Het Tunesische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Amerikaanse zaakgelastigde in het land vrijdag gedagvaard. De dagvaarding volgt op een verklaring van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken, waarin hij vraagtekens zette bij de staat van de democratie in Tunesië.
Blinken zou zich met de verklaring „op onacceptabele wijze inmengen met binnenlandse aangelegenheden”, aldus de Tunesische minister van Buitenlandse Zaken Othman Jerandi tegen zaakgelastigde Natasha Franceschi.
In zijn verklaring stelde Blinken donderdag dat Tunesië het afgelopen jaar te maken heeft gehad met „een alarmerende afname van democratische waarden”. Hij refereerde ook naar de democratische revolutie in Tunesië van 2011 en stelde dat „veel van de overwinningen die de bevolking sindsdien heeft geboekt, zijn teruggedraaid”.
Kiezers in Tunesië stemden maandag in een referendum voor de nieuwe grondwet van president Kais Saied. Volgens de kiescommissie van het land kwam echter slechts 27,5 procent van de 9,3 miljoen kiesgerechtigden opdagen.
Met de nieuwe grondwet krijgt de president meer macht over de overheid en de rechterlijke macht en worden tegelijkertijd controles op de presidentiële macht verwijderd. Ook krijgt het parlement door de nieuwe grondwet een zwakkere positie.
Saied stuurde vorige zomer de premier weg, installeerde een nieuwe minister-president en zette het parlement buitenspel. Hij regeert per decreet. Oppositieleden en critici beschouwen zijn acties als een staatsgreep. De nieuwe grondwet, die pas een maand geleden bekend werd gemaakt, duwt Tunesië volgens de oppositie terug naar de autocratie die het voor de democratische revolutie van 2011 was.