PolitiekMiljoenennota

Miljardennota voor problemen van buitengewone omvang

De problemen die op het bordje van dit kabinet liggen, zijn wel heel erg groot, zegt premier Rutte met enige regelmaat. Daar zet het kabinet een Miljoenennota „van historische omvang” tegenover. De zoektocht naar het juiste evenwicht was niet eenvoudig, betoogde minister Kaag (Financiën) in de Tweede Kamer.

21 September 2022 09:57
Het was voor minister Kaag (Financiën) de eerste keer dat ze de Miljoenennota aan de Kamervoorzitter overhandigde. beeld ANP, Bart Maat
Het was voor minister Kaag (Financiën) de eerste keer dat ze de Miljoenennota aan de Kamervoorzitter overhandigde. beeld ANP, Bart Maat

Wanneer doet de overheid het nu goed? Er zijn acute financiële tekorten waar burgers mee worstelen. De bestaanszekerheid van grote groepen Nederlanders komt meer en meer onder druk te staan. De energieprijzen zijn van buitengewone omvang.

Daar stapelen zich de uitdagingen voor de lange termijn bovenop. Voorbeelden van crises te over. Niet zelden gaan oplossingen gepaard met meer inspanning en dus met extra financiële middelen. Als er iemand weet dat ook daar grenzen aan zijn, is het de minister van Financiën.

„Het is aan de politiek, het kabinet, (…) om tegemoet te komen aan de zorgen van nu, zonder het belang van investeringen in de toekomst uit het oog te verliezen”, schrijft Kaag in het voorwoord van de Miljoenennota. Maar, ook voor de miljardenplannen van het kabinet geldt: „Ze zullen niet alle problemen van mensen wegnemen. Daartoe is de overheid ook niet bij machte”, erkende de minister van Financiën.

Wanneer heeft de het kabinet het juiste evenwicht gevonden? „Het blijft zoeken naar de balans op een heel smal koord”, gaf Kaag het spanningsveld treffend weer.

Hoofdschotel

Het kabinet is zeker niet zuinig geweest bij het afwegen van alle beleidsprioriteiten. Het maatregelenpakket dat de hoofdschotel voor Prinsjesdag had moeten zijn −omvang 17,2 miljard euro extra uitgaven voor volgend jaar− noemt Kaag „historisch in omvang.” Ingrepen als een prijsplafond zijn in die term nog niet eens meegewogen.

Tot de belangrijkste koopkrachtmaatregelen horen, behalve het prijsplafond, onder meer het verhogen van het minimumloon. Dat gaat per 1 januari in een klap met 10 procent omhoog en kost de overheid zo’n 3,2 miljard euro. Op de lange termijn krijgen werknemers wat meer lucht door een lager tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting. Kosten: 700 miljoen, oplopend tot 1 miljard euro per jaar.

De overheid bekostigt deze ingrepen bijvoorbeeld met de hogere gasbaten. Tot en met 2024 verwacht het kabinet dat er zo’n 2,4 miljard euro per jaar extra binnenkomt. Verder komt er nog een solidariteitsbijdrage van gas- en oliebedrijven, die volgend jaar 2 miljard euro moet opleveren. De besparingsmaatregel met de grootste impact op lange termijn is het hogere tarief vennootschapsbelasting; een domper van 1,5 miljard euro voor het bedrijfsleven.

Het kabinet heeft met de koopkrachtreparatie in ieder geval bereikt dat de laagste inkomens er volgend jaar op vooruit gaan. Het Centraal Planbureau (CPB) rekende uit dat de financiële situatie voor de laagste inkomensgroep met 7,4 procent verbetert.

Andere graadmeters schetsen een vergelijkbaar beeld. In augustus raamde het CPB nog dat er meer dan 1,2 miljoen mensen onder de armoedegrens zouden zakken. Na de maatregelen van het kabinet daalt dat aantal naar ruim 800.000. Daarbij dient wel de kanttekening te worden gemaakt dat het de overheid vooral lukt om uitkeringsgerechtigde armen te bereiken. De werkende armen profiteren in mindere mate van het steunpakket. Volgens het CPB is deze groep in 2023 richting de 200.000 personen groot.

De maatregelen die het kabinet heeft gepresenteerd hebben hun weerslag op de overheidsfinanciën. Zonder verdere tegenslag loopt het begrotingstekort voor volgend jaar op naar 3 procent van de omvang van de economie. Dat is het maximale tekort dat volgens de Europese begrotingsregels is toegestaan. De omvang van de staatsschuld blijft met 49,5 procent in 2023 echter ruimschoots binnen de Europese norm. Dat komt met name vanwege de hogere inflatie en de hogere belastingontvangsten.

Rente

Op de lange termijn is de hoge inflatie een risico voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Dat komt omdat de Europese Centrale Bank (ECB) de rente verhoogt. Het CPB heeft doorgerekend hoe de staatsschuld in 2060 uitvalt bij oplopende rentepercentages. Als de overheid in de toekomst 1,5 procent rente betaalt, zou de overheidsschuld, onder voorbehoud van alle bestaande onzekerheden, meer dan verdubbelen en oplopen tot 113 procent.

Een rentepercentage van 1,5 procent is niet geheel onrealistisch. Naar de inschatting van het CPB betaalt de overheid volgend jaar 1,6 procent rente op staatsleningen. Ambtenaren van het ministerie van Financiën concluderen dan ook dat een stabiele staatsschuld op lange termijn „een uitdaging zal zijn.”

Ook De Nederlandsche Bank (DNB) geeft een soortgelijke waarschuwing af. Economen van de bank concluderen in reactie op de Prinsjesdagplannen dat de begrotingsregels zijn losgelaten. Het risico bestaat dat ongerichte koopkrachtsteun tegen de achtergrond van hoge inflatie en krapte op de arbeidsmarkt de inflatie juist verder aanwakkert. „Het is daarom belangrijk”, concludeert DNB, „dat de begrotingsdiscipline weer terugkeert.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer