De muziekbibliotheek: In Amsterdam liggen de topstukken aan de Oude Turfmarkt
In Amsterdam dé muziekbieb aanwijzen, dat is lastig. Op meerdere plekken in de stad is muziek in te zien of op te vragen. Voor topstukken moet je naar de Oude Turfmarkt.
Wie in Amsterdam zoekt naar de plek waar iedereen voor muziek terechtkan, komt algauw uit bij de hoofdvestiging van de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) op het Oosterdokseiland, naast het Centraal Station. Het karakteristieke gebouw aan het water is met z’n indrukwekkende zuil en oranje-witte kleurstelling een ware blikvanger.
Amsterdam is trots op de bieb, die hier in 2007 verrees: 28.000 vierkante meter, ruim 4000 bezoekers per dag, 225 werkplekken, 1000 zitplaatsen, en zelfs een eigen OBA Theater op de zevende verdieping. Wie er binnenstapt, komt inderdaad onder de indruk van de ruimte, de architectuur, de hoogte, de kleuren. Aan de muur prijkt een ”Gebed”, „uit te spreken in een bibliotheek.” Het blijkt een bede gericht aan het boek: „Boek, vertel me hoe te leven…”
Verhuizing
De bouw van het nieuwe OBA-pand op het Oosterdokseiland betekende vijftien jaar geleden ook de verhuizing van de muziekbibliotheek die Amsterdam jarenlang kende. Al vóór de oorlog waren de openbare muziekbibliotheek en de specialistische collectie van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst (MBT) onder één dak samengekomen in Amsterdam-Zuid. Het werd dé place to be voor liefhebber, musicus en muziekwetenschapper. Voor de laatste was vooral de Toonkunstcollectie, met een groot aantal liedboeken en muziekwerken uit de 16e tot de 19e eeuw, een goudmijn. De muziekbieb wilde in die tijd een „voorraadschuur zijn voor vakman en leek”, aldus toenmalig bibliothecaris Jan le Cosquino de Bussy, „want alle muziek kan de leek genot verschaffen, alle muziek voor de vakman studieobject zijn.”De MBT-collectie was in 1953 in de Stichting Toonkunst-Bibliotheek (STB) ondergebracht. Ook toen de hele muziekbieb in 1976 verhuisde naar een nieuw gebouw van de Openbare Bibliotheek (OBA) aan de Prinsengracht, bleef de STB een zelfstandige organisatie, die ruimte huurde van de OBA. Veertig jaar lang moest je als leek of vakman naar de Prinsengracht.
Tot zich in 2007 een nieuwe verhuizing aandiende. De muziekbieb kreeg een plek in het nieuwe gebouw van OBA Oosterdok. Maar, niet alles kon daarheen. Vooral de Toonkunstcollectie stelde voor vragen. Was die historische verzameling niet té specialistisch voor een openbare bieb? Uiteindelijk werd, omdat de subsidie werd geschrapt, de STB ontbonden. Het moderne Toonkunstmateriaal werd verkocht aan de OBA. Alles van vóór 1900 werd in bruikleen gegeven aan de UB Amsterdam/Allard Pierson. De conservator van de Toonkunstcollectie, Simon Groot, verhuisde mee en kwam in dienst van de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Kunst & media
Wie dus op het Oosterdokseiland de OBA binnenstapt, heeft maar een deel van het muziekverhaal. Bordjes verwijzen naar de vierde etage, waar de afdeling ”kunst & media” is te vinden. Inderdaad, daar staan rechts de rijen kasten met boeken over muziek, met vocale en instrumentale bladmuziek, met cd’s en dvd’s. Links is de afdeling beeldende kunst. Achterin een film- en luisterzone.
Wat de muziekleek en -vakman hier vindt? Dat weet Joon Bartels van het Team Informatie van de OBA Oosterdok. Hij somt op: 60.000 titels bladmuziek, een deel in de kasten (vooral vocaal en instrumentaal), de rest staat in het magazijn en is opvraagbaar. Verder: 18.000 cd’s, verspreid over de diverse OBA-vestigingen in de stad; weer deels in de kasten, anders op te vragen. Ook staan in het magazijn moderne uitgaven vanuit de Toonkunstcollectie.
Weet Bartels of bijvoorbeeld studenten van het Amsterdams conservatorium, dat naast de OBA Oosterdok is gehuisvest, gebruikmaken van ‘zijn’ muziekcollectie? De beheerder zegt daar geen gegevens over te hebben. „Maar mijn indruk is dat dit redelijk beperkt is.”
Navraag bij twee conservatoriumstudenten leert dat die indruk juist lijkt. Emma Karels, die schoolmuziek studeert, geeft aan weleens in de OBA-bieb te komen, maar eigenlijk vaker de bibliotheek van het conservatorium te gebruiken. Orgelstudent Wibren Jonkers heeft aan de collectie van het conservatorium genoeg. „Die is echt uitstekend. Niet alleen veel partituren, maar ook allerlei naslagwerken over alles wat ook maar iets met klassieke muziek te maken heeft. Van globale naslagwerken tot boeken over specifieke componisten of analyses van muziekstukken.” Daarnaast biedt internet de hedendaagse student talloze mogelijkheden, zegt Jonkers. Hij heeft dus de OBA-muziekbieb niet echt nodig.
Goudmijn
Maar de geroemde Toonkunstcollectie, hoe toegankelijk is die? Daarvoor moet je dus naar de UB Amsterdam/Allard Pierson aan de Oude Turfmarkt. Geen openbare bibliotheek. Dus hiervoor is een betaalde UvA-lenerspas vereist. Wie die hobbel neemt, heeft de mogelijkheid de stukken uit de Toonkunstcollectie op te vragen en in te zien in de leeszaal. Lenen en meenemen is er niet bij.
Wat er zoal ligt aan de Oude Turfmarkt? Conservator dr. Simon Groot laat graag wat zien. Een uitgave met muziek van Sweelinck bijvoorbeeld, eerste helft 17e eeuw: een stemboek met de tenorpartijen van al diens psalmbewerkingen. „Kijk eens naar de mooie muzieksleutel.” Of een uitgave van de ”Souterliedekens”, de eerste complete psalmberijming in ons taalgebied, uit 1564. „Een goudmijn, want allerlei melodieën waar in andere bundels naar wordt verwezen, zijn hierin genoteerd.”En natuurlijk, een uitgave van Valerius’ ”Gedenck-Clanck” uit de eerste helft van de 17e eeuw met daarin het Wilhelmus. Groot: „Belangrijk, want in deze uitgave staat de melodie voor het eerst genoteerd zoals we die nog steeds zingen. En, kijk eens naar het slot van vers 6: „De tyranny verdryven,/ die menigh hert doorsnyt.” Aardig hè?”
Boekomslag
En dan het oudste uit de collectie. Een perkamenten fragment uit een wereldlijk liedboek dat aan het eind van de 14e eeuw is vervaardigd. De muzieknoten in oude ‘wiebertjes’, soms met rode inkt, de tekst gedeeltelijk in Oudnederlands. „Een heel belangrijk fragment, omdat het het oudste stukje Nederlandse muziek is dat we hebben. Weet je hoe het bewaard is gebleven? Het diende als boekomslag van een beroemd traktaat…”
Wie in Amsterdam dus echt muzikaal en historisch de diepte in wil, kan niet om de topstukken aan de Oude Turfmarkt heen.