Bij het geloof hoort zekerheid. Dat zei ds. J. van Rijswijk zaterdag op de bondsdag van de mannenbond van de Gereformeerde Gemeenten (GG). „De grond van de zekerheid ligt niet in de bevinding, maar in de openbaring van God in Jezus Christus.”
De predikant van de gereformeerde gemeente van Oud-Beijerland sprak in de Bethlehemkerk te Woerden. Daar werd de bondsdag van de Bond van Mannenverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten gehouden. Er waren ongeveer 110 aanwezigen.
Ds. Van Rijswijk behandelde het thema ”Geloof en zekerheid”. Hij onderscheidde diverse soorten geloof. Naast het zaligmakend geloof zijn dat het historisch geloof, het tijdgeloof en het wondergeloof. De predikant sprak zijn droefheid uit over het verschijnen van de ”Wetenschapsbijbel”, waarin allerlei „dingen die zekerheid hebben in twijfel worden getrokken. Dat doet pijn.”
Wat het zaligmakend geloof betreft zei hij dat de zekerheid erbij hoort. „In het geloof is geen twijfel. De grond van de zekerheid ligt niet in de bevinding, maar in de openbaring van God in Jezus Christus. De reformatoren stelden dat de zekerheid bij het wezen van het geloof hoort. Later kwam er meer oog voor de kleingelovigen. Het doel was om hen te leiden tot Christus.”
Geloofszekerheid is echter iets anders dan valse gerustheid, aldus de predikant uit Oud-Beijerland. „Het is geen automatisme dat een kind dat gedoopt is een kind van God is. Er is onderzoek van onszelf nodig. Het heil dat Christus heeft aangebracht, wordt door de Heilige Geest toegepast in het hart van een zondaar.”
Versterkt
Hij merkte op dat de Heilige Geest het geloof werkt en versterkt en het geloof in het hart werkt door het Woord. „De kerk is de werkvloer van de Heilige Geest. Men moet niet thuisblijven uit de kerk.”
Het begin van het geloof is er, aldus ds. Van Rijswijk, „in het moment dat God de zondaar van dood levend maakt. Wedergeboorte en geloof horen bij elkaar. Tegelijk met de wedergeboorte wordt het geloof geplant. Er is geen geloof zonder wedergeboorte en geen wedergeboorte zonder geloof.”
De predikant is het eens met het onderscheid tussen een zwak geloof en een sterk geloof, maar hij wees erop dat het beide geloof is. Vervolgens vroeg hij zich af wat een groot geloof is. Een kenmerk van een waar geloof is volgens hem dat beleden wordt: „God is groot en ik ben klein.”
Het missen van de zekerheid kan, aldus ds. Van Rijswijk, onder andere te maken hebben met een slordige omgang met het Woord, een verflauwend gebedsleven en een wereldgelijkvormig leven. De predikant drong aan op bidden en het lezen van Gods Woord bij het staan naar zekerheid. Als de vrijspraak er is, is men geen bekeerd, gearriveerd mens, zo zei hij. „Het gevaar is dan groot dat het ”ik” op de troon komt. Het gaat in het geloof niet om het ik maar om de gemeenschap met Christus.”
Op een vraag na de pauze hoe het komt dat Gods kinderen in dit leven niet tot de volle zekerheid van het geloof komen, antwoordde de predikant dat de Heere vrij is in Zijn leiding. „Soms gaan mensen hun hele leven bedelend door het leven. Sommigen durven niet aan het heilig avondmaal aan te gaan, waarna het geloof op hun sterfbed pas doorbreekt.”
De predikant riep op om staan naar zekerheid. „Er is zoveel te krijgen bij de Heere. We zeggen te gemakkelijk: „Ik ben een bekommerde.” Als dat echt zo is, komt dat uit in een bijna ondraaglijk hongeren en dorsten naar Christus.”
Wat het pastoraat betreft, zei hij dat schapen een gezicht hebben en dat het nodig is om naar de gemeenteleden te luisteren. „Laat iemand uitpraten en probeer dan leiding te geven en door het Woord op Christus te wijzen.”
Behouden
De bondsdag werd geopend door ds. E. Bakker, voorzitter van de bond en predikant van de gemeente te Veen. Hij mediteerde over de geschiedenis van Bartimeüs die tot Jezus kwam. „Hier is niet alleen sprake van het wonder van de genezing van zijn ogen maar ook dat Bartimeüs behouden is voor de eeuwigheid. Na zijn genezing is hij niet naar huis gegaan om van het leven te genieten, maar hij is Jezus gevolgd op de weg. Zijn hart was bereid tot dienst aan God.”