Een versimpelde hermeneutiek leidt geregeld tot vereenzelviging van Gods Woord en mensenwoord. Hermeneutische bezinning laat ontdekken dat onze subjectiviteit in de Bijbeluitleg altijd meespeelt. Ieder van ons leest de Bijbel met een bepaalde bril op.
Auteurs van Bijbels Beraad M/V hebben een lange lijst van klachten tegen de ”Wetenschapsbijbel” ingebracht (RD 17-11). Ze brengen die klachten terug tot vijf punten: „een nieuwe manier van Bijbellezen, de evolutietheorie, vrouwen in het ambt, homoseksuele relaties, genderideologie.” Ik zou het geding (want dat is het) willen reduceren tot het eerstgenoemde punt: hoe lezen we de Bijbel? Dat raakt de hermeneutiek en dus alles.
Hermeneutiek is geen populair woord bij hen die zichzelf als Bijbelgetrouw zien, maar het moet toch vallen. Hermeneutiek is niet hetzelfde als exegese. Wat kort door de bocht: bij exegese zoeken we naar de betekenis die een oude tekst toen had, bij hermeneutiek kijken we naar de betekenis van die tekst voor nu. Wat kan een Bijbelboek, geschreven in een agrarische, patriarchale setting, voor ons in een geïndustrialiseerde, geëmancipeerde wereld te zeggen hebben?
Willekeurig
Het schijnt me toe dat de scribenten een wat versimpelde hermeneutiek hanteren: Het staat er. Punt uit. Het scheppingsverhaal, de verhouding man-vrouw, homoseksualiteit enzovoort. De bewijsplaatsen zijn voorhanden. Gods Woord is duidelijk. Ook duidelijk is dan dat de ”Wetenschapsbijbel” tegen Gods Woord ingaat. Gods Woord sluit immers naadloos aan bij het standpunt van Bijbels Beraad M/V.
Mijn bezwaar is, en dat deel ik met de redactie en de medewerkers van de ”Wetenschapsbijbel”, dat Bijbels Beraad M/V een volstrekt willekeurige en selectieve manier van Bijbelgebruik hanteert. Let men er in reformatorische kring wel op geen kleding te dragen die is vervaardigd uit tweeërlei weefsel, wol en linnen (Deuteronomium 22:11)? Ik heb er nooit over horen preken, anders dan bij de tekst vijf verzen ervoor, over vrouwen die mannenkleren dragen.
En houdt men zich in Bijbelgetrouwe kerken aan de regel dat een gemeentelid alleen tot ouderling mag worden gekozen als hij gelovige kinderen heeft? Lees Titus 1:6. Nee, nu geen gepraat dat dit in een patriarchale en minder geïndividualiseerde cultuur anders ligt dan bij ons. We moeten onze Bijbeluitleg niet door de cultuur laten bepalen, begrijp ik van Bijbels Beraad M/V.
Zonder een goede hermeneutiek, en dus zonder besef van de problematiek die hier speelt, worden zulke keuzes willekeurig en bepaalt de mens wat wel en wat niet voor ons geldt, precies wat men de ander verwijt. Alles nog steeds met de pretentie: „Gods Woord zegt…”
Slavernij
Ik kies een serieuzer item: slavernij. Die is nog niet zo heel lang geleden verdedigd met Bijbelse argumenten. Want het staat er duidelijk: „Slaven moeten in alles het gezag van hun meester erkennen en het hem naar de zin maken. Ze mogen hem niet tegenspreken” (Titus 2:9). Tal van andere Schriftplaatsen zijn te noemen. Conclusie: Slavernij is Bijbels. Gods Woord zegt het. Natuurlijk, heren moeten goed voor hun slaven zorgen, ze mogen hen niet mishandelen. Paulus zou het mooi vinden als Filemon Onesimus zou vrijlaten. Allemaal waar, maar het instituut als zodanig ligt in het Oude en Nieuwe Testament niet onder kritiek.
En dat gebeurde in de afgelopen drie eeuwen wel. Theologen en andere christenen waagden het te zeggen: „Slavernij is mensonwaardig en godgeklaagd. Het instituut als zodanig is fout. Het kan niet dat de ene mens bezit is van de andere.” Dat gaat duidelijk verder dan wat profeten en apostelen zagen en zeiden. Dat is hun niet kwalijk te nemen. Wij hebben allemaal onze beperkte horizon van kennis en inzicht. Ook Bijbelschrijvers.
Dus: zonder zich te kunnen beroepen op een aantal Bijbelteksten en zelfs tegen een aantal Bijbelteksten in hebben gelovige mensen gezegd: heren, laat je slaven vrij; slaven, accepteer je slavernij niet. Hoe durfden ze dat? Omdat ze wisten dat het geheel van de Bijbelse boodschap meer is dan de som van de losse Bijbelteksten. De boodschap van een bevrijdende God voor wie ieder mens gelijk is, mag verder gaan dan de enkele Bijbeltekst. Ik geloof dat Gods Geest mensen zo een weg wijst.
Dat is hermeneutiek in de praktijk. Deze weg wordt in de ”Wetenschapsbijbel” gegaan bij de vragen rond bijvoorbeeld vrouwenemancipatie en homoseksualiteit. Zoekend naar wat God nú van ons vraagt.
Gods Woord en mensenwoord
Een versimpelde hermeneutiek is gevaarlijk. Die leidt regelmatig tot kortsluiting, omdat een goede transformator ontbreekt. Die leidt geregeld tot vereenzelviging van Gods Woord en mensenwoord. Hermeneutische bezinning laat ontdekken dat onze subjectiviteit in de Bijbeluitleg altijd meespeelt. Ieder van ons leest de Bijbel met een bepaalde bril op. Anders zijn de theologische verschillen, bijvoorbeeld tussen Luther en Calvijn, beiden groten in het Koninkrijk der hemelen, niet te verklaren. Het huidige gesprek zou al verder komen als de broeders van Bijbels Beraad M/V dat zouden erkennen. Nu lijkt de discussie te gaan tussen de godgeleerden van Bijbels Beraad M/V die Gods Woord aanhouden en de theologen van de ”Wetenschapsbijbel” die een mensenwoord verkondigen.
Orthodox-gereformeerden kunnen in dit opzicht wat leren van hun verleden. Hoe vaak gebeurde het al niet dat met een beroep op Gods Woord standpunten werden verdedigd die men later moest herzien? Abraham Kuyper, voorman van de door Bijbels Beraad M/V gerespecteerde ”neogereformeerden”, wist ook precies wat God wilde. Idenburg, zijn vriend en geestverwant, moest toch in een brief aan zijn vrouw constateren dat het Kuypers probleem was dat hij niet goed onderscheid kon maken tussen Gods Woord en zijn eigen woord.
Dit onderscheid zou het gesprek verder helpen. En het lijkt me dat ook de vrouwen daarin mogen meespreken. Een van de bezwaren van Bijbels Beraad M/V tegen de bijdrage over de vrouw in het ambt is dat een vrouw die schreef. Dat vind ik wel komisch. Dit bezwaar geldt blijkbaar niet als mannen schrijven over de man in het ambt. Want mannen kennen Gods Woord, sommigen van hen althans.
Op losse schroeven?
En dan nog een vraag die ik voel aankomen: Komt alles zo niet op losse schroeven te staan? Wat is er nog zeker als we niet kunnen zeggen: „Zo spreekt de Heere!”?
Misschien zijn er minder dingen zeker dan Bijbels Beraad M/V denkt. We zien nog in een „wazige spiegel”, zegt Paulus in 1 Korinthe 13. Dat kan ons verontrusten, maar wat mij helpt is het vervolg: „straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben.” Dat God mij kent, geeft mij meer vastheid dan dat ik God ken. Mijn kennen is voorlopig ten dele.
Moet de kerk dan niet roepen, tegen de stroom in, tegen de machten van de wereld en de goden dezer eeuw in: „Dit zegt God, de Heere!”? Ja, er zijn momenten dat dat moet. Maar naarmate de kerk deze momenten zorgvuldiger en terughoudender uitkiest en minder vaak op haar schreden hoeft terug te keren, kan ze met meer gezag spreken.
Nog een opmerking die ik niet laten kan: de door mij voorgestane hermeneutiek houdt veel meer rekening met de beperktheid en zondigheid van de mens, ook van de geestelijke mens, dan de biblicistische benadering. Dat lijkt me wel te passen in een reformatorische theologie.
De auteur is Bijbelwetenschapper en heeft meegewerkt aan de ”Wetenschapsbijbel”.