Ieder mens heeft wortels in de geschiedenis – via familie, via een plaatselijke of kerkelijke gemeenschap, via een andere kring van mensen waar je bij hoort. Wie wil, kan proberen die wortels voor zichzelf bloot te leggen. Dan zie je waar je vandaan komt. Maar pas als je erover gaat vertellen of schrijven, word je zelf ook een schakel in de keten die de geschiedenis doorgeeft.
Familiegeschiedenis is het thema van de wedstrijd van dit seizoen, en de eis is deze keer: het verhaal dat je vertelt, moet écht gebeurd zijn. Het moet gebaseerd zijn op –bijvoorbeeld– brieven die in je familie worden bewaard, op verhalen die je uit mondelinge overlevering kent, op boeken die je gelezen hebt of documenten die je in het archief gevonden hebt.
Het hoeft natuurlijk niet over je eigen familie te gaan. Het mag ook gaan over de vroegere bewoners van je favoriete kasteel, over de moord die lang geleden in jouw woonplaats werd gepleegd, of over de wederwaardigheden van een schrijver of predikant uit het verleden wiens boeken je gelezen hebt. Als het maar echt gebeurd is en bij het thema ”familiegeschiedenis” past.
Wie mee wil doen, heeft de hele winter de tijd om er iets moois van te maken. En wie wat meer wil leren over onderzoek doen en verhalen schrijven –of je nu mee wilt doen aan de wedstrijd of niet– is welkom om de themadag ”Op zoek naar familieverhalen”. Schrijf je in via deze link.
Het verhaal van Oeijken
Voorbeeld non-fictie
Die zondag kondigt de dominee, zoals zo vaak, een paar huwelijken af. Oeijken moet niet geweten hebben wat ze hoorde. Teunis Ariensen, de man van wie zíj zwanger is, gaat over een paar weken trouwen. En dan niet met haar.
Maar Oeijken laat het er niet bij zitten. Ze tekent bezwaar aan bij de kerkenraad, en samen met haar vader doet ze zelfs haar beklag bij het Hof van Gelre in Arnhem. Ze vertelt hoe ze zich als dienstmeid bij Teunis heeft verhuurd, hoe hij haar verleid heeft door trouwbeloften te doen, hoe hij maar besluiteloos bleef dralen en uitstellen en hoe hij nu ineens voor een ander kiest.
Teunis toont zich bij dat proces een berouwvolle zondaar. Hij ontkent niets en hij wil zich niet verdedigen omdat hij „overtuijght [is] in sijn gemoet” dat hij verkeerd gedaan heeft. Hij verklaart zelfs schriftelijk dat Oeijken helemaal gelijk heeft en dat hij het wil goedmaken door alsnog met haar te trouwen. Dat moet dan maar zo snel mogelijk, vindt het Hof.
Zo geschiedt – maar hoe een huwelijk dat zo begint verder verloopt? Daar kun je alleen maar naar gissen.
Voorbeeld fictie
De mensen zien het inmiddels, denkt Oeijken. Ik kan het niet meer verborgen houden.
Maar ze is niet de eerste, niet de enige. Ze zal er wel een weg in vinden – en de mensen moeten maar denken wat ze willen.
Die zondag gaat ze gewoon naar de kerk. Bijna uitdagend, de buik vooruit.
Teunis zal nu niet lang meer kunnen blijven aarzelen.
Voor de dienst zijn er eerst de afkondigingen. Daar komt menigeen óók voor naar de kerk: om te horen waar er deze week land verkocht wordt, wanneer er een stemming is voor de nieuwe dorpsnotabelen en wie er met wie gaat trouwen.
Misschien is het volgende week wel háár naam die afgelezen wordt, denkt Oeijken. Of de week daarna.
Zó is ze met die gedachte bezig, dat ze eerst denkt dat de dominee het fout zegt. „Teunis Ariensen en Neelken Cornelis”.
Maar dan dringt het tot haar door. Ze hoort geen woord meer. Ze heeft de hele dienst nodig om te bedenken wat ze nu moet gaan doen.
rd.nl/verhalenwedstrijd2023 voor meer informatie