Mens & samenlevingkanotocht chris

Huiselijkheid en hulp alom | Chris in volle vaart #2

Na het fijne bezoek aan Leerdam gaat de route richting dorpen waarvan de namen me altijd aan exotische oorden of prehistorische tijden doen denken: Acquoy, Gellicum, Rhenoy, Rumpt. De plaatsjes zijn in ieder geval van een buitengewone schoonheid.

15 July 2022 20:35
beeld RD
beeld RD

Vele gevederde vrienden houden me deze middag gezelschap. Vanuit de rietkragen bespieden meerkoeten me voortdurend, er zijn tig aalscholvers die triomfantelijk kopje-onder gaan als ik in de buurt kom, en steeds klinkt de roep van een koekoek.

De eerste soortgenoten die ik deze middag mag bezoeken, zijn Cees Zweistra en zijn vrouw Judith. Ze wonen officieel in Acquoy, maar hun huis staat veel dichter bij Leerdam dan bij de kern van hun woonplaats. Ze wonen langs de Linge, maar aanmeren voor de deur is onmogelijk vanwege een moerassig natuurgebied dat tegen de rivierkant van de dijk aan ligt.

Op Google Maps had ik dat al gezien, en daarom spraken we af dat ik bij een gemaal zou aanmeren en Cees me daar zou ophalen.

Als ik het bouwwerk na enig zoeken gevonden heb, bel ik Cees, die er een minuut later ook arriveert.

Met z’n tweeën leggen we de kano op een veilige plek, stappen in Cees’ auto en rijden naar zijn huis. Daar staat opnieuw een appeltaart op me te wachten. En opnieuw worden me twee stukken aangereikt. En opnieuw smul ik ervan.

Omdat mijn planning in de soep dreigt te lopen –ik lig een uur achter op schema– stap ik na twintig minuten weer op, bedank Judith en Cees voor hun gastvrijheid en laat me weer terugbrengen bij mijn kano.

Kajak

O ja, tijdens het varen heb ik mijn voertuig steeds „kano” genoemd. In feite is dat onjuist, omdat het een kajak is. Een kano heeft namelijk een volledig open bovenkant; een kajak is grotendeels dicht. Maar in de volksmond heten de boten beide kano. En in mijn mond dus ook.

18433413.JPG
beeld RD

Na wederom een spannende instapsessie vaar ik in hoog tempo verder. Ervaring met varen op spierkracht had ik trouwens nauwelijks. Ooit heb ik weleens wat geprobeerd met een opblaaskano. Maar zonder noemenswaardig succes.

Een week voor de start van dit avontuur heb ik daarom een avondje proefgedraaid bij de goede bekende van wie ik de kano leen. Daar thuis hebben ze twee kajaks; een ultragestroomlijnde die niet bijster stabiel in het water ligt, en een iets langzamere waar je evenwichtsorgaan beter raad mee weet. „Je moet echt die snelle proberen”, werd me gezegd. Ik gehoorzaamde. Ruim 4 kilometer ging het goed. Toen lag ik ineens in het water en wist ik zeker: stabiliteit gaat voor mij boven snelheid.

In Gellicum is de volgende stop. Daar wonen Adrie en Jannie Dorst, die me bij „wat dan ook” willen helpen, schreven ze per mail. En daarmee spreken ze de taal van allen die me gastvrij verwelkomden. Opnieuw ervaar ik hoeveel aardige, hulpvaardige mensen „onze krant” lezen.

In huize Dorst mogen de accu’s van de camera’s opladen, mag ik van het toilet gebruikmaken en les ik mijn dorst. Het is erg gezellig, maar veel langer dan twintig minuten durf ik het opnieuw niet te maken. Op het moment dat ik weer doorvaar, had ik al bijna aan het diner moeten zitten.

Telefonisch stel ik mevrouw Zweistra vast op de hoogte van mijn verlate komst. Ze lijkt er geen moeite mee te hebben. Ze zegt dat haar man, ds. H. Zweistra, zich vast naar de plek begeeft waar ik straks hoop aan te meren, bij een van hun zoons, die iets verderop in Rhenoy woont.

Pas tegen zessen arriveer ik er. Een aantal kleinkinderen van het predikantsechtpaar verwelkomt me. „Die komen op dinsdag uit school altijd bij ons, tot en met het avondeten”, licht ds. Zweistra toe.

18433414.JPG
beeld RD

Als ik de kano verlaten heb, gaat het naar de gehaktballen en dampende aardappelen, broccoli en bloemkool.

Aan tafel dirigeren de kinderen de maaltijd. Stiekem geniet ik van hun luide stemmen, de corrigerende opmerkingen van opa en de brede lach van oma. Heerlijke huiselijkheid.

Na het eten keert de stilte in huize Zweistra weer en ontstaat er ruimte voor een gesprek. Dat de tijd daarbij ongemerkt sneller gaat dan gedacht, verrast niet meer.

Met een handdruk neem ik rond halfnegen afscheid van de predikant en zijn vrouw. Het is dan nog 6,5 kilometer naar het eerste logeeradres.

Op weg daarnaartoe maak ik een van de mooiste zonsondergangen mee die ik ooit beleefd heb. Terwijl alles om me heen steeds stiller wordt, zakt de gouden zon precies weg achter de kerk van Beesd. Ik voel de neiging om m’n adem in te houden.

18433409.JPG
beeld RD

Idyllisch

Deze nacht slaap ik in een tent in de boomgaard bij Theetuin De Fruithoeve, vlak bij Enspijk. Het is kwart voor tien als ik daar op de wal stap. Het slaapverblijf moet dan nog opgezet worden. Anita van Leeuwen, eigenaar van de theetuin, en haar man Mark stellen me nog voor om gewoon binnen te slapen, maar een tentje in de boomgaard klinkt me té idyllisch om op dat aanbod in te gaan.

Zodoende sta ik in het schemerdonker tentstokken en -doeken in de juiste houding te wurmen. Wonderlijk genoeg gaat dat vrij vlot. Rond de klok van twaalf knip ik m’n zaklamp uit, in de hoop op een goede nachtrust.

Chris peddelt voor het goede doel. Klik hier om te doneren voor een christelijke gemeente in Jordanië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer