De VN-dag ter herdenking van slachtoffers van geweld vanwege geloofsovertuiging –elk jaar op 22 augustus– biedt organisaties als Open Doors „een kapstok om deze problematiek wéér bij de politiek aan te kaarten”, zegt Wiebe Strikwerda.
Wie in een vrij land woont, kan haast niet geloven dat het gebeurt. Toch is het in Pakistan realiteit. Het 12-jaar oude christelijke meisje Zarvia Parvez werd in april dit jaar door een moslimstel ontvoerd. Zij werd gedrogeerd, verkracht en uitgehuwd aan een 40-jarige moslim. Dat haar ouders naar de politie en de rechter stapten, hielp hen niet. Vorige week verklaarde het hooggerechtshof van Lahore hun klacht niet-ontvankelijk. Slechts anderhalve minuut had de rechter ervoor nodig hun protest terzijde te schuiven. „Het meisje is 12, zij is getrouwd, en zij deed dit uit vrije wil”, was zijn korte commentaar. Zaak gesloten.
Dergelijke drama’s behoren voluit tot het thema waarop de in 2019 ingestelde VN-dag ter herdenking van slachtoffers van geweld vanwege religie of geloofsovertuiging zich richt, zegt Wiebe Strikwerda van Open Doors, een Nederlandse organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen. „Van de details van deze casus ben ik niet op de hoogte. Maar vervolging vanwege iemands religie vindt inderdaad ook plaats wanneer in een land moslims bij voorbaat de hand boven het hoofd wordt gehouden ten nadele van christenen of andere gelovigen. Dat kan ook gebeuren als een man hertrouwt met een islamitische vrouw, wat tot gevolg heeft dat kinderen uit dát huwelijk alles erven en kinderen uit een eerder huwelijk met een christenvrouw niets.”
Scepsis ten aanzien van de positieve invloed van een VN-herdenkingsdag op dit soort ontvoeringen, gewelddadigheden en onderdrukking begrijpt Strikwerda. „Ik googelde even op bijzondere dagen. Elk jaar heb je, afhankelijk van je definitie, wereldwijd wel 324 tot 528 speciale dagen, zag ik.”
Belang
Toch hecht de woordvoerder van Open Doors wel degelijk aan deze dag. „Hij geeft aan dat de Verenigde Naties, een organisatie waar 193 landen lid van zijn, belang hechten aan dit thema. En aan ngo’s zoals Open Doors biedt hij een kapstokje om discriminatie en geloofsvervolging wéér bij de politiek onder de aandacht te brengen. Zo hebben we, net zoals we vandaag deden, ook op 12 augustus, op internationale jongerendag, een persbericht naar buiten gebracht. We hebben er toen op gewezen dat de wereldwijd groeiende geloofsvervolging steeds meer druk legt op komende generaties. Met als groot gevaar dat het gevoel van saamhorigheid en verbondenheid van kinderen en jongeren met de kerk, christelijke gemeenschappen en gezinnen kan verzwakken of zelfs afbreken. Volgende maand maakt Open Doors een rapport hierover openbaar.”
India
Als hulporganisatie probeer je dit soort kapstokjes steeds weer te benutten, wil Strikwerda maar zeggen. „Dit jaar bijvoorbeeld vindt in november vanuit de mensenrechtenorganisatie van de VN weer een zogeheten Periodic Review plaats in India. India is, naast landen als Nigeria, Iran en Colombia, medeverantwoordelijk voor het almaar stijgende aantal christenen dat ernstig of zeer ernstig wordt vervolgd. Wereldwijd ging het in 2019 om 245 miljoen christenen, en in 2022 om 360 miljoen. In steeds meer staten in India worden antibekeringswetten ingevoerd. Wij grijpen zo’n Periodic Review aan om bij allerlei overheden en bij diplomaten in Indiase steden op deze situatie en ontwikkeling te wijzen. In de hoop dat het bij hen weer scherper op het netvlies komt en zij er, op momenten dat dit past, protest tegen aantekenen.”