Natuur: bedrieglijk echt
Veel mensen hebben de bedenkelijke neiging om zich beter voor te doen dan ze zijn. Maar allerlei dieren en zelfs planten maken zich er ook schuldig aan. Ze gebruiken deze tactiek om hun overlevingskansen te vergroten.
Neem het vrouwtje van de bolaspin. Zij neemt haar vijanden en voedsel op een tragische wijze in de maling. Motten vormen het dagelijkse hoofdmenu van de bolaspin, maar omdat die vooral ’s nachts actief zijn heeft ze overdag niet zo veel te doen. Om dan zelf geen lekker hapje te worden, vermomt ze zich met behulp van haar eigen spinsel tot een levensecht vogelpoepje dat ergens willekeurig op een blad ligt. ’s Nachts trekt ze haar vermomming af en spant ze een draad tussen twee punten. Halverwege de draad vlecht ze één of meerdere kleverige ballen die ze met beweging van haar poten rond laat slingeren. Tot zover is alles eerlijk spel, maar de kans dat ze hiermee een mot aan de haak slaat, is minimaal. Daarom produceert deze spin een stofje dat ruikt naar paringsrijpe vrouwtjesmotten. Als de mannetjesmot hierop afkomt, kleeft hij al snel aan de misleidende bolletjes en kan de spin haar maaltijd nuttigen.
Maar er zijn meer bizarre voorbeelden. De bijenorchis, een orchidee die ook in Nederland groeit, heeft op zijn bloembladen een tekening staan van een vrouwelijk insect, inclusief poten en ogen. En ook deze bloem produceert lokstoffen die overeenkomen met de geuren die dit insect afgeeft om mannetjes te lokken. Elk mannetje dat zich laat misleiden krijgt stuifmeel aan zijn kop, wat hij vervolgens op de kleverige stamper achterlaat. Zo zorgen de bedrogen mannetjes voor de noodzakelijke bestuiving van de plant.
Misleiden kan dus met kleuren, vormen en geuren, maar de drongo –een vogel die in zuidelijk Afrika is te vinden– doet het zelfs met geluiden. Deze vogel houdt voedsel zoekende stokstaartjes scherp in de gaten. Op het moment dat het stokstaartje een sappige kever heeft opgegraven, bootst de vogel de alarmroep van een stokstaartje na. Het gealarmeerde stokstaartje neemt de benen en de drongo gaat er met de kever vandoor.
Wandelende takken zijn heel bekende bedriegers, maar ook wandelende bladeren zijn meester in het vermommen. Je ontdekt ze pas op het moment dat ze aan de wandel gaan. Als ze stilstaan, zijn ze niet van een echt blad te onderscheiden.
Verder is er de kameleon, die met zijn vermogen om zijn huidskleur te veranderen spreekwoordelijke naamsbekendheid heeft verworven. En wat te denken van een vrouwtjeskoekoek. Zij past de kleur van haar eieren aan aan de eieren van de vogelsoort die ongewenst voor de opvoeding van haar kroost mag zorgen.
Bovenstaande voorbeelden zijn met vele andere uit te breiden. Jezelf anders voordoen dan je bent om er beter van te worden; bij mensen is dat bepaald geen christelijke bezigheid, maar bij dieren en planten zou je het ingeschapen vernuft kunnen noemen.