Gevaar ligt op de loer bij bergtocht
Twee Nederlandse vakantiegangers zijn donderdag gewond geraakt bij wandeltochten in Oostenrijk. Beiden zijn van bergen gevallen, in de deelstaten Tirol en Salzburg. Ze kwamen allebei in een ziekenhuis terecht. Een misstap in de bergen kan fatale gevolgen hebben.
Robert Steenmeijer (58) uit Hilversum kent de uitdagingen en gevaren van het bergwandelen. De gids begeleidt al vijfendertig jaar ervaren alpinisten bij klim- en skitochten. Hij leidde expedities op de Matterhorn, de Mont Blanc en in de Himalaya.
Op veertienjarige leeftijd kreeg Steenmeijer een beginnerscursus alpinisme van een Oostenrijkse berggids. Dat smaakte naar meer. Hij maakte van een jongensdroom zijn werk. Zo’n vijftien jaar geleden begon de Hilversummer een tweede carrière, als meubelmaker. „Ik gids nog een paar weken per jaar. In het verleden was ik wel zes maanden op pad.”
Steenmeijer begrijpt wel waarom veel Nederlanders in hun vakantie graag de bergen opzoeken. „Het natuurschoon, het uitzicht, de schone lucht en de gezellige berghutten zijn trekpleisters. Maar de inspanning heeft ook een bepaalde aantrekkingskracht. Als je 1000 meter naar een berghut klimt, dan heb je echt wel wat gepresteerd.”
Voor de berggids staat veiligheid tijdens de tochten op één. „Bergwandelen is niet ongevaarlijk. Driekwart van de mensen die jaarlijks verongelukken bij bergsporten in de Alpen is wandelaar.”
Zware rugzak
Toch onderschatten veel Nederlanders het maken van een bergwandeling, meent Steenmeijer. „In de bergen kun je te maken krijgen met extreme omstandigheden, zoals onweer of sneeuw. Wandelaars kunnen uitglijden, naar beneden storten of de route kwijtraken.” Bovendien hoort de gids nogal eens over mensen die tijdens het wandelen een hartaanval krijgen door overbelasting. „Vakantiegangers die het hele jaar weinig bewegen en met een dikke pens en een zware rugzak een wandeling gaan maken op 2000 of 3000 meter hoogte, vragen om problemen.”
Steenmeijer noemt Nederlanders niet roekeloos maar wel onervaren. „Als je in de Alpen opgroeit, dan leer je spelenderwijs de gevaren van de bergen kennen. Net zoals wij de risico’s kennen van schaatsen op dun ijs.”
Wil je een bergwandeling met kinderen maken, begin dan met een eenvoudige en niet al te lange route, raadt de berggids aan. „Een tocht van twee of drie uur is voldoende. Houd rekening met een langere wandeltijd dan in een routeboekje staat aangegeven. Met kinderen ligt de snelheid laag en moet je regelmatig stoppen.”
Weersverwachting
Begin niet direct op de eerste vakantiedag met een wandeling boven de 2500 meter, adviseert Steenmeijer. „Het is belangrijk om te acclimatiseren en het lichaam te laten wennen aan de omstandig- heden op grotere hoogte.”
Het beste dagdeel voor een bergwandeling is de ochtend. „Begin vroeg, dan is het nog koel en kun je voor het donker terug zijn. Bovendien komen in berggebieden in de middag vaak onweersbuien voor.” Het is verstandig om de weersverwachting in de gaten te houden. „Binnen een uur kan de lucht helemaal dichttrekken. Door sneeuw, onweer of mist zit je zo in de penarie.”
Veel Nederlanders nemen het volgens de berggids niet al te nauw met hun wandeluitrusting. Ze lopen bijvoorbeeld op versleten gympies of nemen geen regenjas mee. Houd qua kleding rekening met zowel kou als hitte, is het advies van Steenmeijer. „Neem een zonnebril en een pet of hoed mee als bescherming tegen de zon. Handschoenen, muts en regenkleding komen van pas bij minder goed weer. Uiteraard trekt een bergwandelaar ook goede wandelschoenen aan en bevat de rugtas voldoende eten en drinken en bijvoorbeeld een wandelkaart om je goed te kunnen oriënteren.”
Los van een goede uitrusting is een fit lichaam van levensbelang, vindt Steenmeijer. „Je bouwt geen conditie op in de bergen, dat moet je thuis doen. Je hoeft echt geen marathon te kunnen rennen, maar regelmatig fietsen of hardlopen helpt bij het opbouwen van voldoende uithoudingsvermogen.”
Een goede voorbereiding kan veel leed voorkomen. Mocht het toch misgaan door plotseling noodweer of een ongeluk, bel dan 112 of het nummer van de bergreddingsdienst. Steenmeijer: „De reddingswerkers komen dan zo snel mogelijk naar je toe, te voet of per helikopter.”