Terwijl zijn collega’s ’s de slaap nog uit hun ogen wrijven, staat Gert Jan van Veldhuizen (39) te „stuiteren” van de energie. Met dank aan zijn speed-pedelec.
„Dit is de toekomst”, weet Van Veldhuizen zeker. „De auto de deur uit en met een snelle elektrische fiets naar het werk. Goed voor het milieu, de portemonnee en de gezondheid.”
Van Veldhuizen werkt fulltime als verkoopmedewerker bij Arma Keukens in Nunspeet. Hij woont in Putten met zijn gezin. „Ik zei tegen mijn vrouw: als de benzineprijs boven de 2 euro komt, verkoop ik onze tweede auto en koop ik een speed pedelec.” De Puttenaar had al eens een snelle fiets uitgeprobeerd. „Toen wist ik: dit wil ik ook.”
Maart dit jaar was het zover. Voor ruim 6000 euro kocht Van Veldhuizen een Stromer ST1 bij Jansen Tweewielers in Barneveld. „Dat is veel geld. Maar dat geld ben ik anders aan een auto kwijt. Nu heb ik geen brandstofkosten. En ik arriveer veel fitter op het werk.”
Van Veldhuizen rijdt bijna dagelijks een prachtige route van 29 kilometer heen en ook weer terug over de Veluwe. Via Ermelo, Leuvenum, over de Stakenbergweg, langs de Zandenplas in Nunspeet. „Regelmatig zie ik edelherten of zwijnen. Gelukkig ben ik er nog nooit tegenaan gebotst. Wel ben ik op een leenfiets een keer uitgegleden over een olievlek op nat asfalt. Daar hield ik een stevige blauwe plek en spierpijn aan over.”
Fietsen op een speed pedelec moet je leren, vindt Van Veldhuizen. „Het kan heel gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld omdat automobilisten niet in de gaten hebben dat je zo hard gaat. Daarom heb ik altijd een helm op, ook in Putten. Mijn vrouw vindt dat niet zo charmant, maar het is verplicht en veiliger.”
Van Veldhuizen neemt een korte douche voordat hij aan het werk gaat. „Fijn dat dit mogelijk is bij mijn werkgever. Het is belangrijk dat werkgevers deze vorm van vervoer onderzoeken en gaan stimuleren bij hun werknemers. Ook als het om een fietsplan gaat. Speed pedelecs zijn duur, maar er zijn goede leasecontracten voor af te sluiten via de werkgever. Dit levert voor beide partijen voordeel op.”
Dit is het eerste deel in een serie over sportief naar het werk gaan.