Komst Remkes brengt hooguit tijdelijk rust
En weer klopt Den Haag aan bij oud-minister Johan Remkes (VVD), nu voor het op gang brengen van de uitvoering van het stikstofbeleid. De vraag is of hij partijen veel te bieden heeft.
Wat gebeurt er als Remkes (71) het landbouwministerie in de nazomer moet melden dat het hem niet is gelukt de boeren en de politiek op één lijn te krijgen? Dat klinkt wellicht wat voorbarig en prematuur, maar gezien de scepsis waarmee zijn aanstelling zondag werd begroet, lijkt die vraag toch alleszins reëel.
Meerdere namen zongen rond, zodra bekend werd dat premier Rutte en het ministerie op zoek zouden gaan naar een gespreksleider. Dat het spoor uiteindelijk naar Remkes leidde, is op zich niet vreemd. Hij bouwde gezag op met de manier waarop hij een lastige klus als het interim-burgemeesterschap in Den Haag wist te klaren. Remkes was ook degene die de rust terugbracht in het college van Gedeputeerde Staten in Limburg, nadat alle provinciebestuurders daar vorig jaar waren opgestapt. Eén voor één wees hij hun opvolgers aan, onder wie oud-CDA-Tweede Kamerlid Van Toorenburg, met de boodschap: „Jij moet het gaan doen.”
Dat doortastendheid zijn handelsmerk is, liet hij ook zien toen hij in 2021 de vastgelopen kabinetsformatie wist vlot te trekken. Hij behoedde het land voor nieuwe verkiezingen, waardoor de bestuurlijke stagnatie nog groter zou zijn geworden dan die door de slepende coalitie-onderhandelingen al was.
Remkes’ vermogen om een doorbraak te kunnen forceren zullen de partijen ook dit keer hard nodig hebben. Daar komt bij dat hij het stikstofdossier op zijn duimpje kent. Sterker nog: Remkes leidde het Adviescollege Stikstofproblematiek dat Rutte III in 2019 moest instellen, nadat de Raad van State het tot dan toe gevoerde stikstofbeleid met een vernietigende uitspraak van tafel veegde.
Aan deskundigheid ontbreekt het hem dus zeker niet.
Verlengde arm
Een complicerende factor is echter wel dat het ambitieuze stikstofreductiedoel dat het kabinet voor ogen staat rechtstreeks aan het adviesrapport van zijn commissie is ontleend: in 74 procent van de Nederlandse natuurgebieden moet de stikstofbelasting voor 2030 onder de kritische grenswaarde zijn gedaald. Om dat doel te bereiken moet de uitstoot in 2030 ten opzichte van die in 2018 zijn gehalveerd, schreef het college in juni 2020. Boeren lopen daar nu massaal tegen te hoop. Het maakt dat de landbouworganisaties oliemannetje Remkes al op voorhand zullen zien als de verlengde arm van het kabinet.
Al met al zijn er daardoor twee scenario’s waarmee Rutte ernstig rekening moet houden. Het eerste is dat het besluit om Remkes in te vliegen op z’n minst voor vertraging gaat zorgen, waardoor de deadline van provincies om hun stikstofplannen voor 1 juli te hebben uitgewerkt onhaalbaar wordt. Het tweede is dat Remkes zijn opdracht zelfs onverrichterzake moet teruggeven. Dan rijst wellicht de vraag of het toch niet verstandiger is om het in een nieuwe gespreksronde –tegen de zin van D66 in– ook over de haalbaarheid van de doelen te laten gaan.
Kortom: door Remkes’ aanstelling is Rutte IV even uit de brand. Maar de kans blijft reëel dat de spanning rond de stikstofkwestie de bewindslieden en de coalitiepartijen later dit jaar alsnog tot een crisisberaad zal dwingen.