Problemen met warm en te weinig water in het hele land
De problemen met sterk opwarmend en te weinig water voor landbouw en natuur breiden zich over het hele land uit. De waterkwaliteit gaat hard achteruit. Blauwalg zit in steeds meer oppervlaktewater. Dat zorgt op tal van plekken voor een zwemverbod. Ook botulisme en vissterfte komen steeds vaker voor.
In het westen van het land breidt de verzilting zich uit, omdat de zeer laagstaande rivieren onvoldoende tegendruk bieden tegen zout water uit de Noordzee. De Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) spreekt van een „ernstige droogtesituatie”.
De oogsten in de akkerbouw in Zeeland, Zuid-Limburg en Oost-Nederland zijn matig. Melkveehouders hebben het moeilijk, omdat weilanden op de hoge zandgronden vrijwel verdord zijn. In heel Zuid- en Oost-Nederland en ook op sommige plekken in het noorden gelden sproeiverboden. Boeren kunnen hun vee bovendien geen water laten drinken waarin blauwalg of botulisme voorkomt. Dat er rond het weekeinde even meer water door de grote rivieren zal stromen, gaat de landbouwers niet helpen, aldus de LCW.
Ook de natuur gaat daar niet van profiteren. Er is wekenlang veel regen nodig om de grote natuurschade te herstellen. Beken en poelen zijn drooggevallen. Een aantal libellenpopulaties is verdwenen omdat de vennen waar zij leven droog staan. Gevreesd wordt ook voor de beschermde rugstreeppad en de boomkikker. Veel bomen laten hun blad vallen, zeggen de natuurbeheerders. Op de hoge zandgronden is een groot aantal bomen dood of bijna dood. Water aanvoeren naar die gebieden is al heel lastig en wordt volgens de LCW nog moeilijker omdat de blauwalg zich zo snel uitbreidt. Water met blauwalg is slecht voor de natuur.