Het boemerangeffect van westerse sancties
Topman Ben van Beurden van Shell herhaalde het deze week: „Er wacht een zware winter.” Eerder schetste hij al een donker scenario met een „zeer significante escalatie van de energieprijzen” –en die zijn al zo hoog– en in het ergste geval een rantsoenering. Hij is niet de enige die sombert. Fatih Birol, hoofd van het Internationaal Energie Agentschap (IEA), sprak recent van „code rood voor Europa.” „Ik ben buitengewoon bezorgd voor de komende maanden”, schreef hij in een brandbrief.
We verkeren in economisch opzicht in oorlog met Rusland. Het Westen heeft na de in geen enkel opzicht te rechtvaardigen inval in Oekraïne harde sancties afgekondigd. Die dreigen nu voor ons als een boemerang uit te pakken. Poetin draait de gaskraan steeds verder dicht. Niet helemaal, want dan zouden voor de schatkist in Moskou álle inkomsten wegvallen, terwijl die bij zijn huidige strategie op peil blijven. Er is immers weliswaar sprake van een geringere afzet, maar tegen geëxplodeerde prijzen. Ondertussen betalen wij hier de rekening en zitten we straks wellicht in de kou.
Zuinig zijn met energie, de thermostaat een graadje lager, klinkt het vanuit de politiek in Den Haag en Brussel. In mijn herinnering hoor ik voormalig premier Joop den Uyl, die in 1973 tijdens de oliecrisis een zelfde oproep deed. Maatregelen die tot voor kort ondenkbaar waren, verschijnen opeens in beeld. Kolencentrales mogen op volle capaciteit draaien, het klimaat is even ondergeschikt. Onze oosterburen houden hun kerncentrales waarschijnlijk langer open. En wie weet, wordt op enig moment toch geput uit de Groningse gasbel. Het kabinet sluit die optie niet geheel uit.
De boemerang raakt onze economie hard. Diverse prognoses voorzien een recessie later dit jaar. De olieprijs sorteert met de daling in de afgelopen weken al voor op minder bedrijvigheid. We kampen met een torenhoge inflatie, de koopkracht staat enorm onder druk, het vertrouwen van de consument bevindt zich op een historisch dieptepunt. De stijgende rente zet eveneens een rem op de bestedingen. Een inzinking van de groei, tot mogelijk negatieve cijfers, ligt door dit alles in het verschiet. Zij het niet meteen vergezeld van massale werkloosheid, waaraan mensen vaak denken als ze van een recessie horen. De Verenigde Staten hebben inmiddels twee kwartalen van krimp achter de rug.
Als het gas opraakt, zou dat de situatie drastisch verder verslechteren. Het zou industrieën dwingen af te schalen –wat trouwens nu reeds gebeurt– waardoor tekorten ontstaan aan allerlei spullen. Een vertegenwoordiger van de werkgevers in Duitsland vreest dan voor een terugval van wel 10 procent. En maar hopen dat niet tegelijk ook nog het coronavirus heftig toeslaat, met opnieuw allerlei beperkingen.
Een zware winter, noemt Van Beurden het. Voor ‘zijn’ Shell legt de energiecrisis echter geen windeieren. Dat concern profiteert juist, zoals donderdag nog eens bleek uit de kwartaalresultaten. Het aandeel noteert zo’n 30 procent boven het niveau van eind vorig jaar en vormt een positieve uitzondering in een grillig en veelal ongunstig beursklimaat. In het Verenigd Koninkrijk romen ze via extra belasting de recordwinsten van energiebedrijven af, om met dat geld de koopkracht te repareren. Misschien iets om ook hier te overwegen.