Volt is er voor de winnaars van de globalisering én voor de weglopers bij de PvdA
Vanuit het niets kwam Volt Nederland met drie zetels in het parlement. „Wij zitten er voor de lange termijn”, zegt partijleider Laurens Dassen.
Welke verborgen kiezerslaag boorde Volt in maart 2021 aan? De winnaars van de globalisering, zette de Nijmeegse socioloog Take Sipma vorig jaar een tikje laatdunkend uiteen. Hij bedoelde: de jongeren van de ‘Erasmus-generatie; hoogopgeleid en door hun deelname aan EU-uitwisselingsprogramma’s al als jongvolwassen studenten vertrouwd met een Europa zonder binnengrenzen.
„Natuurlijk zijn zij een deel van onze doelgroep”, reageert Dassen (36). „Maar onze missie reikt verder dan alleen hen aan onze partij verbinden. Wij willen ook een brug slaan naar bijvoorbeeld oud-PvdA-stemmers; mensen die afgehaakt zijn en niet het vertrouwen hebben dat de overheid er nog voor hen is. Europa is er nu vooral voor de banken en de grote bedrijven. Wij willen de EU hervormen tot een waardengemeenschap, die ook solidair is met mensen rond het bestaansminimum.”
Dassen kan zich vinden in een analyse van verslaggever Rob Wijnberg van De Correspondent over zijn partij. Die schreef: „In plaats van de internationale politiek te nationaliseren, internationaliseert Volt de nationale politiek.” Of je het nu hebt over klimaat, veiligheid of sociale ongelijkheid; veel vraagstukken kunnen alleen in Europees verband worden aangepakt, vult Dassen aan. „Het is dus nodig om in elk van de 27 EU-landen de politiek naar een Europees niveau te tillen. Daarom is Volt opgericht; als een Europese partij die in elk EU-land met hetzelfde verkiezingsprogramma met dezelfde doelstellingen mee wil doen.”
Niet elk standpunt van Volt is al compleet uitgekristalliseerd. „Op deelterreinen zijn we nog zoekende, ook in de Kamer”, erkent Dassen. „Maar de tijd dat we de stemmingslijst met zweet in de handen doornamen, is voorbij. Hebben we onze stemkeuze over een motie eens een keer niet meteen helder, dan gaan we terug naar onze kernwaarden: solidariteit, rechtvaardigheid, duurzaamheid en rechtsstatelijkheid. Dat helpt altijd.”
Behalve aan het Kamerwerk gaat veel van Dassens tijd op aan strategisch overleg over de toekomst van Volt. De Provinciale Statenverkiezingen staan voor de deur en een jaar later, in 2024, kiezen de EU-landen een nieuw Europarlement. Volts ambitie: meedoen in alle provincies, én namens Volt Nederland ook in Brussel voet aan de grond krijgen. „Wij zitten hier voor de lange termijn.”
Bijzonder onderwijs
Dassen groeide op in Knegsel, een Brabants dorpje vlakbij Eindhoven. Op de katholieke basisschool begon de lesdag met het Onze Vader. „En ’s middags baden we het ”Wees gegroet, Maria””, herinnert hij zich.
Hoewel hij zijn jeugd plezierig noemt en het volgen van het bijzonder onderwijs als verrijkend heeft ervaren, wil Volt de ruimte voor scholen om zich op de eigen religieuze grondslag te organiseren, afschaffen. „Voor zichzelf mag iedereen geloven wat hij wil, maar scholen moeten ruimte bieden aan elke levensbeschouwing, én aan de manier waarop iemand zijn seksuele identiteit beleeft. Iedere scholier moet al van jongs af aan de ruimte krijgen om zichzelf te zijn.”
Ook Volts standpunt over abortus ligt vast: dat moet uit het wetboek van Strafrecht. „Het volstaat als artsen daar medische richtlijnen voor opstellen en zich daaraan houden”, zegt Dassen. „Zij gaan daar op een verantwoorde manier mee om.”
De voltooidlevenwet van D66 wordt nog bestudeerd. Dassen: „Als mensen vrijwillig hun leven willen beëindigen, moet daar ruimte voor zijn. Maar dan wil ik wel een wet zien met goede waarborgen. Eenzaamheid mag nooit de reden zijn om te zeggen: Ik stop ermee.”