Mens & samenlevingGlossy Generaties
Bevestiging zoeken in oude foto van je moeder

Carlos Dunnink (21), geadopteerd vanuit Colombia, waar hij al drie keer naartoe reisde.

beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

Als baby van acht weken ben ik door mijn ouders geadopteerd. Mijn wortels liggen dus ver weg, in Colombia. Het enige wat ik van daar heb, is een briefje dat mijn moeder destijds heeft meegegeven, samen met een fotootje van haar. Dat zijn kostbare bezittingen, maar zonder herinneringen. Ik weet hoe mijn moeder er 21 jaar geleden uitzag en dat armoede de reden was dat ze mij ter adoptie heeft afgestaan. Verder weet ik niets over mijn biologische familie.

Die foto van mijn Colombiaanse moeder: daar heb ik vaak naar gekeken. Om me te blijven herinneren hoe ze eruitziet. Soms probeer ik er ook kenmerken van mezelf in terug te zien. Mensen zeggen bijvoorbeeld weleens tegen elkaar: „Je lijkt veel op je vader.” Dat hoor ik nooit.

Dat ik geadopteerd ben, heb ik nooit vervelend gevonden. Mijn ouders zijn er altijd heel goed mee omgegaan. Ik heb nooit het idee gehad dat ik anders ben. Dat mijn enige broertje ook is geadopteerd, en ook uit Colombia komt, heeft daar wellicht aan bijgedragen. En ik heb ook neefjes die geadopteerd zijn. Mijn oudste neef is een maand ouder dan ik, en hij komt ook uit Colombia. Dus de rest van de neefjes en nichtjes weten niet beter dan dat hun oudste neven een gekleurde huid, zwart haar en bruine ogen hebben. Ze hebben nooit aan ons moeten wennen.

Als kind vind je het vanzelfsprekend dat jij een andere huidskleur hebt dan de meeste anderen in je omgeving. Je staat er niet bij stil. En in mijn geval is er later ook geen moment geweest dat ik me daar ineens van bewust werd. Het was een geleidelijk proces. Gaandeweg ontdekte ik dat mijn achtergrond heel anders is dan die van mijn klasgenoten.

Mijn broertje is geadopteerd toen ik in groep 3 zat. Met mijn ouders ben ik toen naar Colombia geweest, om hem op te halen. Flarden van die reis herinner ik me nog. Bijvoorbeeld dat ik in de hotelkamer voor het raam stond en de drukke straat in keek. En dat ik bij de eerste ontmoeting een knuffel aan mijn broertje gaf.

In 2014 ben ik voor het eerst weer terug naar Colombia geweest. Dit jaar ben ik er opnieuw geweest. Om gewoon eens meer van mijn geboorteland te zien. Tot nog toe heb ik geen sterke behoefte gehad om contact met mijn moeder te krijgen. Mijn broertje en neefjes zijn daar veel meer mee bezig. Zij willen graag weten waar ze vandaan komen en wie hun familie is.

Waarschijnlijk ga ik voor mijn dertigste wel een keer op onderzoek uit. Als ik m’n moeder dan gevonden heb, zou ik haar willen vragen hoe haar leven na de adoptie is geweest, of ze het goed heeft gehad, hoe ze tot het besluit kwam mij af te staan. De algemene omschrijving is: armoede. Maar misschien is ze wel haar baan kwijtgeraakt of zo, dat weet ik allemaal niet. Ik ben heel benieuwd naar hoe dat is ontstaan.

Soms denk ik er wel over na, hoe mijn leven was geweest als ik niet geadopteerd zou zijn. Mijn leefomstandigheden zouden totaal anders zijn. Je hebt daar zo’n enorm verschil tussen rijk en arm. En er is zo veel corruptie. De kans dat ik daar heel arm zou zijn geworden, is heel groot. De baan die ik nu heb –ik geef trainingen op het gebied van sport en voeding– zou daar waarschijnlijk geen fatsoenlijk inkomen opleveren. En ik heb ook een handeltje in spullen die met gezond leven te maken hebben. Dat je zoiets zelf kunt doen, is in Colombia ondenkbaar. Door mijn adoptie heb ik die kansen wel gekregen. Daar ben ik heel dankbaar voor.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Generaties

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer