Mens & samenlevingGeneraties
Stamboomonderzoek: begin bij je oma én Google

Soldaten uit de tijd van Napoleon, Duitse dienstbodes, bakkers in Schoonhoven rond 1850: Cristel Stolk van Streekarchief Midden-Holland diept hun verhalen op uit akten en registers. „Stamboomonderzoek draait om de vraag: waar komen we vandaan en wie zijn we? Het brengt je op plekken waar je nooit aan had gedacht. Het is echt historisch onderzoek.”

7 November 2022 19:51Gewijzigd op 7 November 2022 20:49
Cristel Stolk, educatief medewerker bij Streekarchief Midden-Holland. beeld Sjaak Verboom
Cristel Stolk, educatief medewerker bij Streekarchief Midden-Holland. beeld Sjaak Verboom

Net buiten de grachten van Gouda staat de Chocolade­fabriek, waarin onder meer de stads­bibliotheek is gehuisvest. Binnen voert een brede trap annex tribune naar de eerste etage. Daar gaat de bibliotheek naadloos over in de studiezaal van Streekarchief Midden-Holland, werkdomein van Cristel Stolk. Op tafels van pallets zijn archiefstukken tentoongesteld, veilig onder glas. Kloeke boekwerken vullen de stellingkasten, die tot het opengewerkte plafond reiken. Bij de grote ramen buigen bezoekers zich over oude handschriften.

Het grootste deel van het archief bevindt zich elders in Gouda in een depot, bij een temperatuur van 18 graden. Die waarde wordt in de studiezaal ruim overschreden – het is een tropische dag, eind augustus. Stolk, educatief medewerker, gaat voor naar het terras van de Chocoladefabriek. Daar zorgt een dicht bladerdak voor schaduw.

Waarmee begint stamboomonderzoek?

„Je moet thee gaan drinken met je oma. Je denkt alles te kunnen vinden op internet, maar het paradoxale is dat juist recente informatie daar ontbreekt vanwege de privacy. Daarvoor moet je in de familie zijn. Bekijk samen de doos met geboorte-, huwelijks- en overlijdenskaarten. Dan komen er mooie verhalen los. Je komt dingen te weten die je in het archief niet zult vinden. Verzamel zo gegevens van ongeveer 1940 tot nu. En stap nul is: ga na of er al onderzoek naar je stamboom is gedaan, misschien door een ver familielid. Raadpleeg genealogische websites.”

Hoe bruikbaar zijn die websites?

„Het is heel aantrekkelijk en makkelijk om op internet te kijken. Maar wil je meer weten over iemand uit 1800 of 1700, dan heb je de originele bronnen nodig. Je moet als het ware langzaam terugwandelen naar toen en niet zomaar een greep doen uit het verleden. Mensen komen hier tegenwoordig met een stamboom van internet. Dat heeft veel voordelen, maar ook nadelen. Het gaat erom dat je je daarvan bewust bent. De vuistregels die ik meegeef, zijn: niet alles staat op internet en niet alles wat op internet staat is waar. Verder vind je soms enkel de gegevens, en niet de bron.”

Wanneer ga je naar het archief?

„Nadat je je familie hebt gesproken en op internet hebt gekeken, op wiewaswie.nl en genealogieonline.nl. Als je een echte bron wilt zien en toe bent aan een historische sensatie: direct contact met het verleden. Dat mensen voor het eerste een akte uit de achttiende eeuw voor zich hebben en denken: wauw, dit is heel oud en dat raak ik nu aan.”

Wie komen er naar het archief?

„Doordat er zo veel online te vinden is, komt niet iedereen meer. Jonge mensen die digitaal vaardig zijn en werken, doen veel via het beeldscherm. Degenen die hier blijven komen, zijn historisch geïnteresseerde mensen. Vaak dames en heren boven een bepaalde leeftijd, die op een vrijdagochtend tijd hebben voor ons stamboomcafé. Dat is een gezellig clubje. De een maakt per generatie van zijn familie een boek. Een ander doet onderzoek naar molenaars in zijn familie.”

Hoe geef je je onderzoek vorm?

„In de eerste stappen maak je een raamwerk van namen en data. Dat is je kapstok of ruggengraat. Je doet dit op basis van gegevens uit de burgerlijke stand en het bevolkingsregister. Het bevolkings­register bestaat sinds 1850 en komt voort uit eerdere volkstellingen. Voor de invoering van de burgerlijke stand in 1811 waren er doop-, trouw- en begraafboeken. Die geven summier informatie: „Werd gedoopt: Margje, kind van Jannetje Kok en Jan de Jong.” Voor 1811 wordt het dus lastiger, of anders gezegd: uitdagender. Met de basisbronnen kun je terugwerken tot de zeventiende eeuw, tot circa 1680. Dat is al een hele prestatie.

De meest geijkte vorm is de genealogie, het zoeken naar de oudste stamvader en alle nakomelingen. We zijn gewend uit te gaan van de familienaam, die via de vaders wordt overgedragen. Een nieuwe ontwikkeling is dat mensen naar de vrouwelijke lijn kijken. Dat is een weerspiegeling van de huidige maatschappij en cultuur. Ik ben nog niet zo ver met mijn eigen stamboom, want ik ben steeds bezig met de stambomen van anderen. Maar ik heb mezelf al wel de vraag gesteld: wie is mijn oer­moeder? Dan kom je allerlei nieuwe namen tegen.”

18722337.JPG
beeld Sjaak Verboom

Cristel Stolk woont in Rotterdam, de omgeving waar haar familie geworteld is. Ze studeerde cultuurgeschiedenis in Utrecht en werkt sinds 2006 bij het Streekarchief Midden-Holland. „De naam Stolk wijst erop dat mijn roots in Stolwijk liggen.”

Wat mist iemand die zijn familiegeschiedenis niet onderzoekt?

„Het draait om de vraag: waar komen we vandaan en wie zijn we? Je bent bezig met plaatselijke geschiedenis en streekhistorie, die raken aan de nationale geschiedenis. Stamboomonderzoek verrijkt je en brengt je op plekken waar je nooit aan had gedacht. Het is niet een hobby voor als je met pensioen bent, maar echt historisch onderzoek. Je voelt je onderdeel van de wereld, van de geschiedenis, van een groter geheel, van iets wat breder is dan het nu. Je ontdekt ook hoe weinig je weet, en dat stemt nederig.”

Met welke vragen komen mensen bij u?

„Dat is heel verschillend. Ik hielp eens een vrouw die niet wist wie haar opa was. Zo’n vraag ligt heel dicht bij jezelf. Een ander wilde bewijzen dat zijn voorvaders in de tijd van de ontginning naar deze streek kwamen. Dan heb je het over het jaar 1100, dus dat ga je niet vinden. Weer iemand anders wilde meer weten over een voorouder die vanuit Duitsland naar Nederland kwam. Als dienstbode, zo bleek al snel. Verhalen worden steeds belang­rijker. Twee eeuwen geleden deed vooral de gegoede burgerij aan stamboomonderzoek. Het was een prestigekwestie. Nu gaat het om het familieverhaal waar mensen nieuwsgierig naar zijn.”

Doet u vaak verrassende ontdekkingen?

„Pas hielp ik iemand die meer wilde weten over een voorouder uit Bergambacht die mee moest met het leger van Napoleon. Hij kwam niet verder. Maar wat bleek? In Frankrijk heb je registers vol met Nederlandse namen uit die tijd. Daar sta je niet bij stil, het is bizar. Vervolgens bleek dat in het archief van Bergambacht brieven bewaard zijn gebleven van napoleontische soldaten. Dan denk ik: geweldig.

Je ziet vaak dat mensen iets op het spoor komen waarvan ze alleen een vermoeden hadden. Vroeger werden veel kinderen dood geboren, of ze over­leden heel snel. Over zulke nare gebeurtenissen werd niet gesproken. Een paar generaties verder willen mensen graag weten hoe het zat. Er komt meer ruimte voor de rafelrandjes van het leven. Ook over de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië werd veel gezwegen. Kleinkinderen durven vragen te stellen, ze realiseren zich dat ze het anders straks niet meer weten. De vraag naar informatie over de oorlog neemt toe, bij ons en overal. Verdriet en nare dingen krijgen een plek, ze worden bespreekbaar.”

Ziet u nog meer veranderingen?

„Er is veel meer toegankelijk via internet dan vijftien jaar geleden. Als ik nu een cursus stamboomonderzoek geef, is dat een halve internet­cursus. Je begint bij je oma én Google. Via wiewaswie.nl vond ik een hele lijn van voorouders uit Leiden. In een avondje kwam ik in 1670 uit. Maar toch, niets gaat boven de originele bron.

Archieven zijn in het algemeen meer toegankelijk geworden. Vroeger moesten mensen een drempel over. Grijze mannen die stil zitten te vorsen in oude documenten, dat was het beeld. Nu kun je met ons whatsappen. Archieven zijn geland in de samenleving. Er is oog voor diversiteit en inclusiviteit, vrouwen en andere vergeten groepen krijgen meer aandacht. Zo is er een project waarin onderzoek wordt gedaan naar Indische voormoeders, waarover bijna niets bekend is.

De nieuwste ontwikkeling is DNA-onderzoek naar je afstamming. Zelf heb ik niet de neiging om mijn DNA op te sturen naar een commercieel bedrijf in Amerika.”

Hoe voorkom je dat je blijft steken in een reeks namen en jaartallen?

„Als je die kapstok hebt, ga je breder kijken. Over een voorouder van meer dan honderd jaar geleden kan niemand je meer iets vertellen. Je moet het van lokale geschiedenis hebben om te weten hoe het leven toen was. Hoe zag Schoonhoven eruit in 1850? Waar was de banketbakkerij van mijn voorvader? Hoeveel bakkers waren er in die tijd in de stad? Zo geef je context aan je stamboom en zet je je familieverhaal neer in de geschiedenis. Met inkleuren ben je nooit klaar. Je gaat aan geschiedschrijving doen. Dan wordt het erg leuk.”

Hoe gaat het stamboomonderzoek verder?

„In de gevorderde fase kun je je op andere bronnen gaan richten: notariële akten, militaire registers, akten van weeskamers, kranten. Ga je verder terug in de tijd, dan heb je minder informatie. Je moet dan meer over vermoedens spreken. Als mensen netjes hun leven leefden, is er minder over te vinden dan wanneer ze stout waren. Stamboomonderzoekers willen vaak tot 1200 komen, maar op een gegeven moment zijn de bronnen op.

Het kost meer tijd dan je denkt. Je kunt bij het archief niet zomaar even je stamboom opvragen, we zijn geen afhaalchinees. Er zijn veel bronnen die nog moeten worden ontsloten, geïndexeerd en gedigitaliseerd. Denk aan gerechtelijke archieven of lijsten met namen van ”geschierde mannen”, dijkbewakers. In een stamboom kun je ontzettend verdwalen. Je komt iemand tegen die interessant is en gaat een zijtak in. Daar kun je heel lang vertoeven. Dat is niet erg, als je het er maar naar je zin hebt.”

18722329.JPG
beeld Sjaak Verboom

Stamboomonderzoek in zes stappen

Wie graaft in het verleden, moet dat niet gehaast doen. Geduld is de belangrijkste vereiste. Stap voor stap op weg naar het verhaal van je familie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Generaties

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer