In het rapport beschrijft ICC de vervolging in het communistische land sinds juli 2021 en laat daarmee de trend van de laatste maanden zien. Aanleiding voor het rapport was de toename van de vervolging in China en het harde optreden van de regering tegen Chinese christenen, schrijft ICC.

In de genoemde periode heeft de Chinese politie 32 arrestaties verricht op christenen. Verder beschrijft het twintig gevallen van sinificatie (verchinezing) van kerken en vijf invallen op christelijke scholen. Verder meldt het 39 incidenten waarbij sociale druk op christenen werd uitgeoefend.

Peking nam verschillende maatregelen om leden van huiskerken te dwingen om lid te worden van een door de staat goedgekeurde kerk. Zo moesten christenen een belofte ondertekenen om hun huiskerk te verlaten, was er sprake van internetcensuur, werd een trouwlocatie van een christelijk stel geannuleerd en werden christelijke studenten op school in de gaten gehouden.

Het werkelijke aantal zaken ligt waarschijnlijk vele malen hoger, stelt ICC. „In dit rapport wordt bijvoorbeeld de verwijdering van negentig kruisen van Chinese christelijke boten op het eiland Qushan als één incident gemeld.” Ook kunnen er zaken niet worden vastgelegd en geregistreerd vanwege de geringe bereidheid om incidenten te melden en de beperkte informatievoorziening uit China.

Staatskerken, de zogenoemde Driezelfkerken, hebben het toezicht van de staat geaccepteerd en mogen daardoor in alle openheid diensten beleggen. Daarmee oefenen ze, soms onbedoeld, druk uit op ongeregistreerde kerken, zegt het ICC. „De Driezelfkerken zijn deel van het systeem van de communistische partij om het christendom systematisch uit te roeien. Als een kerk niet als staatskerk geregistreerd is, schendt hij de wet en kan de partij de kerk op elk moment sluiten.”

Met het hardhandige optreden tegen kerken is er „geen veilige plek meer voor christenen in China”, concludeert de organisatie.