Dr. A. N. Hendriks: Verlaat de GKV niet te vlug
Dr. A. N. Hendriks stond jarenlang mede aan het roer van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV). De 85-jarige predikant maakt zich tegenwoordig „ernstige zorgen” over de koers van de kerk. Maar verlaten doet hij haar niet.
„Een zieke kerk is nog geen valse kerk”, zegt dr. Hendriks in de woonkamer van zijn huis in Amersfoort. „Zolang het Woord en de sacramenten recht worden bediend, blijven de GKV kerk van Christus.”
Bij de Stichting Woord en Wereld verscheen vorige maand een bundel verzamelde artikelen van dr. Hendriks, onder de titel ”Verlicht door de Geest”. Daarin wordt onder meer teruggeblikt op zijn leven.
Als voorzitter van de generale synode van Spakenburg-Noord bracht u in 1987 de gesprekken met de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) op gang.
„Het kerkelijk leven in de GKV was toen erg gesloten. De synode hield zich voornamelijk bezig met binnenkerkelijke zaken. De gesprekken met de CGK waren decennialang schriftelijk gevoerd en ze verliepen nog slecht ook. Ik heb een rapport moeten maken om het gesprek met de CGK weer op gang te brengen, en dat is toen aanvaard. Het overleg, onder andere met ds. J. H. Velema, ging vooral over de toe-eigening van het heil. Ik heb veel van de christelijke gereformeerden geleerd, vooral wat betreft de aandacht voor bevinding. Maar als je vroeg: „Wat hebben jullie nu van ons geleerd?”, dan bleef het stil.”
De CGK vragen zich nu af op welke manier ze de contacten met de GKV moeten voortzetten.
„Ik betreur het zeer dat onze synode in 2017 het besluit nam om vrouwen tot de ambten toe te laten. Dat was ook voor de oecumene een slechte zaak. Ik begrijp heel goed dat christelijke gereformeerden daar grote moeite mee hebben. Tegelijkertijd ligt de kwestie van de vrouw in het ambt ook binnen de CGK heel gecompliceerd. Ik volg de lijn van prof. dr. H. J. Selderhuis en prof. dr. A. Baars, die stellen dat gemeenten die synodebesluiten naast zich neerleggen, zich daarmee in feite buiten het kerkverband plaatsen.
In het openstellen van ambten voor vrouwen zie ik de invloed van de nieuwe hermeneutiek. Dat is de wortel van al het kwaad in dit alles. We denken het beter te weten dan Paulus als we in het lezen van de Schrift de context van nu te zwaar laten meewegen.”
U schreef in de jaren tachtig een boek waarin u zich keerde tegen kinderen aan het heilig avondmaal. Er zijn vrijgemaakte kerken die de tafel voor hen hebben opengesteld.
„Ik sluit mij aan bij prof. dr. W. van ’t Spijker: dan heb je een andere kerk. Denk bijvoorbeeld aan de tuchtoefening.
Hoe de gemeente de dood van Christus herdenkt en viert, laat het klassieke avondmaalsformulier zien. Doopleden hebben eerst onderwijs nodig. Het gaat niet om de vraag of kinderen wel of niet kunnen geloven, maar om wat de gemeente gelooft. Dat moeten zij leren beamen. Die lat moeten we niet lager leggen. Onze vaderen zeiden terecht: als je avondmaal viert, begeef je je tot de gemeente.”
U maakt zich zorgen over uw kerkverband.
„Ik vind de invloed van het independentisme en congregationalisme heel zorgelijk: kerkenraden gaan steeds vaker hun eigen gang, waardoor het landelijke verband steeds verder van hen af komt te staan. Het kerkverband heeft echter te maken met de gemeenschap der heiligen: je houdt elkaar bij het Woord.”
Verschillende predikanten, onder wie uw generatiegenoot prof. dr. J. Douma, verlieten de GKV. U blijft?
„Zolang het Woord en de sacramenten recht worden bediend, stelde Calvijn, is er sprake van een kerk van Christus. Een dwalende of zieke kerk is nog geen valse kerk. Wat een valse kerk is, zegt artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. In de Afscheiding van 1834 en de Vrijmaking van 1944 verlieten mensen pas de kerk toen ze er niet meer welkom waren. Voor trouwe dienaren was geen plaats.
Dat eindoordeel spreken bezwaarden in de GKV mijns inziens soms te vlug uit. Ik denk aan de gemeenten in Klein-Azië, waarover Openbaring 2 spreekt. Ondanks veel lek en gebrek, waren het Christus’ gemeenten.”
Waar ligt voor u de grens?
„Ik ben heel terughoudend in het bepalen van grenzen. Niet alle dingen waarover ik me zorgen maak, raken het hart van het evangelie. Na de generale synode van de GKV in 2020 zullen verontruste kerkleden opnieuw een bijeenkomst beleggen om te bespreken wat er moet gebeuren. Ik ben 85 jaar en laat me graag door anderen leiden. Ik neem niet meer het voortouw.”
Lijdt u aan de kerk?
„Lijden vind ik een zwaar woord, maar ik heb wel verdriet over de kerk. Net als in de jaren zestig, toen de Nederlands Gereformeerde Kerken ontstonden, draait het nu om het gereformeerde karakter van de kerk.
Of ik hoop heb? Naar de oude mens niet, maar ik geloof in de hulp en de kracht van de Heilige Geest. Je moet altijd perspectief blijven houden. Ik vergeet nooit het woord van Luther: „Als je Vaders Zoon aan boord hebt, steekt er altijd een storm op.” Maar dan ben je wel veilig.”
Levensloop dr. A. N. Hendriks
Aryjan Nicolaas Hendriks wordt geboren op 7 januari 1934 in Rotterdam-Hillegersberg. Na zijn studie aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen dient hij de gemeenten van Goes (1960), Ommen (1964), Delft (1967) en Amersfoort-Centrum (1972). Ds. Hendriks gaat in 1999 met emeritaat.
De predikant promoveert in 1977 op een onderzoek naar kerk en ambt in de theologie van A. A. van Ruler. Als universitair docent (in deeltijd) verzorgt hij van 1987 tot 1994 colleges poimeniek (pastorale theologie) in Kampen. Dr. Hendriks schrijft een groot aantal boeken en tientallen artikelen, onder meer in de bladen De Reformatie en Nader Bekeken. Bijzondere aandacht krijgen het werk van de Heilige Geest en de ambten in de kerk.
Dr. Hendriks is preses van de generale synode van Spakenburg-Noord (1987). Ook maakt hij deel uit van diverse synodale deputaatschappen, onder meer voor het gesprek met de Christelijke Gereformeerde Kerken.