BuitenlandVoedselcrisis
Zodra er honger dreigt, is het dagelijks wikken en wegen

Kies ik voor warmte of voor eten? Het is een vraag die steeds vaker klinkt in Europa nu energie duur is geworden. De allerarmsten in de wereld worstelen hun leven lang al met zo’n dilemma. En ook uit andere keuzes die ze altijd al maakten –een maaltijd overslaan bijvoorbeeld– blijkt dat hun leefwereld dichterbij komt nu steeds meer Europeanen voor dezelfde zaken staan.

8 November 2022 22:02Gewijzigd op 8 November 2022 22:21
beeld Jaco Klamer
beeld Jaco Klamer

Cijfers en diagrammen. Meestal duiken die als eerste op zodra het over honger in de wereld gaat. Waarom niet eerst de vraag gesteld wat er gebeurt als mannen, vrouwen, kinderen hongerlijden? Waarom niet eerst het (on)menselijk gezicht getoond van honger? Matthias Späth, landendirecteur van Welthungerhilfe, een Duitse organisatie die zich toelegt op het in kaart brengen van honger wereldwijd (om daar vervolgens aandacht en fondsen voor te vragen), heeft zich voorgenomen dáár aan te werken. „Door niet weg te kijken, maar tot ons te laten doordringen wat hongerende mensen meemaken, zetten we de eerste stap naar verandering”, is zijn overtuiging. „Verandering begint met het willen zien van andermans lijden.”

18755159.JPG
beeld Jaco Klamer

Späth weet waarover hij praat. Hij heeft zijn kantoor in Ethiopië en in dit Oost-Afrikaanse land wordt vandaag de dag hongergeleden. Als gevolg van een veelheid aan crises –hardnekkige droogte, oorlogsgeweld en stijging van de voedselprijzen op de wereldmarkt– krijgen 25 miljoen „mannen, vrouwen en kinderen” nog enkel dankzij buitenlandse hulp eten. „Voor 7 miljoen mensen dreigt de hongerdood”, weet de Duitser. „De eerste slachtoffers zullen de meest kwetsbaren zijn: zwangere vrouwen, kleine kinderen, zieken, ouden van dagen en lichamelijk beperkte mensen.”

Späth zag met eigen ogen wat honger met mensen doet. „Onlangs was ik in een afgelegen dorp en ik trof daar volledig apathische mensen aan. Ze waren bezig te overleven en niets anders dan dat.” Vooral wat moeders met baby’s en jonge kinderen meemaken, raakte Späth. „Baby’s en iets oudere kleintjes huilden niet meer – daar hadden ze simpelweg geen kracht meer voor.”

Twee weken geleden liet NRC Handelsblad de Belgische emeritus hoogleraar Jan Nyssen aan het woord. Ook hij kwam met alarmerende berichten uit Ethiopië. Nyssen had als onderzoeker jarenlang de regio Tigray (in Noord-Ethiopië) als tweede thuisland, en precies daar woedt nu een burgeroorlog. Met verschrikkelijke gevolgen voor de bevolking. Nyssen schat er het aantal doden op tussen de 437 en 914 per dag en honger is daarvan de belangrijkste oorzaak. De afgelopen twee jaar zijn volgens hem tussen de 384.000 en 600.000 mensen de hongerdood gestorven.

Elkaar overlappende crises

Het zijn getallen die ieder voorstellingsvermogen te boven gaan. Dat geldt ook voor dat andere getal, dat dit jaar in de Global Hunger Index 2022 wordt genoemd: ruim 800 miljoen. Zo veel mensen waren er vorig jaar overgeleverd aan honger of golden als ondervoed. De positieve trend van de afgelopen tien jaar (minder honger in de wereld) is daarmee gekeerd, meldden de rapporteurs van Welthungerhilfe en Concern Worldwide, de initiatiefnemers van de index. Ze wijten de misstanden aan een „spervuur van elkaar overlappende crises”: conflicten en oorlogen, klimaatverandering, de economische gevolgen van de corona-epidemie (denk aan het aan banden leggen van transport en aan uitval van producenten). Allemaal dragen ze bij aan het ontstaan van voedseltekorten en dus aan honger en ondervoeding. Zo heeft de Russische inval in Oekraïne wereldwijd gezorgd voor hogere prijzen van voedsel, brandstof en kunstmest, met als gevolg minder voedsel. Dit jaar is dat niet veel anders en ook volgend jaar niet.

En ook hier geldt dat de zwakste bevolkingsgroepen en meest problematische landen het zwaarst getroffen worden. De uitleg bij de index noemt onderliggende factoren als armoede, ongelijkheid, slecht bestuur, een zwakke infrastructuur (gebrek aan wegen) en een zwak ontwikkelde landbouw die de toestand in een land verergeren.

18755161.JPG
beeld Jaco Klamer

Oorlogen en conflicten zoals die in Ethiopië (maar ook Jemen is er een voorbeeld van) maken dat boeren op de vlucht slaan en hun akkers onbewerkt achterlaten. Soms hoeft daarvoor niet eens te worden gevochten: een mijnenveld of zelfs geruchten over een achtergebleven mijn „ergens in een veld”, zorgen ervoor dat boeren hun akkers niet meer op durven. Denk daarbij niet aan boeren als een aparte bevolkingsgroep want op het platteland produceren alle bewoners doorgaans zelf hun voedsel – iedereen is er boer. Dat maakt hen kwetsbaar. Driekwart van alle hongerigen in de wereld, meldt Welthungerhilfe, leeft op het platteland. Meestal zijn de akkers klein van omvang, gemiddeld 1,5 hectare – de grootte van twee voetbalvelden.

Armoede

Dat laatste geeft het al aan: armoede is nog altijd de grootste oorzaak van honger. Wie geen of onvoldoende geld heeft om voedsel, zaaizaad of mest te kopen, of wie onvoldoende ruimte heeft om te zaaien en te planten, die loopt grote risico’s zodra de oogst tegenvalt en prijzen van voedsel op de markt stijgen. Bij natuurrampen, zoals droogte en watersnood (waardoor oogsten mislukken) worden de allerarmsten doorgaans het hardst getroffen. Ze hebben immers geen reserves aan eten of geld. Voor één categorie zijn al deze misstanden helemaal funest: de landlozen. Zij moeten dagelijks geld verdienen om aan eten te komen en zijn dus volledig afhankelijk van wat er op de voedselmarkt beschikbaar is en wat nog betaalbaar is.

Intussen haalt hongersnood in Ethiopië de voorpagina van kranten. Veel misstanden op het terrein van voedsel doen dat allang niet meer. Dat komt omdat het ‘gezicht’ van honger niet altijd openlijk te zien is. Er wordt ook in stilte en bijna onzichtbaar voor de buitenwereld hongergeleden. Er wordt jaar in, jaar uit door miljoenen mensen onopgemerkt gepiekerd en geknokt om voldoende eten op tafel te hebben en te houden.

In het Afrikaanse land Malawi bijvoorbeeld, waar het merendeel van de bevolking zijn eigen voedsel (maïs) verbouwt. Doorgaans gebeurt dat op een dusdanig primitieve wijze dat mensen zijn overgeleverd aan de grillen van de natuur. Droogte kan er zomaar een oogst doen verpieteren, hevige regenval een akker compleet of deels verwoesten. Het gevolg is dat in een van de meest vreedzame en stabiele landen van Afrika er toch geregeld honger wordt geleden, of voor hongersnood wordt gevreesd. Jaarlijks wachten families in spanning de oogst af: valt die tegen dan moet er van alles worden geregeld om het jaar door eten te hebben. Minder maaltijden op een dag (door er één over te slaan) of minder eten op ieders bord zijn twee manieren om ervoor te zorgen dat de voorraad niet voortijdig opraakt en dat ”voortijdig” slaat op het moment waarop de nieuwe oogst nog niet binnen is. Door veel vaders en –vooral– moeders wordt er wat afgepiekerd over die ene vraag: hebben we genoeg eten tot de volgende oogst? Is dat niet het geval en is de voedselvoorraad op voordat de oogst van het land is’, dan doemt er onverbiddelijk een ”hunger gap” op, een overbruggingsperiode waarin honger bijna onvermijdelijk is.

Zelfs dan is honger vaak niet zichtbaar, tenzij je goed kijkt. Wie op straat kinderen lusteloos ziet rondhangen, knagend op een suikerrietstengel, weet genoeg: die hebben thuis niets gegeten. Kinderen die zonder eten ’s ochtends naar school gaan is een ander signaal zo’n ”hunger gap”.

Te kampen hebben met voedseltekorten betekent intussen ook extra kwetsbaar zijn voor ziekten. Het immuunsysteem wordt er immers door aangetast of zelfs afgebroken en ook dan zijn kinderen en jongeren het eerst aan de beurt.

In arme landen op het noordelijk halfrond komt er in periode van kou een probleem bij: stookkosten. ”Eating or heating” (eten of verwarmen) is de onmogelijke keuze tussen je schaarse geld uitgeven aan brandstof om het huis warm te houden of aan eten. Het dilemma speelt vanwege de extreem hoge gasprijzen ook in rijke landen als Nederland steeds vaker; in een arm land als Moldavië duikt de keuze voor het een of het ander al tientallen jaren onverbiddelijk op zodra de herfst zich aandient. Eigenlijk zijn gezinnen, maar ook arme weduwen en weduwnaars (vanwege hun miezerig lage staatspensioentjes) het hele jaar al bezig met die ene vraag: hoe kom ik straks de winter door?

Daarmee is seizoenshonger, zoals in Malawi en Moldavië, misschien wel de meest voorkomende vorm van honger wereldwijd, maar ook de minst zichtbare.

De Bengaalse wetenschapper Shahidur Khandker heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar deze variant van honger. Hij reisde daarvoor naar het noordwesten van Bangladesh, naar Rangpur, waar ”monga” (zoals seizoenshonger daar heet) een jaarlijks terugkerend fenomeen is.

De landbouw in Bangladesh kent drie rijstoogsten per jaar, verdeeld over een periode van negen maanden. De maanden september tot en met november zijn zonder oogst en dat betekent voor landloze gezinnen: geen werk op het land en dus geen inkomsten. Daarmee vormen die drie maanden voor deze armen de monga, een tijd van honger.

Omdat het een telkens terugkerend iets is hebben arme families in Rangpur zich ertegen gewapend. Maaltijden worden overgeslagen en door rantsoenering –minder eten op ieders bord– proberen ze voedsel uit te sparen.

Vaak zijn er allerlei voedselprogramma’s die de overheid heeft opgezet en die voor enige verlichting zorgen. Niet altijd werken die efficiënt, vooral niet als er binnen het verantwoordelijke ambtenarenapparaat geld aan de strijkstok blijft hangen. Corruptie en honger hangen in landen als Bangladesh en buurland India vaak nauw samen.

Slavernij

Geld lenen om eten te kopen is voor de allerarmsten geen optie. Commerciële banken zien hen sowieso niet als kredietwaardig en weigeren hen als klant. Dan zijn er nog de ‘vrije jongens’, kredietverstrekkers op straat die wel tot geld lenen bereid zijn. Doorgaans is dat tegen een hoge prijs: ze vragen hoge rentes en je loopt als gezin risico op slavendienst. Veel gezinnen zijn vanwege hun torenhoge schulden lijfeigenen van geldschieters geworden. Hun vrijheid (inclusief die van de kinderen) is tot een levenslang onderpand gemaakt.

Veel armen in Rangpur (bijna 40 procent) kiezen ervoor om ieder jaar weg te trekken en elders in het land werk te zoeken. Ook in buurland India is dat een jaarlijks terugkerend verschijnsel. Wie deze migratie in kaart brengt, ziet enorme mensenstromen van noord naar zuid gaan, van oost naar west en vice versa. Voor de buitenwereld is het een onzichtbaar fenomeen, maar massale seizoenstrek binnen de grenzen van een land raakt miljoenen gezinnen en families. Onderzoeker Khandker ontdekte dat deze interne migranten niet alleen honger ontlopen, maar op termijn zelfs hun levensstandaard weten te verhogen.

Wat de corona-epidemie en vooral de overheidsmaatregelen ertegen betekenden voor deze groep laat zich raden: gedwongen thuisblijven was voor hen hongerlijden of een grote kans daarop. De zorgen en spanningen die dit vooruitzicht teweegbracht, zijn grotendeels aan de wereld voorbijgegaan, want die had even genoeg aan eigen zorgen om de uitbraak van corona.

Het zal de komende tijd niet anders zijn, want de vragen die armen wereldwijd al decennia lang kopzorgen geven –denk aan: kiezen we voor verwarmen of voor eten– dringen zich vanwege de gas- en stroomcrisis nu ook op in de hoofden en harten van velen onder ons. Ook nu weer geen tijd dus voor de slogan die Matthias Späth formuleerde: ”Verandering begint met aandacht voor andermans lijden”. Jammer is dat, want juist nu kunnen bewoners van de rijkste landen ter wereld wat opsteken van de allerarmsten elders.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Voedselcrisis

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer