Mens & samenlevinghet gesprek
Volharden onder de Spaanse zon

Zomaar wat keuvelen, is eigenlijk niets voor Berend Coster (1956). Liever daalt de vriendelijke voorganger, docent en evangelist af naar wat er diep onder de oppervlakte verzonken ligt. Zoekend naar waarheid, zijn woorden wegend voordat hij ze prijsgeeft aan het sleepnet van het vraaggesprek.

beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

De lucht boven de straten in Rouveen trilt van de hitte, maar de warmte deert Berend Coster en zijn vrouw Jacobine niet. Ze zijn wel hogere temperaturen gewend als inwoners van het Spaanse Vallgorguina. Nog een paar maanden, dan verruilen ze Spanje weer voor Nederland. In november gaat hij met pensioen. Dertig jaar lang woonde en werkte de geboren Staphorster voor de Spaanse Evangelische Zending in Catalonië, samen met Jacobine en hun zes kinderen.

Het is zijn vrouw die in gesprek met anderen het ijs breekt. Hijzelf spreekt bedachtzamer, zijn zachte stem compenserend met een zekere onverzettelijkheid. Inmiddels kocht het echtpaar een huis in Rouveen.

Vindt u het moeilijk dat uw pensioendatum nadert?

„Het is een zegen gezond de pensioenleeftijd te bereiken. Maar alles heeft zijn tijd. Er is een bepaalde verzadiging van Spanje. Wat als we ziek worden? Als ons iets overkomt, hoe redden we het dan? Dan betreuren we het dat we nog in Spanje zijn. Bovendien zijn er in ons gezin gezondheidsproblemen die ons naar Nederland roepen. Mijn pensionering roept geen enkel gevoel van ongemak op.”

Wat zorgt voor verzadiging?

„Spanje is nu niet meteen een gemakkelijk land om te werken. Het kerkelijke leven heb ik vaak vergeleken met een vliegtuig dat probeert te starten, net niet van de grond komt en even later weer op de landingsbaan staat. Aan de andere kant is er de verbondenheid met kerkleden, collega’s en studenten.”

18557432.JPG
beeld Sjaak Verboom

Het kerkelijk werk in Spanje verloopt moeizaam. Hoe komt dat?

„Heel simpel. Spanje is even geseculariseerd als welk ander Europees land dan ook. „Groeit de kerk daar wel?” vragen mensen in Nederland me soms. Ze treffen daarbij niet altijd de juiste toon.”

Wat prikkelt u daarin?

„De suggestie die ervan uitgaat, is dat ze mijn gemeente de maat mogen nemen omdat ik in een missionaire situatie zit. Jij bent ervoor om de kerk te laten groeien, is het idee. We zijn dankbaar voor de groei die er in de loop van de tijd ook was, al lijden we de laatste jaren weer verliezen omdat immigranten verder trekken.”

U laat Spanje eveneens achter u. Is het mogelijk om weer in Nederland te aarden?

„Jawel, geen enkel probleem.”

Voelt Spanje na dertig jaar niet als thuis?

„Jawel, jawel. Onze identiteit is verdubbeld. Hoewel we bewust Nederlanders zijn gebleven, bijvoorbeeld door met onze kinderen Nederlands te spreken, gebeurde het dat we gewoontes gingen overnemen waar we eerst met verbazing naar keken. In Nederland eten we om twaalf uur ’s middags warm, in Spanje dénken we er niet over om voor tweeën te lunchen en voor acht uur ’s avonds aan tafel te gaan.”

Welke gewoonten verbaasden u vooral?

„De schooltijden bijvoorbeeld. De lessen gaan door tot vijf, zes uur ’s middags. We hadden er ook moeite mee dat kinderen zo vreselijk laat naar bed gaan. Halfelf is geen uitzondering. Ach, we waren ook nog nooit in Spanje geweest. We kenden de wereld niet, de taal niet. Spanje is een land dat de rug naar Europa en het gezicht naar Zuid-Amerika keert. Protestanten vormen samen amper 1 procent van de bevolking.”

Was het destijds wennen, in kerkelijk opzicht?

Coster lacht om wat blijkbaar een understatement is. „We kwamen terecht in de Iglesias Reformadas Españolas (IRE), een kerk die zich sterk oriënteerde op de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De GKV hebben veel geïnvesteerd in de Spaanse gemeenten. De structuur en leiding waren er echter gebrekkig. Het gereformeerde belijden, dat we gemeenschappelijk hadden, was soms geforceerd. Wij zijn de enige ware kerk, dát. Het was een kerk waar mensen elkaar om bizarre redenen onder censuur stelden. Wie niet mee wilde doen, vertrok maar. Voor hervormde christenen iets om van te griezelen.”

Waarom griezelt een hervormde christen daarvan?

„Ik heb moeite met alle vormen van separatisme. Om zomaar, om welke reden dan ook, de kerk uit te gaan. Hoewel ik zeker besef dat er goede redenen kunnen zijn.”

U bent van huis uit hervormd en deed belijdenis in de Gereformeerde Gemeenten.

„Je kunt het een meisje van wie je houdt toch niet aandoen om hervormd te worden? Ons leven is zo gelopen. Je kerkelijke achtergrond trek je niet uit als een jasje. Maar goed, we gingen in Staphorst wonen en toen zijn we hervormd geworden en gebleven.”

18557431.JPG
beeld Sjaak Verboom

Hoe ging het verder in de Spaanse gemeente?

„We kwamen terecht in een extreem separatistisch gereformeerd kerkelijk leven. Van de SEZ kregen we toestemming om breed te denken. Vanaf 1994 werkten we als kerkplanters in Pineda de Mar. In 2003, toen de gemeente in Mataró nog maar uit zes mensen bestond en zonder voorganger zat, vroeg de IRE ons ook verantwoordelijkheid te nemen voor Mataró.”

U was evangelist, maar geen straatprediker.

„Ik ben uiteindelijk veel meer docent dan evangelist.”

Terwijl u dicht bij de Costa Brava woonde, land van badplaatsen, barren en zonverbrand uitgaanspubliek. Gingen uw handen daar niet van jeuken?

„We hebben meegewerkt met Beach Mission, een organisatie die evangeliseert onder jongeren die op strandvakantie zijn. Verder folderden we veel. Op jaarmarkten, waar we een kraam hadden, werden we geduld. Ik ken mensen die al tientallen jaren op een markt staan. Soms maken ze een praatje, soms zitten ze zomaar te wachten. Dat kan ik niet. Als ik zeker weet dat ik een gesprek zal hebben, ja, dan wel, maar ik kan niet geduldig wachten tot er misschien eens iemand komt.”

Uw vrouw vindt dat u zichzelf onrecht aandoet met deze typering.

„Ja, ik weet het. Ik voerde genoeg gesprekken. Maar niet op de hoek van de straat. Daar heb ik om te beginnen de stem al niet voor en evenmin het postuur. Ik stond eens voor een kerk te folderen. Iedereen nam een folder aan. Tot ik van vermoeidheid niet langer kon staan en op een stoel neerzakte. Ik raakte de folders niet meer kwijt.” Grijnzend: „Die zielige kerel op die stoel kunnen we best voorbijlopen.”

In een eerder interview zei u dat u het geloof wilde uitdragen buiten de eigen veilige kring.

„Ik mag terugkijken op een tijd waarin ik vanuit de gereformeerde theologie heb lesgegeven aan studenten die het niet bij voorbaat met me eens zijn omdat ze een heel andere kerkelijke achtergrond hebben. Dat is interessanter gebleken dan op de traditie passen op de Pieter Zandt in Kampen, waar ik eerder met plezier lesgaf. Dat betekent overigens niet dat ik traditie minacht.”

Bent u traditie meer gaan waarderen in Spanje?

„Zeker. Het christelijke geloof zonder traditie is buitengewoon zwak. Voor gezinnen is een vormende traditie erg belangrijk. Dat kinderen zich voegen in de traditie van kerkgang en alles wat daarbij hoort, ontbreekt ons in Spanje. Christenen moeten daar hun eigen levenspatroon uitvinden.”

18557430.JPG
beeld Sjaak Verboom

Gaf u dat ook aan uw studenten mee?

„Studenten vroegen mij eens een overdenking te houden over een onderwerp waar nog nooit iemand over gesproken had. Toen heb ik voor ascese gekozen. Een christen is een vrij, maar ook een zwak mens. In Nederland zou ik zeggen: De traditie is mooi, maar wees iets minder materialistisch. In Spanje zeg ik: Een christen is vrij in alles, maar bepaalde films moet je niet willen zien. Stel grenzen aan wat je leest, ziet, doet, ervaart, najaagt. In je consumptie, in je vrije tijd, misschien ook in je werk.”

In je werk?

„Nederlanders zijn workaholics. Hier in onze omgeving wordt ontzettend hard gewerkt. Spanjaarden hebben daar iets minder last van. Die hangen wat meer bij elkaar.”

Werkijver is ook u niet vreemd, toch?

„Ik ben ook een beetje een workaholic.”

Heeft u dat van huis uit meegekregen?

„Jazeker, daarom voelen we ons hier thuis. Ik kom uit een boerengezin. Met 4 jaar werd ik al onder een koe gezet.”

Dan moest de emmer vol?

„Nee, maar je moest wel oefenen. Uiteindelijk heb ik het echte handwerk nooit geleerd, want toen ik 10 jaar was, kocht mijn vader een melkmachine. Wel herinner ik me het verlammende gevoel in mijn polsen als ik probeerde de uier leeg te krijgen. Die vreselijke staart die steeds in je ogen slaat.”

’s Zondags staat u op de preekstoel. Hoe reageert u op een compliment over de preek?

„Dank je wel, zeg ik dan. Trots zal ik niet zo snel zijn. Je weet dat de ene preek beter is dan de andere. Ik besteed veel tijd aan het maken van preken, meestal langer dan een dag.”

Volgens een oud-bestuurslid van de SEZ moet u een „gefundeerde innerlijke overtuiging” hebben, anders had u het werk in Spanje niet volgehouden.

„Eens gebeurde het dat er niemand naar de kerk kwam, terwijl ik zou voorgaan. Dat is niet zo goed voor je ego. Maar zelfs als ik wist dat er maar anderhalve man en een paardenkop zouden zijn, bereidde ik me goed voor.

Daarnaast is er de roeping. Toen ik in 1992 benoemd werd, vroeg SEZ-voorzitter ds. M. C. Tanis: „Nu moeten we toch van jullie weten of jullie een roeping hebben om naar Spanje te gaan?” Ik zei: „Dat bepaalt u. Als ik zeg dat ik een roeping heb en u laat mij niet gaan, dan zit ik met de roeping.”

Je moet gevraagd worden?

„In Handelingen zonderde de gemeente Paulus en Barnabas af voor het werk waartoe God hen geroepen had. Het is mijn stellige overtuiging dat zending kerkelijk moet zijn. Je doet het niet voor jezelf. Die kerkelijke opdracht is er bij ons later ook gekomen, in Spanje. Op dit moment is onze roeping zelfs duidelijker dan in 1992.”

18557388.JPG
beeld Sjaak Verboom

Geldt dat ook voor uw roeping om in de PKN te preken?

„De roeping die ik kreeg is algemeen en geldt niet alleen Spanje. Wat mij betreft is zij ook niet beperkt tot de PKN. De Kerk is één, de kerkelijke verdeeldheid administratief. Ik preek regelmatig in de Christelijke Gereformeerde Kerken, vanwege de zusterrelatie met de IRE. Trouwens, de eerste opmerking die ik tijdens mijn colloquium (toelatingsexamen, EHvS) kreeg, kwam van een vrijzinnige ouderling. „Ik heb uw preek doorgelezen”, zei hij, „maar ik kon er werkelijk niets mee.””

Een compliment?

„Weet ik niet. Ik zou ook graag vrijzinnigen aanspreken.”

In 2015 stelde u zich beroepbaar in de PKN. Wat gebeurde er daarna?

„De twee uitnodigingen die ik kreeg, heb ik ten slotte afgeslagen, hoewel we graag naar Nederland wilden. We besloten Spanje prioriteit te geven omdat de gemeente daar anders zou instorten. We hebben er geen spijt van gehad.”

Dankzij uw „taaie volharding” kreeg het liberale seminarie waaraan u lesgaf een calvinistisch karakter, wordt gezegd.

„Dat is mogelijk te veel eer, maar misschien is het juist. Toen ik in 2004 bij het IBSTE betrokken raakte, stond de school er moreel en geestelijk slecht voor. In 2010 stortte de boel in en heb ik ontslag genomen. Ik had niets met de crisis te maken, maar ik kreeg er wel een zwaai van mee. Er kwam een doorstart met een nieuwe directie en ik werd opnieuw benoemd als docent en directielid. Het kost mij moeite om dingen op te geven. Anders waren wij wel eerder teruggekeerd naar Nederland.”

Wat gaan jullie missen aan Spanje?

„Dat je er meteen bij hoort. In Nederland is de kring vaak gesloten voor onbekenden. Wat ik ga missen aan Spanje is de wijze waarop vriendschap kan samengaan met ambt en professie. Vriendschappen met studenten, met kerkleden. De Nederlandse vraag of je als predikant vriendschappen kunt sluiten met kerkleden, is in Spanje ondenkbaar.”

18557433.JPG
beeld Sjaak Verboom

In een preek pleitte u voor kritisch zelfonderzoek. Bent u daar veel mee bezig?

„Jazeker. En ik kom er niet zo best vanaf. Je bent niet zomaar integer. Maar het moet ook niet pathologisch worden. Als je een streek hebt uitgehaald, kun je beter je zonden en zwakten belijden, ook naar mensen toe, dan ziek worden. Ik heb daar iets van gezien in de levens van mensen. Belijden maakt vrij. Daarin zijn Spaanse christenen ons tot een voorbeeld.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Het Gesprek

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer