Een kwart van de christenen in Nederland vindt de Bijbel niet relevant en de helft leest er niet of nauwelijks in. Het zijn twee opmerkelijke uitkomsten van een deze week verschenen onderzoek van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG) naar het Bijbelleesgedrag van volwassen Nederlanders.
De studie, die iedere vijf jaar wordt herhaald, kreeg dit keer de titel ”Hoop en vertrouwen. Maar ook een gesloten boek” mee.
De cijfers zijn allesbehalve hoopvol, al lijkt de teruggang van het Bijbelgebruik die in de periode tussen 1996 en 2017 was te zien, zich wat te stabiliseren. Het Woord van God lijkt in ieder geval steeds minder een stempel te drukken op de Nederlandse samenleving. Zelfs christenen, die belijden dat ze alleen kunnen leven van elk woord dat uit de mond van God komt, slaan de Bijbel steeds minder vaak open.
Tijdgebrek is een van de belangrijkste redenen om het Boek gesloten te houden. Al geven regelmatige Bijbellezers aan soms minder te lezen dan ze zouden willen. Daarnaast worden ”de soms tegenstrijdige boodschap” en ”moeite om de tekst te begrijpen” als belangrijke drempels genoemd.
Hier ligt een taak voor kerken en gezinnen, ook in de gereformeerde gezindte. Om de Bijbel uit te leggen en dicht bij de levens van mensen te brengen. Om te laten zien dat de door God gesproken woorden niet met elkaar in tegenspraak kunnen zijn. Wie uit tijdgebrek het Woord dicht laat, doet er goed aan zijn prioriteiten onder de loep te nemen en te kijken waar zijn hart ligt.
Het NBG-onderzoek laat verder zien dat er in gezinnen steeds minder vaak samen uit de Bijbel wordt gelezen. Bijbellezen in een gezin is niet altijd makkelijk, maar thuis is de eerste plek waar kinderen in aanraking komen met de Bijbel. Als ouders minder vaak samen met hun kinderen lezen, bijvoorbeeld aan tafel na het eten, dan laten kinderen zelf waarschijnlijk in de toekomst ook vaker de Bijbel dicht.
Het onderzoek werpt ook de vraag op waarom we de Bijbel lezen. Als voornaamste beweegredenen worden genoemd: ”het geeft me hoop”, ”het leert mij levenslessen” en ”het helpt me God te vertrouwen”.
Het Woord, dat door de Heilige Geest aan het hart wordt toegepast, wijst vooral een andere richting op. Het is, zoals de negentiende-eeuwse Engelse bisschop J. C. Ryle stelde, het belangrijkste middel waardoor mensen tot geloof komen en daarin worden opgebouwd. „Ieder die zorg heeft voor zijn ziel, behoort een hoge waarde aan de Bijbel toe te kennen”, schreef hij.
Het is daarom van groot belang om de Bijbel regelmatig te bestuderen en vertrouwd te raken met de inhoud daarvan. Om net als de Emmaüsgangers te ervaren dat harten gaan branden als de Heere Jezus de Schriften opent en laat zien dat Hij moest lijden, sterven en opstaan om zondaren te redden. Dat maakt Bijbellezen niet saai, maar van levensbelang.