„Hier verspreidt de liefde zich zo snel als een virus”
Wie eenmaal betrokken raakt bij het Bijbelhuis in Antwerpen, komt er niet snel meer van los, aldus de Belgische student Darcy. „Het enthousiasme en de liefde hier verspreiden zich als een virus.” Volgende week viert het Antwerpse Bijbelhuis zijn 50-jarig bestaan.
Het is een zonnige zomerse dag in Antwerpen-Noord. Achter het grote raam van het witgeschilderde Bijbelhuis hangen bloemenslingers in verschillende kleuren: gele, roze en groene. Bij binnenkomst is het beneden rustig. De stoelen zijn aangeschoven, de tafels leeg. Boven ligt er wel van alles op tafel: verschillende Bijbels, evangelisatiemateriaal en fotoboeken van vroeger.
Aan de muur hangen gehaakte vlaggetjes. Tussen alle kleuren valt één foto aan de muur in het bijzonder op: een zwart-witafbeelding. Daarop is een vrouw te zien die een verhaal vertelt aan een groep buitenlandse kinderen. Dezen lijken met aandacht te luisteren. „Dat is Dini van Os, vijftig jaar geleden. Zij startte hier het evangelisatiewerk”, vertelt Bijbelhuiscoördinator Ernst van Velzen, uitgezonden door de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Nog steeds komt de inmiddels 87-jarige vrouw regelmatig om het hoekje kijken.
Ook de Belgische student Darcy kent haar. Hij raakte tijdens corona betrokken bij het Bijbelhuis. „Toen ik tijdens de pandemie op zoek was naar een stageplek kwam ik terecht bij het Bijbelhuis. Dat was niet voor de hand liggend, want ik zat op een openbare school. Maar vanwege corona waren er weinig andere opties om een stage te volgen. Veel plekken waren gesloten. Zo kwam ik hier terecht. Hier leerde ik over het geloof en om daar over te praten.”
Darcy’s stage is afgerond, maar hij komt nog wekelijks in het Bijbelhuis. „We komen met vijftien jongvolwassenen bij elkaar om samen na te denken over christelijke thema’s. Dat vind ik erg mooi.”
Profvoetballer
„We ervaren hier een band die niet meer kapot gaat”, aldus jeugdwerker David Iboma. „Als profvoetballer kreeg ik twee jaar geleden een blessure aan mijn knie. Ik moest toen stoppen met topsport. Ik vroeg God wat Hij van mij verlangde en hoe ik invulling aan mijn leven kon geven voor Hem. Uiteindelijk zag ik een vacature van het Bijbelhuis. Ik had daar nog nooit van gehoord. Het team zocht een jongerenwerker en ik solliciteerde. Ik vroeg God om deuren te openen. Niet veel later hoorde ik dat ik was aangenomen.”
Terwijl David nog vertelt, komt er een vrouw binnen met haar zoontje. „Ja, hier is de deur altijd open”, vertelt Van Velzen. De vrouw, van Albanese afkomst, is bekend in het Bijbelhuis. Ze groet iedereen met een boks. Haar negenjarige zoon doet hetzelfde. „Ik kom hier wekelijks voor de huiswerkbegeleiding van mijn zoontje.”
Niet lang daarna schuift de Vlaamse Kathleen aan. Zij geeft les op een evangelische basisschool. „Ik zag ergens een flyer van het Bijbelhuis. Het sprak me aan. Ik besloot vrijwilliger te worden.” David vult met een glimlach aan: „Ze kwam als een geschenk uit de hemel. Wij hadden op dat moment een dringend tekort aan vrijwilligers.”
Psalmboek
Op zulke wonderlijke manieren komen er mensen af op het Bijbelhuis, aldus coördinator Van Velzen. Twaalf jaar geleden werd hij met zijn vrouw Thera uitgezonden door de GZB. Sinds dit jaar is het Bijbelhuis onafhankelijk. „Toch kan ons werk doorgaan. Daar ben ik dankbaar voor, want in Antwerpen moeten nog veel mensen worden bereikt met het Evangelie.”
België is een rooms-katholiek land, maar het geloof speelt in het alledaagse leven nauwelijks een rol, vertelt Van Velzen. „De gemiddelde Antwerpenaar heeft nog nooit over Jezus gehoord. In Antwerpen wonen daarnaast veel mensen van andere nationaliteiten. De bevolking is heel divers. Er zijn in Antwerpen 176 nationaliteiten, in New York 193, terwijl deze stad veel kleiner is. De christelijke gemeenschappen die er zijn, zijn daardoor klein. Het Bijbelhuis is een brug tussen de kerk en deze werelden.”
Tussen alle verschillen in geloofsbeleving is de Apostolische Geloofsbelijdenis in het Bijbelhuis de basis. „Een Syriër mist hier misschien een kruis aan de muur, een Nederlander een Psalmboek. Maar wij verkondigen hier geen traditie, we spiegelen ons alleen aan het Woord. Zo proberen we uitnodigend te zijn voor iedereen. Het trekt me aan dat iedereen hier welkom is. Met de vaste groep vrijwilligers uit de wijk zijn we familie. We eten met elkaar, we lachen, huilen en bidden samen. We waren bij de begrafenis van de stiefvader van een vrijwilliger, maar ook bij de belijdenis van mijn zoon Aron. We zijn betrokken op elkaar.”
Moslim
In de afgelopen vijftig jaar kwamen er veel Nederlandse vrijwilligers naar het Bijbelhuis toe. Ze hielpen bij het besturen, het onderhouden en het mogelijk maken van activiteiten, zoals kinderclubs en vrouwendagen. „Nu komen de mensen die helpen voornamelijk uit België, de stad en de wijk. Qua achtergrond zijn ze meer divers. Zo liep Anass, een moslim, stage. Hij had geen leidinggevende taken en vertelde geen Bijbelverhalen. Maar voor hem was dit een kans om eens bij een christelijke organisatie te kijken. Iets wat hij waarschijnlijk niet veel vaker zal meemaken in zijn leven.”
Van Velzen vertelt hoe anderen verbaasd reageren als ze horen hoe graag moslims het Bijbelhuis binnengaan. „We bereiken hen door gastvrij te zijn. We organiseren activiteiten voor de buurt om contacten op te bouwen. Zo laten we zien wie Jezus is en wat Hij heeft gedaan. Zo zijn wij in Antwerpen-Noord een licht in de duisternis.”