De smartphone deed vijftien jaar geleden zijn intrede. Het apparaat heeft een grote invloed op ons sociale leven. „Het is meer dan ooit belangrijk om richting te geven aan ons telefoongebruik op grond van de Bijbel”, stelt mediapedagoog Henrieke Hoogendijk.
De smartphone raakt alle facetten van het leven, stelt Hoogendijk. Kinderen bekijken er hun huiswerk op of doen een spelletje. Ouders gebruiken hem om de boodschappen te noteren of klusinstructies te bekijken. „De plek die de smartphone inneemt in christelijke gezinnen is even groot als in de rest van de maatschappij”, zegt de mediapedagoog.
Is de komst van de smartphone een vloek of een zegen?
„De smartphone is een middel waarbij het gebruik samenvalt met vrijetijdsbesteding. Dat maakt het ingewikkeld. Het apparaat is een zegen als het ons leven verrijkt of makkelijker maakt. Denk aan het plannen van een route of het beluisteren van een podcast. De smartphone kan ook een extra dimensie geven aan bestaande contacten met vrienden en familie.
Maar er is ook een andere kant. De smartphone is op ieder moment van de dag een heel aantrekkelijk alternatief voor alle andere bezigheden. Constante afleiding ligt op de loer. Tel daarbij op dat de smartphone bewust zo gemaakt is om de aandacht van gebruikers zo lang mogelijk vast te houden. De geluiden, signalen van ongelezen berichtjes en blauwe vinkjes eisen voortdurend onze aandacht op. Als we beseffen dat onze tijd kostbare genadetijd is, dan wordt gelijk duidelijk dat het telefoongebruik in een groter, geestelijk perspectief staat.”
Hoe reageerden opvoeders vijftien jaar geleden op de smartphone?
„In het begin merkte ik vooral een schrikreactie. Christelijke opvoeders reageerden daardoor soms radicaal met een totale afwijzing of een ondoordachte omarming van de smartphone. Nog jarenlang hoorde ik van opvoeders de opmerking: „Het is ons overkomen.” Daarin beluisterde ik onmacht. De mediaopvoeding was nog weinig doordacht. Ouders moesten hun kinderen opvoeden in het telefoongebruik, terwijl ze daar in hun eigen opvoeding nooit mee te maken hebben gehad. Dat voelde voor hen alsof ze als een blinde hun kind de weg moesten wijzen in een wereld vol nieuwe kleuren en vormen. Ga er maar aanstaan.
De houding van ouders is in de loop van de tijd wel veranderd. De jongere generatie opvoeders is wel opgegroeid met mediagebruik. Ze hebben zelf ervaren wat de trekkende werking is van het scherm. Zij beseffen beter dat mediaopvoeding geen keuze is, maar een volstrekt noodzakelijk onderdeel van de ontwikkeling van een kind.”
Hoe staat het ervoor met het voorbeeldgedrag van ouders?
„Veel vaders, moeders, opa’s en oma’s zijn op latere leeftijd begonnen met de smartphone. Een deel van hen zit daarom nog in het proces van omarming. Ze ervaren vooral wat het apparaat te bieden heeft. Kinderen en jongeren krijgen op school vaak al veel bezinning mee over de effecten van telefoongebruik. Ik hoor weleens kinderen verzuchten: „Ma, doe die telefoon nou eens weg.”
Anderzijds zijn er ook heel veel opvoeders die het medium heel bewust gebruiken.
Voorbeeldgedrag van ouders is cruciaal. Ik gun het jongeren dat ze bij hun ouders kunnen zien hoe je media kunt gebruiken zonder daardoor beheerst te worden. Dat ze opvoeders hebben die beseffen dat de telefoon allerlei verkeerde verlangens bij mensen opwekt.”
Waarom is mediaopvoeding zo lastig?
„Omdat mediagebruik over alle terreinen van het leven gaat. Denk aan seksuele vorming, maar bijvoorbeeld ook over vragen als: Hoe profileer je jezelf? Hoe bewaak je je privacy? Ouders zien dat media een vormende invloed hebben op hun kinderen. Ze vragen zich af hoe ze tegenwicht kunnen bieden aan die invloed en welke begrenzing nodig is.
Het complexe van de smartphone is dat de wereld in al z’n grootheid zo dichtbij is gekomen. Letterlijk dicht op onze huid. Bovendien biedt de telefoon een makkelijke tijdsbesteding. Je hoeft alleen maar te zitten en te consumeren.
Ouders worstelen er ook mee dat jongeren, pubers met name, zich kunnen afsluiten in hun eigen mediawereld. Terwijl ze in een fase van het leven zitten waarin ze veel sturing nodig hebben. De onbereikbaarheid van hun kroost is voor opvoeders heel moeilijk.
Tot slot vinden veel ouders mediaopvoeding lastig omdat bepaalde gewoonten er in de loop van de tijd zijn ingesleten. Telefoons die er toch altijd zijn als je koffiedrinkt met elkaar. Kinderen raken daardoor gewend aan voortdurende prikkels en afleiding. Ouders vragen zich af hoe ze die gewoonten weer kunnen doorbreken.”
Welke tips wilt u opvoeders meegeven?
„Wees als ouders bereid om met elkaar heldere keuzes te maken over wat je doet op je telefoon. Welke apps en games gebruiken we wel en welke niet? Leg die keuzes uit en leef ze consequent voor. Het is belangrijk om ook in de mediaopvoeding gericht te zijn op de ziel van je kind. Probeer lessen uit de Bijbel, over bijvoorbeeld trouw of matigheid, te verbinden aan het smartphonegebruik. Jongeren hebben de neiging om de onlinewereld als een aparte werkelijkheid te zien, los van het christenzijn.
Vergeet niet je kind te begeleiden als het voor het eerst een smartphone krijgt. Het kan die verantwoordelijk zelf nog niet dragen. Spreek af wanneer de smartphone wel en niet gebruikt mag worden en kijk mee bij het telefoongebruik. Stel vragen als er nare appjes of naaktfoto’s voorbijkomen. Die openheid is cruciaal. Heb interesse in de mediawereld van je kind. Alleen dan kan er sprake zijn van een doeltreffend gesprek over telefoongebruik, waarin je ook grenzen kunt stellen.
Probeer als opvoeder de stille momenten in het gezin te bewaken. Om met elkaar de concentratie vast te houden tijdens het lezen van de Bijbel of een ander boek. God werkt door Zijn Woord en de Geest komt in stilte. Tegelijkertijd werkt God aan op Zijn eer en Zijn Koninkrijk. Dat hangt niet af van onze capaciteiten in de mediaopvoeding van kinderen.”