Zes eeuwen cel voor Siciliaanse agromaffia
De rechtbank van de stad Patti op Sicilië heeft deze week 91 leden en handlangers van een Siciliaanse maffiaclan veroordeeld tot in totaal 600 jaar gevangenisstraf.
De zogeheten ”maffia van de Nebrodi” had zich toegelegd op een miljoenenfraude met Europese subsidiefondsen, met hulp van lokale ambtenaren en politici. Het vonnis is het resultaat van een langdurig gerechtelijk onderzoek, waarin de structuur en de werkwijze van de bende werd blootgelegd.
De Nebrodi zijn een bergketen in het noordwesten van Sicilië die beschermd is als Nationaal Park. Het onderzoek van de plaatselijke ”Directie Antimaffia” kwam op gang nadat de toenmalige directeur van het park, Giuseppe Antoci, in 2015 aangifte deed van de malversaties. Antoci werd vervolgens meermalen bedreigd en ontsnapte aan een moordaanslag. Begin 2020 leidde het onderzoek tot een bliksemactie van de politie, waarbij het grootste deel van de verdachten werd gearresteerd.
Het gebied van de Nebrodi is vanouds het werkterrein van gangsters die zich onledig houden met afpersing, diefstal en drugshandel op het platteland. Maar het onderzoek heeft uitgewezen dat die club van lompe en ongeletterde boeven tot het verleden behoort. In plaats daarvan is de huidige ‘agromaffia’ een moderne, zakelijke criminele onderneming, die met haar tijd is meegegaan en uitstekend gebruik weet te maken van de kansen die worden geboden door de landbouwfondsen van de EU.
Tegelijk houdt de huidige maffia wel vast aan de gewelddadige methodes die haar in veel gevallen een monopoliepositie garanderen. Zij is meestal nog op familiebasis georganiseerd: in de Nebrodi maakten twee maffiose families de dienst uit. Het onderzoek heeft uitgewezen dat die nog altijd gebruik maakten van bedreigingen en geweld, maar dat de afpersing vooral gericht was op de (goedkope) aanschaf van landbouwterreinen, als noodzakelijke voorwaarde voor het aanvragen van Europese en nationale subsidies. En dat is inmiddels –aldus de officier van justitie– „het voornaamste, moderne misdadige werkterrein van de maffiose families.”
Omzeilen
Om de gelden te incasseren maakten de maffiosi gebruik van de diensten van een groot aantal plaatselijke functionarissen en stromannen. Daarmee konden zij ook de verplichting omzeilen van de ”certificazione antimafia”, een in Italië verplicht document waaruit blijkt dat de indiener niet in relatie staat tot personen met maffiose achtergrond.
In de praktijk bleek dat die verklaring vaak door de belanghebbenden zelf werd opgesteld. Naar aanleiding daarvan heeft het Italiaanse parlement de wetgeving aangescherpt, waardoor controle door de prefectuur nu verplicht is. Zodoende zijn onder de veroordeelden ook de voormalige burgemeester van het stadje Tortorici, die zesenhalf jaar kreeg, een notaris en medewerkers van het plaatselijke agrarisch adviesbureau die voor de gangsters de subsidieaanvragen opstelden. Daarnaast is beslag gelegd op zeventien ondernemingen die een rol in de fraude hebben gespeeld.
Legale economie
De Europese gelden werden uiteraard niet gebruikt voor de ontwikkeling van de landbouwterreinen waarvoor zij werden toegekend. In veel gevallen werden de bedragen overgemaakt naar buitenlandse bankrekeningen, om vervolgens te worden teruggesluisd naar Italië via complexe procedures, waardoor de herkomst niet langer meer was na te gaan. Ten slotte werd het aldus witgewassen geld geïnvesteerd in de legale economie, waar de maffia met haar overdaad aan liquide middelen altijd een voordeel heeft.
Het proces, dat bijna twee jaar heeft geduurd, is het meest omvangrijke sinds het vermaarde ”maxiproces” van Palermo dat aan het einde van de jaren 80 honderden maffiosi achter de tralies bracht. De zwaarste straffen, van 30 en 24 jaar cel, gingen naar twee plaatselijke topmaffiosi. Gedurende het proces waren de 101 verdachten (10 werden vrijgesproken) niet lijfelijk in de rechtszaal aanwezig, maar vanuit hun cel per video daarmee verbonden, om aanslagen en bevrijdingsacties tijdens het transport te voorkomen. Wel aanwezig was Giuseppe Antoci, de man die in 2015 de zwendel aan de kaak stelde. In tranen verklaarde hij: „Dit is een belangrijk moment. We hebben het zwijgen doorbroken en duidelijk gemaakt dat de Europese fondsen naar fatsoenlijke mensen moeten gaan en niet naar maffiabazen.”