Dagelijks uit je doop kruipen houdt herinnering aan doopmoment levend
Het behoort wezenlijk tot het verbond dat het beantwoord wil worden. Het verbond dat eenzijdig van inzet is, wil tweezijdig worden, in geloof en bekering. Dan zijn we bij het ”uit je doop kruipen” van Luther.
Er bestaat een afbeelding uit de tijd van de Reformatie waarop te zien is dat er een kind wordt gedoopt. Het kind wordt ondergedompeld in het water. Daarna wordt het omhooggeheven en krijgt het een wit doopkleed aan. Je werd dus als kind uit de doop (het doopwater) geheven. De kop boven dit artikel doelt daarop: uit je doop kruipen. Een uitdrukking van Luther in het verlengde van het voorbeeld. Uit je doop geheven worden is een eenmalig gebeuren. Je bent passief. Uit je doop kruipen is een dagelijks gebeuren. Je bent actief. Het houdt in: je elke dag in herinnering brengen dat je als kind gedoopt bent.
Tweezijdig
Ons klassiek-gereformeerde doopformulier is een hoogstaand voorbeeld van de twee-eenheid van doop en verbond. God handelt. De dopeling is passief en wordt gedoopt. Wie ”verbond” van God zegt, zegt ”belofte” van God, de drie-enige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Ik beschouw het klassiek-gereformeerd doopformulier als het neusje van de zalm van het gereformeerde belijden.
Het behoort ook wezenlijk tot het verbond dat het beantwoord wil worden. Het verbond dat eenzijdig van inzet is, wil tweezijdig worden, in geloof en bekering. Dan zijn we bij het ”uit je doop kruipen” van Luther.
Hoezeer het leven van de gemeente van Christus in de gereformeerde traditie met de kinderdoop is vervlochten, zien we aan wat de beproefde route wordt genoemd: doop-opvoeding-catechese-belijdenis van het geloof-toelating tot de avondmaalviering en levenslange vervolgcatechese. Daarin voltrekt zich, als het goed is, het leren beantwoorden van het verbond.
Waardering doop
Het kan zijn dat men de rijke betekenis van de doop niet verstaat. Het zegt dan weinig of niets dat men gedoopt is. Dat kan met het verleden te maken hebben. In de traditie van de volkskerk was het gewoonte dat ieder kind gedoopt werd. De naam van de dopeling werd in het doopboek geschreven. Maar van het ”uit je doop kruipen” kwam niet veel terecht. Als ik het goed zie, is er de laatste decennia een wending ten goede waar te nemen als het gaat om de waardering van de doop. Meer en meer wordt benadrukt dat het bij de doop maar niet om een eenmalige gebeurtenis in ons leven mag gaan, maar dat het erom gaat dat wij als gedoopt mens leven. De vrijblijvendheid voorbij.
Waar de doop echt serieus genomen wordt, moet er een appel gedaan worden op de beantwoording van het verbond in geloof en bekering. Ons doopformulier zegt het zo: „Omdat elk verbond twee kanten in zich heeft, worden wij door God door middel van de doop opgeroepen en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid. Dit betekent dat wij innig verbonden zijn met deze enige God - Vader, Zoon en Heilige Geest, Hem vertrouwen en liefhebben met heel ons hart, met heel onze ziel, in heel ons denken en met al onze krachten.”
Doopcatechese
Ik noem nu enkele middelen die kunnen helpen om te leren leven als gedoopt mens. Naar mijn mening dient de gemeente gemeentebreed doopcatechese te ontvangen. Daarin speelt de kerkenraad een centrale rol. Allereerst moet gedacht worden aan de prediking, in het bijzonder de catechismusprediking. Vanuit de prediking kan dan een link gelegd worden met jongerencatechese en jeugdwerk. Juist omdat catechese het beproefde middel is om gedoopte jongeren te helpen om te komen tot de beantwoording van de doop in het afleggen van de openbare belijdenis van het geloof. Verder hoor ik van gesprekskringen waarin men de kernen van het doopformulier bespreekt. Ik weet van een gemeente waarin zo’n gesprekskring wordt afgerond met een gemeenteavond, waarop drie gemeenteleden vertellen wat de doop voor hen persoonlijk betekent: een bejaard iemand, een moeder van een gezin en een jongere. Na hun getuigenis gaan de aanwezigen uiteen in groepjes, waarin de verschillende generaties vertegenwoordigd zijn, om aan de hand van enkele vragen met elkaar te spreken over de getuigenissen en de betekenis van de doop in hun eigen leven.
Pastorale zorg
Wanneer ouders hun kindje willen laten dopen, is het van belang dat de kerkenraad aan de ouders thuis een doopbezoek brengt, waardoor pastorale zorg en dooponderricht kunnen worden gegeven. Deze zorg kan persoonlijke gesprekken opleveren, tot zegen voor de ouders en het gezin. Ook kan bij zo’n bezoek doorgesproken worden over de vraag waarom ouders die niet kerkelijk meeleven tóch hun kindje willen laten dopen. Wie hier met liefde en wijsheid handelt, kan veel goeds doen voor de dooppraktijk in de gemeente.
In steeds meer gemeenten worden ouders ook uitgenodigd om enkele keren samen te komen voor doopcatechese. Daaraan bewaren ze vaak goede herinneringen.
Hoogtepunt in het leven van de gemeente is de kerkdienst waarin het sacrament van de doop bediend wordt. Afhankelijk van wat goed voor de gemeente is, kunnen daarin mooie dingen plaatsvinden. In onze gemeente is het gebruik dat de kinderen in de kerk bij de bediening van de doop rond de doopvont komen staan, waar zij dan eenvoudig onderwijs ontvangen over wat er gebeurt als het kindje gedoopt wordt. Onlangs hoorde ik van een doopdienst waarin weer iets van het oude peetinstituut of van doopgetuigen terugkwam, doordat de hele gemeente werd verzocht op te staan en haar jawoord te geven op de vraag of zij zorg wilde dragen voor het geestelijk welzijn van het kind dat gedoopt werd.
Doopdag
Van de vele vormen om aandacht te besteden aan de doop noem ik het ogenblik dat de ouders een kind naar bed brengen. Dat kan een gouden moment zijn. Leg als ouder je hand eens op het voorhoofd van het kind en vertel eens dat het daar is natgemaakt met het water van de doop. Wees dan een moment stil en bid samen. Vraag dan de Heere of Hij het kind van meet af aan besef geeft van het wondere heilgeheim van het gedoopt zijn.
Er zijn gezinnen die de doopdatum van hun kinderen vieren. Dan gedenk je het wonder dat je eenmaal werd gedoopt. Het is een dag met een gouden randje, het goud van Gods genade. Er kan een stukje huisliturgie aan verbonden worden. Er zijn ouders die hun kind op de doopdag een presentje geven, bijvoorbeeld in de vorm van een dagboekje. Dat is goed en mooi.
Doopkaart en belijdenisplaat
Boven mijn bed hangen ze onder elkaar: de doopkaart en de belijdenisplaat. Bovenaan de doopkaart en daaronder, als het ware eraan vasthangend, de belijdenisplaat. Deze volgorde is principieel. De doop hangt niet aan de belijdenis, maar de belijdenis hangt aan de doop. God was de eerste in mijn leven, toen ik werd gedoopt. Daarna bewerkte Hij het antwoord op de doop.
Elke morgen bij het opstaan kijk ik dankend en biddend naar die beide wonderlijke platen. Ik ervaar het als een oefening in het dagelijks ”uit mijn doop kruipen”. Elke avond doe ik het weer en zo kruip ’s morgens uit mijn doop en ’s avonds weer in mijn doop. Zo mag ik als gedoopt mens gaan slapen (Psalm 3:3 berijmd).
De auteur is emeritus hoogleraar in de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme. Dit artikel is een bewerking van zijn lezing op een studiebijeenkomst van de hervormde gemeente te Woerden.