Ophokplicht pluimvee vervalt in deel Nederland
De ophokplicht voor pluimvee is in delen van het oosten en zuiden van het land ingetrokken. Dat heeft minister Henk Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit woensdag bekendgemaakt. Volgens de minister is de kans afgenomen dat pluimvee in deze gebieden het vogelgriepvirus oploopt.
Staghouwer wil met de versoepeling ruimte geven aan zogeheten vrije-uitloopbedrijven. Dat zijn boerderijen die erop zijn ingericht dat de kippen buiten kunnen lopen. Omdat ze daarvoor investeringen hebben moeten doen, ontvangen de betreffende pluimveehouders een toeslag op de prijs voor de eieren. Die lopen ze nu al maanden mis.
De ophokplicht werd eind oktober 2021 ingesteld, nadat een zeer besmettelijke variant van het vogelgriepvirus in Nederland was opgedoken. Sindsdien raakten 66 boerderijen (inclusief hobbyhouders) besmet en moesten die worden geruimd.
Staghouwer noemt de vogelgriepsituatie in Nederland nog steeds ernstig. Hij wijst op uitbraken onder wilde vogels, zoals bij kolonies sterns aan de kust. „Die zijn verontrustend voor de instandhouding van deze soorten en eveneens voor de verspreiding van het virus. Het wijst er op dat vogelgriep voorlopig niet meer weg te denken is uit Nederland.”
De minister is mede tot zijn besluit gekomen omdat de opheffing van de ophokplicht in aangrenzende delen van Duitsland en België daar niet tot uitbraken op pluimveehouderijen heeft geleid. Hij maakt wel een uitzondering voor gebieden waar veel pluimveebedrijven dicht bij elkaar zitten, zoals de Gelderse Vallei en het noorden van Limburg. Daar blijft de ophokplicht van kracht.