We gaan landen, de vraag is alleen hoe
Centrale bankiers en piloten hebben wel iets gemeenschappelijks. Ze moeten namelijk van tijd tot tijd hun kist veilig op de grond zien te krijgen onder lastige omstandigheden, denk aan een kapotte motor of hevige wind. Bij een centrale bank gaat het dan over de vraag of die de rente zodanig veel en snel weet te verhogen dat de inflatie wordt beteugeld; en dat zonder dat de economie daar te veel onder lijdt (lees: zonder dat er een recessie volgt).
Wordt de rente te snel of te veel verhoogd, dan raakt die zachte landing –zoals het bovenstaande ook wel wordt genoemd– ver uit zicht. Wordt de rente echter te langzaam of te weinig verhoogd, dan dreigt de inflatie uit de hand te lopen. Als dat gebeurt, moet de centrale bank in een later stadium alsnog stevig op de rem trappen; met een uitgestelde harde landing al gevolg. U begrijpt: die zachte landing voor elkaar krijgen, is veel makkelijker gezegd dan gedaan.
Het leuke aan het verleden is dat je er veel van kunt leren; bijvoorbeeld hoe je de kans op een zachte landing verhoogt. Dat is wat de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) onlangs heeft gedaan door 70 periodes van renteverhogingen in 19 ontwikkelde economieën onder de loep te nemen.
De BIS stelt eerst vast dat de centrale banken in actie moeten komen tegen de torenhoge inflatie, ongeacht de oorzaak hiervan. Dus de hele discussie of de huidige hoge inflatie tijdelijk is of niet, is niet relevant. Waarom niet? Omdat de inflatie zó hoog is dat niet in actie komen het risico met zich meebrengt dat het tijdperk van lage inflatie verandert in een tijdperk van hoge inflatie. En dan zijn we echt ver van huis.
Met de kennis dat de rente verhogen een must is, leert de geschiedenis ons dat renteverhogingen uitsmeren over een lange tijd de kans op een harde landing vergroot. Wat de kans op een záchte landing verhoogt: de renteverhogingen zoveel mogelijk naar voren halen. Dus zit de eerste maanden nadat je hiermee begonnen bent maar flink aan de renteknop.
Als we anno 2022 kijken naar de ECB en de Fed, dan zien we dat vooral de ECB behoorlijk treuzelt met het verhogen van de rente. En nu de bank er eindelijk mee begonnen is, geeft ze duidelijk aan de geplande renteverhogingen over een lange periode uit te smeren. Voor de Fed geldt hetzelfde, zij het in een aanmerkelijk mindere mate dan voor de ECB. De kans op een zachte landing is, zo bezien, niet al te groot.
Maar het goede nieuws is dat de geschiedenis ons ook dit leert: als een centrale bank aan een serie renteverhogingen begint in een situatie waarin de economische groei hoog en werkloosheid laag is –zoals thans het geval is– er vrijwel altijd een zachte landing volgde in het verleden.
Er is overigens nog iets wat opvalt als we naar renteverhogingen kijken en de daarop volgende zachte landingen: de rente moest altijd weer verlaagd worden voor die zachte landing. De rente ging ver terug; dicht bij het beginniveau van vóór de serie van verhogingen of zelfs eronder.
Concluderend: als de geschiedenis zich enigszins herhaalt, zal 2023 in het teken staan van renteverlagingen, mogelijk zelfs forse. Dat zou de kans op hoge inflatie in de komende jaren juist vergroten.
De auteur is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer