Met een persiflage op het bekende lied ”Wat de toekomst brengen moge” lukt het cabaretier Freek de Jonge de aanwezigen tijdens de Nacht van de Theologie, zaterdagavond, uit volle borst mee te laten zingen. Het tekent de sfeer van de bijeenkomst in Hilversum.
De Jonge werd ingehuurd om de zevende editie van de theologennacht, dit keer gewijd aan 500 jaar Reformatie, luister bij te zetten, beter gezegd: op te vrolijken. En aan het eind van het leven, „krijg ik bij wijze van genade, mijn voltooidlevenseindepil.”
De cabaretier mag 500 jaar Reformatie in zeven minuten samenvatten. Hij toont op het beeldscherm een schema uit een oud kerkhistorisch boekje dat de talloze splitsingen in de kerkgeschiedenis in kaart brengt. „Dit is het schema van de schismata”, grapt hij.
Inhoudelijk heeft De Jonge weinig over het geloof te zeggen. „U bent allemaal christen”, zegt hij, „en dus wordt u voortdurend geconfronteerd met ingewikkelde vragen, zoals of God dood is. Ja, God is dood, maar Hij is ook levend.” Wat de toekomst van de kerk betreft, is hij „heel benieuwd hoe men het genderprobleem van God zal oplossen.” Want, zo weet hij, „Heer, dat kan niet meer.” Vervolgens steekt hij een heel betoog af over hoe hij als jochie een Bijbels lekenspel in de kerk meebeleefde bij zijn vader als predikant. De figuur van Petrus ziet er echter niet helemaal vlekkeloos uit in zijn kleding en Freeks vader probeert dat zo subtiel mogelijk duidelijk te maken, tevergeefs. De zaal ligt krom van het lachen.
Crucifix
Dan is het tijd voor een serieus verhaal. Prof. dr. Herman Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis in Apeldoorn, vertelt dat het in de Reformatie niet primair om Luther gaat, maar om de gekruisigde Christus. „Daar komen mens en God bij elkaar en dat geeft rust, in leven en sterven.”
Hij vertelt over een roomse schoolvriend uit zijn jeugd. Deze groeide op in een overtuigd rooms gezin waar een grote crucifix van een halve meter lengte stond. De wegen van de twee schoolvrienden gingen later uit elkaar, totdat de vriend belde dat hij ernstig ziek was en nog zes weken te leven had. Hij had een probleem, Selderhuis was predikant, dus die had het antwoord. „Ik verwees hem uiteindelijk naar de crucifix. Zo gemakkelijk gaat het niet, zei hij.”
Toch is hij „in vrede” gestorven. Zijn ouders gaven Selderhuis de crucifix cadeau, die hij sindsdien in zijn studeerkamer heeft hangen. „Maar het merkwaardige is: er is geen sterveling die ernaar durft te vragen. Dat hoeft ook niet, je hoeft het alleen maar te zien, dat is genoeg.”
Flirten met Rome
Voorafgaand aan de Nacht van de Theologie, georganiseerd door onder andere Trouw en het Nederlands Dagblad, is er een symposium ”Van religiestress tot hete hangijzers. Godsdienstgesprekken in de 21e eeuw”. Onder leiding van gespreksleider Jacobine Geel gaan theologen met elkaar in debat over prikkelende stellingen rondom hete hangijzers in de hedendaagse theologie.
Dr. Almatine Leene, docent aan VIAA in Zwolle en predikante in Stellenbosch, constateert met blijdschap de toenemende toenadering tussen protestanten en rooms-katholieken. De interesse over en weer in elkaar noemt zij in een recente publicatie „flirten.” Die term viel niet goed bij prof. Bram van de Beek. Hij noemde dat een „gruwelijke uitdrukking.” Leene: „Flirten heeft volgens hem iets vrijblijvends en nonchalant. Van de Beek ziet de relatie met Rome als die van terugkeer naar de moeder en met haar kun je niet flirten, en hij vindt ook niet dat je dat met je ex kunt doen.” Volgens Leene gooit Van de Beek hiermee zijn eigen glazen in. Zij kent weinig hedendaagse huwelijken die niet begonnen zijn met een flirt. „Flirten wakkert buitengewone interesse aan en is de eerste vonk die de liefde aansteekt.” Maar voordat de huwelijksklokken luiden is er nog behoorlijk wat werk te doen, aldus Leene. „De liefde moet nog verder groeien, ook het leren kennen van elkaar en het zoeken naar wat we gemeen hebben. En verder zullen we nog een paar pittige gesprekken moeten voeren. Er moet nog veel gedroomd en geflirt worden voordat het tot een echt huwelijk komt.”
De scheidende Theoloog des Vaderlands dr. Janneke Stegeman berijdt haar bekende stokpaardje door te poneren dat de westerse theologie medeplichtig is geweest aan het bevorderen van racistisch, eurocentrisch en koloniaal denken. Zij bepleit een herwaardering van het lichamelijke. „Ik heb een lichaam en dat is niet neutraal”, zo begint ze de presentatie van haar essay ”Alles moet anders! Bevrijdingstheologie voor witte Nederlanders”. Ze wordt daarbij kritisch bevraagd door EO-presentator Tijs van den Brink, die eigenlijk vindt dat de witte man wel erg de zwartepiet krijgt toegeschoven.
De Vlaamse schrijver David Dessin geeft een reactie op de keuze voor zijn boek ”God is een vluchteling” tot het beste theologische boek van het jaar. Het boek vertelt hoe talloze christenen uit Afrika en Azië naar Europa zijn getrokken. „Ze hebben het christendom meegenomen en gezorgd voor een níéúw hoofdstuk in de geschiedenis van de kerk van Europa.” En zo eindigt de Nacht van de Theologie toch nog positief.
Claartje Kruijff Theoloog des Vaderlands
Claartje Kruijff is de nieuwe Theoloog des Vaderlands. Zij volgt Janneke Stegeman op, die het afgelopen jaar deze titel droeg. De andere genomineerde theologen waren Almatine Leene en Rikko Voorberg. De prijs van 10.000 euro die Claartje Kruijff bij deze titel ontving, gaat zij besteden aan het oprichten van een schrijverscollectief dat zich gaat bezighouden met de actualisering van het Onze Vader. Naast de prijs voor de Theoloog van het Jaar werd ook de prijs voor het beste theologische boek uitgereikt: ”God is een vluchteling” van de Vlaming David Dessin, volgens de jury een uiterst actueel en relevant boek.