Eenverdiener knabbelt streepje van de kloof af
De belastingkloof tussen een- en tweeverdienershuishoudens blijft ook volgend jaar enorm. Het gat is wel iets kleiner dan dit jaar.
Bij een belastbaar inkomen van 40.000 euro betaalt de eenverdiener in 2023 tot twaalf keer meer inkomstenbelasting dan twee partners die elk 20.000 euro verdienen. Dat heeft Jos Teunissen, emeritus hoogleraar staats- en bestuursrecht, berekend op verzoek van het Reformatorisch Dagblad. Teunissen baseert zich op het Belastingplan 2023, dat op Prinsjesdag door het kabinet is gepresenteerd.
In 2022 en 2021 droeg de eenverdiener tot zeven keer meer belasting af. Volgend jaar brengt dus een forse stap achteruit, zou je denken. De werkelijkheid ligt genuanceerder.
In zijn vergelijking gaat Teunissen uit van gezinnen met ten minste één kind onder de twaalf jaar. Daarom heeft bij de tweeverdieners een van beide partners recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Kinderopvangtoeslag en huurtoeslag rekent Teunissen niet mee, omdat die te veel afhankelijk zijn van de specifieke situatie.
Het kostwinnersgezin blijkt volgend jaar 7862 euro belasting te moeten betalen. Het tweeverdienershuishouden hoeft slecht 661 euro aan de fiscus af te dragen. In 2022 zijn deze bedragen respectievelijk 8815 euro en 1275 euro.
Absoluut
In absolute zin is het verschil –de veelbesproken kloof– dus wel iets kleiner geworden. Die gaat van 7540 euro in 2022 naar 7201 euro in 2023. Beide gezinnen gaan er wat de belastingdruk betreft op vooruit, maar het eenverdienersgezin 339 euro meer dan het tweeverdienersgezin.
Direct na Prinsjesdag meldde budgetinstituut Nibud al dat lage- en middeninkomens volgend jaar minder belasting hoeven te betalen. Dat komt doordat het tarief in de eerste belastingschijf daalt en bijna alle heffingskortingen hoger worden. Tweeverdieners profiteren daar samen meer van dan kostwinners met een vergelijkbaar gezinsinkomen. Zij hebben namelijk beiden recht op de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
Aanrechtsubsidie
Een klein voordeel dat het kostwinnersgezin dit jaar nog heeft, vervalt in 2023. De niet-verdienende partner heeft dan namelijk geen recht meer op uitbetaling van zijn of haar algemene heffingskorting –smalend ook wel aanrechtsubsidie genoemd. Tegen de afbouw daarvan, die in 2009 begon, heeft Jos Teunissen de achterliggende jaren tevergeefs geprocedeerd.
Teunissen vindt het principieel onjuist dat de staat niet-werkende partners de korting ontneemt, omdat die bedoeld is om de kosten van de eerste levensbehoeften vrij te stellen van belasting. Het moet niet uitmaken of dat inkomen binnen een gezin door één of twee personen wordt verdiend. In 2018 wees de Hoge Raad zijn bezwaar af.
De Tweede Kamer drong een jaar geleden aan op concrete maatregelen van het nieuwe kabinet om de belastingkloof tussen een- en tweeverdieners te verkleinen. Een motie daartoe van SGP-leider Kees van der Staaij en onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt werd breed gesteund. In de vorige kabinetsperiode bleef de kloof enkele jaren min of meer stabiel.