Binnenlandartikel 12-procedure
Rechter besluit over vervolging Gomarus: „Het is nu of nooit”

Twee oud-leerlingen doen woensdag een laatste poging om de Gomarus Scholengemeenschap uit Gorinchem voor de rechter te dagen. Zes vragen en antwoorden over een slepende kwestie.

23 August 2022 11:31
Twee oud-leerlingen proberen de Gomarus Scholengemeenschap tóch voor de rechter te krijgen. beeld RD, Anton Dommerholt
Twee oud-leerlingen proberen de Gomarus Scholengemeenschap tóch voor de rechter te krijgen. beeld RD, Anton Dommerholt

Op één dag na is het exact een jaar geleden dat de reformatorische school ook in de rechtszaal zat. Toen omdat ze zelf een kort geding had aangespannen, in de hoop zo wijzigingen in een kritisch rapport van de onderwijsinspectie af te dwingen. De inspectie was poolshoogte komen nemen op de Gomarus nadat meerdere homoseksuele leerlingen in de media hadden verteld hoe zij zich op hun middelbare school behandeld voelden.

De rechter besloot dat het inspectierapport ongewijzigd naar buiten mocht. Daarmee was de kous niet af, want de inspectie deed vervolgens aangifte tegen de Gomarus. Omdat de school mogelijk leerlingen zou discrimineren vanwege hun seksuele geaardheid. Het openbaar ministerie (OM) onderzocht de zaak en concludeerde dat de Gomarus zich inderdaad schuldig heeft gemaakt aan dwang en discriminatie. Toch kwam er geen rechtszaak. Omdat de school haar beleid inmiddels heeft aangepast en daarin nu geen onderscheid meer maakt in de behandeling van leerlingen op basis van hun seksuele geaardheid, zo luidde de motivatie. Ook zijn bij justitie geen incidenten van na 2016 bekend. De Gomarus is dus wel strafbaar, vindt het OM, maar vervolging komt er niet. Eén van de doelen daarvan is namelijk „het ‘delict’ te doen stoppen.”

„Belachelijk”, reageerde het COC op de beslissing. De homobelangenorganisatie bood de voormalige scholieren meteen hulp aan bij een zogeheten artikel 12-procedure. Twee van hen, Marijn Baggerman (21) en Mace de With (20), waren daar wel voor te porren.

Wat houdt zo’n artikel 12-procedure precies in?

Daarmee wordt het besluit van het OM aangevochten om de school niet strafrechtelijk te vervolgen. Het gerechtshof in Den Haag buigt zich dus woensdag over de vraag of die beslissing terecht was of niet.

Zo’n artikel 12-procedure is de laatste jaren vaker uit de kast gehaald in zaken waarin werd aangevochten hoe orthodoxe christenen staan tegenover homoseksualiteit. Op deze manier werd afgelopen voorjaar nog geprobeerd om de oud gereformeerde ds. A. Kort uit Krimpen aan den IJssel tóch voor de rechter te dagen. En eerder werd het juridische middel aangegrepen om de opstellers en ondertekenaars van de Nashvilleverklaring alsnog te laten vervolgen. In beide gevallen lukte dat niet.

In hoeverre zijn deze gevallen vergelijkbaar met de Gomaruskwestie?

Het thema heeft natuurlijk raakvlakken, maar daar houdt de vergelijking wel zo’n beetje op. Bij zowel ds. Kort als de Nashville-initiatiefnemers stond de vrijheid van meningsuiting centraal; in deze zaak gaat het vooral over de manier waarop de school homoseksuele leerlingen behandelde. Belangrijk verschil in de beeldvorming en in de beleving van mensen zal ook zijn dat het hier om een school gaat. Die heeft een grotere verantwoordelijkheid dan een individuele predikant.

Bovendien vond het OM dat zowel ds. Kort als de Nashvillemensen juridisch níét over de schreef gegaan waren. Bij de Gomarus ligt dat anders: de school is schuldig én strafbaar, stelde justitie in juni.

Cijfers laten zien dat de afgelopen jaren zo’n driekwart van de verzoeken tot vervolging via een artikel 12-procedure wordt afgewezen. In gemiddeld een op de acht gevallen komt een zaak alsnog voor de rechter. Al met al is het dus lastig te voorspellen wat de uitkomst zal zijn.

Wie zijn die twee oud-leerlingen?

Marijn en Mace deden vorig jaar maart hun verhaal in NRC en daarna in diverse andere media. Marijn vraagt om vervolging van zijn oude school als „slachtoffer van jarenlange discriminerende beleidsvoering.” Hij zegt zich door de visie op homoseksualiteit onveilig te hebben gevoeld en stelt dat docenten pestgedrag van medeleerlingen niet corrigeerden.

Mace zegt door haar middelbare school in oktober 2016 te zijn gedwongen om haar ouders te vertellen over haar geaardheid, terwijl ze dat nog niet wilde. Zij klaagt de school aan voor dwang, opsluiting en discriminatie.

Een andere oud-leerlinge vertelde vorig jaar in NRC en in het Reformatorisch Dagblad –anoniem– iets soortgelijks als Mace te hebben meegemaakt. Zij doet niet mee aan deze juridische procedure. Over de reden daarvan geeft ze desgevraagd aan niets kwijt te willen in de media.

De school heeft het verhaal van beide meiden altijd weersproken. De veiligheid van de leerlingen zou destijds in gevaar zijn en daarover moest ze de ouders inlichten. In een gesprek met hen kon de geaardheid van de meiden volgens de Gomarus niet onbenoemd blijven. Cruciaal blijft de vraag hoe de gesprekken daadwerkelijk gevoerd zijn.

Op welke manier helpt het COC Marijn en Mace?

De oud-leerlingen krijgen „juridische en emotionele ondersteuning” van de homobelangenorganisatie, die onder meer een advocaat heeft geregeld. „Het OM laat deze leerlingen in de kou staan”, vindt het COC. „Het is belangrijk dat er alsnog vervolgd wordt en dat ook voor andere scholen duidelijk is: wat er op Gomarus gebeurde, is onacceptabel.”

De zaak wordt bekostigd met het overgebleven geld van de crowdfundingsactie ”Tikkie voor Leon”. Daarmee werd eerder geld opgehaald voor de artikel 12-procedure die homoactivist Leon Houtzager aanspande tegen ds. Kort. Sympathisanten maakten destijds 21.000 euro over om topadvocaat Gerard Spong te betalen. Houtzager wilde dat het resterende bedrag ten goede zou komen aan „lhbti-acceptatie in de Biblebelt.”

Wat gebeurt er woensdag?

Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvindt, wordt de klacht van Marijn en Mace behandeld. Hun advocaat, Jan-Hein van Dijk, zal betogen dat er „een dwingende maatschappelijke noodzaak” is om de Gormarus wél te vervolgen. „Dwang, opsluiting en discriminatie van kwetsbare leerlingen raakt het hart van het onderwijssysteem”, zegt hij daarover.

Advocaat Jaco van den Brink staat de Gomarus bij. Omdat de zaak besloten is, laat hij desgevraagd weten zowel vooraf als achteraf niets te kunnen zeggen over zijn inbreng.

Wat kan de uitspraak zijn?

Die beantwoordt alleen de vraag of er alsnog vervolging komt. Het gerechtshof bepaalt dus niet of de Gomarus schuldig is en welke gevolgen dat heeft, maar alleen of de rechter zich daarover gaat uitspreken. Een eventueel oordeel is vervolgens aan de rechter.

De uitspraak van het gerechtshof volgt binnen zes weken. Naar verwachting laat die niet al te lang op zich wachten, want de aanklacht over dwang verjaart ook rond die tijd.

Tegen de beslissing is geen hoger beroep mogelijk. Voor de oud-leerlingen is de procedure dus een „laatste redmiddel”, zoals Marijn eerder zei. „Het is letterlijk nu of nooit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Gomarus

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer