Het Californische ministerie van Werkgelegenheid klaagde Tastries Bakery in de plaats Bakersfield vijf jaar geleden vanwege de weigering aan. Het argument was dat de eigenaar, Cathy Miller, het lesbische stel opzettelijk discrimineerde en dat dit in strijd was met de Unruh Civil Rights Act van de staat Californië.

De rechter oordeelde eind vorige week dat de christelijke eigenaar van Tastries Bakery rechtmatig handelde toen ze weigerde een bruidstaart te maken en het lesbische stel doorverwees naar een andere bakkerij. De bakker had haar weigering gemotiveerd met het argument dat ze vanuit haar geloofsovertuiging het huwelijk uitsluitend ziet als een verbintenis tussen één man en één vrouw.

Zondaar

Rechter Eric Bradshaw schreef in zijn vonnis dat „de enige motivatie” van bakker Catharine (Cathy) Miller is om „te allen tijde te handelen in overeenstemming met hetgeen de Bijbel leert over het huwelijk. Die motivatie is niet onredelijk of willekeurig, noch benadrukt die irrelevante verschillen of bestendigt het stereotypen.” De rechter voegde eraan toe dat het ministerie van Werkgelegenheid niet kan bewijzen dat Miller het stel opzettelijk discrimineerde.

Tijdens het proces werd bakker Miller vooral op het punt te willen leven naar de Bijbelse regels stevig aan de tand gevoeld. In een zitting, in februari van dit jaar, vroeg de aanklager Gegory Mann aan Miller: „Probeert u alles te volgen wat de Bijbel zegt?” Zij antwoordde daarop: „Ik doe mijn best, maar ik ben een zondaar.” Mann vroeg toen: „Volgt u dan ook de voedselvoorschriften uit het Oude Testament?”

De advocaat van de bakker, Paul Jonna, laakte deze tactiek van Mann. Hij vindt dat de openbaar aanklager, als vertegenwoordiger van de staat, de oprechtheid van Millers geloof niet ter discussie mag stellen.

Overwinning

De conservatieve organisatie Thomas More Society, die Miller steunde in de rechtszaak, noemt de uitspraak „een overwinning van het Eerste Amendement.” Dat verbiedt het Congres om wetten aan te nemen die een staatsgodsdienst creëren of één godsdienst boven een andere plaatsen, alsook om het recht op vrijheid van godsdienst of van meningsuiting te belemmeren.

Het is niet de eerste keer dat de rechter in het voordeel van de bakker beslist. Het ministerie van Werkgelegenheid diende in 2018 een verzoekschrift in bij de rechtbank om de bakker te dwingen taarten te maken voor bruiloften van homo’s of om helemaal 
te stoppen met het maken van bruidstaarten als ze weigerde. De rechter verwierp toen deze petitie.

Het lesbische stel zegt teleurgesteld te zijn en verwacht dat het ministerie van Werkgelegenheid in hoger beroep gaat.

De beslissing komt op het moment dat bakker Jack Philips uit de staat Colorado een uitspraak aanvecht dat hij de antidiscriminatiewet van die staat heeft geschonden door te weigeren een taart te maken voor een geslachtstransitiefeest. Een transgender had hem gevraagd een taart te maken die blauw was aan de buitenkant en roze aan de binnenkant om haar geslachtsovergang te vieren. Bakker Philips weigerde omdat zo’n feest tegen zijn geloofsovertuiging ingaat. Philips werd in 2018 door het federale hooggerechtshof vrijgesproken vanwege zijn weigering een bruidstaart te maken voor een homopaar.